Financieel overzicht
de Amerikaanse boer aanwezig is. Niettemin
blijft het grote verschil in vergelijking niet de
bedrijfsleiding op onze bedrijven, dat deze in
Amerika in verschillende opzichten veel een
voudiger is. Het aantal bewerkingen voor een
bepaald gewas is ginds geringer. Bovendien is
het productieplan veel eenvoudiger.
Een voorbeeld moge een en ander duidelijk
maken.
Op een bedrijf van ca 150 ha in Illinois (een
van de vruchtbaarste landbouwstaten) werd het
bedrijf gevoerd door de boer en één betaalde
arbeider. Deze laatste was in Augustus echter
met vacantie. Immers, tarwe, haver en gerst
waren gemaaid (met de machine) en er was
toen niet veel meer te doen tot de oogst van
maïs en soyabonen (in September). Op een ge
mechaniseerd bedrijf in Nederland van de
zelfde oppervlakte maar met een veel gro
tere verscheidenheid van producten zou een
man of 10 werkzaam zijn.
De ingewikkeldheid van de bedrijfsleiding is
bij ons niet alleen gelegen in het toezicht op de
arbeiders als zodanig, maar in de verschillende
werkzaamheden, die in een bepaalde week en
zelfs op eenzelfde dag moeten plaatsvinden,
waarbij omschakeling vaak nodig is als gevolg
van de veranderingen in het weer. Het klimaat
is ginds over een korte periode veel stand
vastiger.
Wat het kapitaal betreft is de investering per
ha in Nederland veel hoger. De grond is èn
door de schaarste èn door betere kwaliteit
veel duurder en het gebruik ervan veel inten
siever. Bovendien wordt in de Verenigde Sta
ten veel minder kapitaal in de gebouwen ge
ïnvesteerd. De gebouwen zijn er in het alge
meen van hout en daardoor minder duurzaam.
De gebouwen worden veelal door de boer zelf
gebouwd en hebben dan ook vaak een proviso
risch karakter.
Uit de onderlinge verhouding van bovenver
melde kapitaalbestanddelen blijkt ginds de in
vestering in machines en werktuigen relatief
veel hoger te zijn, hetgeen een logisch gevolg
is van de grotere mate van mechanisatie.
Voor de grote Amerikaanse bedrijven is de vee
stapel relatief veel belangrijker. Deze bedrij
ven bestaan voor het grootste deel uit veel
weinig vruchtbaar grasland, zodat de vee
houderij hier een relatief grote investering
vergt.
Voor de overige bedrijven (grote, middelgrote
en kleine gezinsbedrijven en kleine bedrijven)
blijkt de onderlinge verhouding van de waarde
der kapitaalbestanddelen in Amerika vrijwel
gelijk te liggen.
In Nederland is de waarde van werktuigen en
machines relatief veel geringer (ongeveer de
helft), die van de veestapel relatief veel gro
ter (ongeveer het dubbele) in vergelijking met
de laatstgenoemde groepen van bedrijven.
De verhouding van het geïnvesteerde kapitaal
tot de waarde der voortgebrachte verkochte
producten ligt in Nederland iets lager dan in
de groep grote en middelgrote gezinsbedrijven.
De landbouwbevolking maakt in beide landen
vrijwel eenzelfde deel uit van de totale be
volking.
De verhouding van het aantal bedrijven in
beide landen is veel kleiner dan die van het
totale areaal cultuurgrond, daar de oppervlakte
per bedrijf in ons land slechts l/10e bedraagt.
De waarde van de totale productie ligt even
eens veel lager dan de totale oppervlakten, daar
de waarde der productie per ha in ons land
gemiddeld ongeveer 3,5 maal zo hoog is.
Bij al het bovenstaande mag niet uit het oog
worden verloren, dat de gegevens betrekking
hebben op gemiddelden voor het gehele land.
Vanzelfsprekend zijn er vooral in Amerika
grote regionale spreidingen. De geconsta
teerde verhoudingen en verschillen tussen beide
landen kunnen dan ook niet anders dan een
globaal beeld geven.
Volkomen onverwacht is gedurende de afge- bedrag van 195 millioen en waarvan thans
lopen maand tot een belangrijke aflossing op nog ruim 190 millioen verschuldigd was,
buitenlandse schuld overgegaan. Met de vervroegd zou aflossen.
Wereldbank werd namelijk overeengekomen. Hiermede heeft Nederland een zeer goede in-
dat de Nederlandse Staat ongeveer een vierde druk in het buitenland gemaakt. En dit zowel
gedeelte, nl. 52% millioen van een lang wegens het feit van de vervroegde aflossing op
lopende lening, welke in 1947 van genoemde zichzelf als op grond van de aandacht, welke
instelling voor ons land was verkregen tot een door deze betaling nogmaals werd gevestigd op
59