is ruwweg 160 maal zo groot als in Nederland.
De bruto-waarde van de productie van de
Amerikaanse landbouw is globaal 45 maal zo
groot als die van de Nederlandse, nl. 152
milliard tegen 3,4 milliard in 1948. Per ha
cultuurgrond bedroeg deze circa 400.resp.
1.500.
De waarde van de uitvoer van landbouwpro
ducten was in 1948 twintig maal zo groot als
uit ons land. De Amerikaanse uitvoer bedroeg
10 van de productie, de Nederlandse 20
Hieruit blijkt, dat door ons ongeveer het dub
bele van onze landbouwproductie wordt uit
gevoerd in verhouding tot de Amerikaanse.
Aantal bedrijven en grootte-klassen
Het aantal normale bedrijven bedroeg in 1950
3,7 millioen, d.i. 19 maal zo veel als het aantal
bedrijven in ons land waar de boer zijn hoofd
beroep heeft. Daarnaast bestaan 1,7 millioen
bedrijfjes waar het hoofdberoep buiten de
landbouw ligt.
Een indeling van de Amerikaanse landbouw
bedrijven in grootte-klassen (in procenten van
het totaal) geeft het navolgende beeld:
beneden 4 ha10
van 4 tot 8 ha 9
van 8 tot 40 ha 39
van 40 tot 104 ha29
van 104 tot 200 ha 8
van 200 tot 400 ha 3
boven 400 ha2
In Nederland ligt ruim 2/s van het aantal be
drijven in de grootte-klassen 1 10 ha en bijna
Vz in de grootte-klassen 10 tot 50 ha; slechts
1 der bedrijven is groter dan 50 ha. Naar
oppervlakte gemeten zijn de bedrijven in Ame
rika dan veel groter, hetgeen grote mogelijk
heden voor mechanisatie biedt.
De indeling naar de maatstaf van de waarde
der verkochte producten per bedrijf toont aan,
dat in dit opzicht de Nederlandse omstandig
heden dicht worden benaderd. 87 van de
Amerikaanse bedrijven, op deze wijze inge
deeld, komt wat „grootte" betreft zeer wel met
de Nederlandse bedrijven overeen; 2/3 van het
totaalaantal komt overeen met onze kleine en
middelgrote bedrijven en zelfs 20 °/o met onze
keuterbedrijven. Derhalve kent Amerika even
zeer het vraagstuk van de kleine boeren, zij
het niet in zo grote omvang, terwijl de be
schikbare hoeveelheid cultuurgrond hier veel
meer mogelijkheden biedt om dit vraagstuk op
te lossen.
In Amerika is een ontwikkeling te constateren
58
naar toeneming van de eigendom van grond en
gebouwen in handen van de grondgebruikers.
Van 19301945 is het aantal pachters afge
nomen met 30 °/o. De grootste vermindering
vond plaats in de kleine bedrijven in het Zui
den. Deze ontwikkeling is een gevolg van de
gunstige economische omstandigheden sinds
de tweede wereldoorlog.
Het percentage pachters bedroeg in 1948: 27
van het totaal aantal bedrijven; in ons land 53.
Van de overige bedrijven in Amerika is het
grootste deel volledig eigendom van de grond
gebruiker. Het streven om eigenaar van het
bedrijf te worden is vrij algemeen. Er zijn ech
ter ook pachters, die er de voorkeur aan geven
dit te blijven, ten einde in ruimer mate te kun
nen beschikken over het benodigde bedrijfs
kapitaal.
Het gebruik van arbeid en kapitaal
De verhouding tussen de hoeveelheid arbeid en
kapitaal ligt in Amerika geheel anders dan in
Nederland. De grond is betrekkelijk overvloe
dig en dus goedkoop.De landbouwmachines zijn
er goedkoper dan hier. Dientengevolge is de be
werkte oppervlakte per man ginds veel groter.
Het Amerikaanse bedrijf is grotendeels gezins
bedrijf. Er wordt betrekkelijk weinig met be
taalde krachten gewerkt.
De Amerikaanse landbouw heeft een hoge
graad van mechanisatie bereikt. Het verschil
met ons land is vooral gelegen in de granen,
waar de mechanisatie in de Verenigde Staten
meer algemeen kan worden doorgevoerd. De
schaarse en dure arbeid leidt er toe, dat de pro
ductie op zo eenvoudig mogelijke wijze plaats
vindt.
Het landarbeidersloon bedroeg in 1950 ca 3
per uur in die staten, waar betaalde arbeid van
betekenis is; dit is ongeveer het drievoudige
van het loon (inclusief sociale lasten) in ons
land in datzelfde jaar. Hierbij zij echter op
gemerkt, dat het loon in verschillende staten
hoger ligt, met name in de oogsttijd.
In dergelijke gebieden is de economische nood
zaak om sterk te mechaniseren uiteraard gro
ter.
De inrichting van de bedrijven geeft in ver
gelijking met ons land belangrijke verschillen
te zien. Bezien wij in verband hiermede de
bedrijfsleiding, dan lijkt deze onder de Ameri-
gaanse verhoudingen op het eerste gezicht
meer deskundigheid te vereisen. Ongetwijfeld
vereist het gebruik van machines (vooral ook
dat van meer tegelijkertijd) een grote techni
sche vaardigheid en deskundigheid, welke bij