toegevoegd, dat het er naar uitziet, dat hier
mede nog geruime tijd gemoeid zal zijn. terwijl
sommigen zelfs betwijfelen, of ooit weer naar
een volledige vrijheid in het internationale
kapitaalverkeer zal kunnen worden terugge
keerd. Het zal in elk geval duidelijk zijn. dal bij
het herstel van het kapitaalverkeer met het
buitenland met de grootste voorzichtigheid te
werk moet worden gegaan, omdat men niet mag
riskeren, dat het zo moeizaam verkregen even
wicht van de lopende betalingen door een te
grote uitvoer van kapitaal naar het buitenland,
die een te zware druk op de betalingsbalans zou
uitoefenen, zou worden verstoord.
Het Renelux-accoord bepaalt, dat er een vrije
valutamarkt voor de handel in guldens en
Belgische francs wordt ingesteld, waarover alle
betalingen met een kapitaalkarakter worden
geleid. Daaronder vallen bv. aan- en verkopen
van effecten, inschrijvingen op emissies, liqui
datie-uitkeringen, aflossingen en dergelijke. In
gezetenen kunnen voor al die financiële hande
lingen francs op de vrije markt kopen en francs
rekeningen bij hun bank aanhouden. Francs
tegoeden kunnen ook te allen tijde tegen guldens
op de vrije markt worden verkocht. Voor
ingezetenen van België en Luxemburg gelden
overeenkomstige bepalingen. Kapitalen, welke
in België en Luxemburg zijn belegd en omge
keerd, kapitalen welke door ingezetenen van
België en Luxemburg hier te lande zijn belegd,
kunnen dus in het algemeen na omzetting in de
eigen valuta op de vrije markt naar het eigen
land worden overgemaakt.
De vrije handel in effecten is beperkt tot in
guldens of francs luidende Nederlandse, Bel
gische of Congolese effecten. Voor effecten
luidende in andere valuta geldt de regeling der
halve niet. Op in België, Luxemburg of Neder
land openstaande emissies, die in de geldsoort
van die landen luiden, is vrije inschrijving toe
gestaan. Nederlandse ingezetenen hebben echter
vooraf vergunning nodig voor het deelnemen
aan in België openstaande emissies van in gul
dens luidende effecten, terwijl een soortgelijke
beperking voor onze Zuiderburen ten aanzien
van Nederlandse emissies, die in francs luiden,
geldt.
Men zal hebben opgemerkt, dat het kapitaal
verkeer in beginsel over een vrije markt wordt
geleid. Particulieren zullen daarvan in de prak
tijk niet veel bemerken, ten hoogste zullen de
koersen van afrekening enigszins van de offi
ciële wisselkoersverhoudingen afwijken, al naar
gelang de toevallige verhouding tussen vraag
en aanbod in de desbetreffende valuta. Grote
afwijkingen zullen als regel onder normale om
standigheden niet voorkomen, daar men dan
allicht niet van de investeringsmogelijkheden
gebruik zal willen maken.
Bij het inschakelen van een vrije valuta-markt
zit kennelijk de bedoeling voor, voorshands de
scheiding tussen lopend- en kapitaalverkeer in
stand te houden. Het lopende betalingsverkeer
toch wordt in Europa, zoals bekend, nog steeds
over de Europese Betalings-Unie geleid, over
eenkomstig de daarvoor geldende spelregels.
Weliswaar wordt soms wel van de desbetref
fende bepalingen afgeweken, voor incidentele
kapitaalovermakingen, doch zulks geschiedt
slechts bij wijze van uitzondering en uitsluitend
als resultaat van een door de betrokken landen
voor dat speciale geval gemaakte afspraak. Zo
is ook overeengekomen tussen Nederland en
België, dat de guldensopbrengst van de 33/4
lening ter grootte van 100 millioen via de
E.B.U.-rekening zou worden afgewikkeld.
Voor particulieren maakt het, zoals gezegd,
echter weinig verschil, op welke wijze de over
making naar het buitenland geschiedt. Het
spreekt overigens vanzelf, dat wij hier met een
overgangstoestand hebben te doen en dat na
opheffing van de E.B.U. alle betalingsverkeer
met het buitenland door verhandeling van de
valuta's op een vrije markt tot stand zal moeten
komen, al zal de overheid ook daaraan aan
vankelijk wellicht nog beperkingen verbinden.
Wat tenslotte de technische gevolgen van de
besproken liberalisatie van het kapitaalverkeer
in de Benelux aangaat, laat het zich aanzien,
dat er aan Belgische kant meer geneigdheid zal
bestaan tot het kopen van Nederlandse aan
delen, dan omgekeerd, omdat het rendement,
dat Nederlandse aandelen afwerpen doorgaans
aanzienlijk gunstiger is dan dat van Belgische
aandelen. Anderzijds zal de liberalisatie wel
kome mogelijkheden bieden om nog meer
Nederlands kapitaal tegen vaste rente in België
uit te zetten, hetzij via guldensleningen, die te
Amsterdam worden uitgegeven (en hierbij
denken wij speciaal aan Belgische gemeente
leningen), hetzij via Belgische francs-leningen
Deze laatste werpen een rendement af, dat
1 a P/2 hoger is dan het rentepeil, dat thans
in ons land geldt.
Overigens zal het duidelijk zijn, dat de vrijheid
van het kapitaalverkeer weliswaar belangrijk is
voor de wederzijdse belegging in effecten, doch
daarnaast evenzeer betrekking heeft op alle
andere beleggingsvormen, zoals hypotheken,
huizen en bedrijven. Al met al mag worden ver-
33