het kort de monetaire betekenis van deze stap
toelichten. In de eerste plaats moge dan een
enkel woord worden gezegd over het wezen van
het kapitaalverkeer.
Wanneer wij het betalingsverkeer met het bui
tenland en de stand van de betalingsbalans ten
opzichte van één enkel land dan wel ten op
zichte van alle andere landen tezamen in het
oog vatten is het wenselijk (en daarom gebrui
kelijk geworden) om tweeërlei soorten van be
talingen te onderscheiden, nl. het lopende
betalingsverkeer en het kapitaalverkeer. Onder
het lopende betalingsverkeer worden dan ver
staan de betalingen, die voortspruiten uit het
goederenverkeer, de in- en uitvoer van goederen
derhalve, zomede de vergoedingen voor ver
leende of verkregen diensten, onverschillig,
waaruit die diensten bestaan. Inkomsten uit het
scheepvaartverkeer, uit premie-ontvangsten
voor assurantie, uit rente op buitenlandse inves
teringen, huren, onderhoudskosten, enz., vallen
onder de groep van het lopende betalingsver
keer. Betalingen voor goederen, ingevoerd uit of
uitgevoerd naar het buitenland, vormen wel de
belangrijkste post van het lopende betalingsver
keer, doch zijn dus bij lange na niet de enige
post daarvan.
Een paar jaar geleden heeft de president van
De Nederlandsche Bank berekend, dat het voor
ons land voldoende was, indien 85 van de
goedereninvoer door goederenuitvoer werd ge
dekt. Met andere woorden: de lopende in
komsten uit dienstverlening konden een invoer-
overschot van 15 dekken. Nederland kan
zich dus een tekort op zijn handelsbalans van
15 o/o veroorloven, zonder dat zulks tot een ver
mindering van de deviezenreserves behoeft te
leiden. De aanzienlijke overschotten op de
lopende betalingsbalans in de laatste jaren
hebben echter integendeel zelfs zoals men weet
een belangrijke aanwas van die reserves moge
lijk gemaakt, hetgeen te danken was aan de om
standigheid, dat het tekort op de handelsbalans
veel geringer is gebleven dan bedoelde 15
Hoe dit ook zij, het zal duidelijk zijn, dat hec
lopende betalingsverkeer nauw samenhangt met
de voorziening in lopende behoeften. Het is een
gezonde economische politiek er naar te streven,
dat het lopende betalingsverkeer in evenwicht is
en liefst nog een overschot (voor slechtere
tijden) oplevert. Dat wil immers zeggen, dat de
lopende productie tezamen met de gepresteerde
diensten voldoende zijn om in het onderhoud
van een land te voorzien.
Wanneer wij het over het kapitaalverkeer met
het buitenland hebben, denken wij inzonderheid
32
aan het overmaken van vermogens naar andere
landen. Dat kan bv. geschieden voor het aan
kopen van effecten in het buitenland. Wordt er
kapitaal in deze zin van Nederlandse zijde in
het buitenland belegd, dan maakt het van Ne
derlands standpunt gezien geen verschil, of dat
geld wordt aangewend tot aankoop van reeds
in het betrokken land uitgegeven effecten dan
wel in nieuwe emissies in het buitenland wordt
geïnvesteerd. Ook kan zulke kapitaaloverbren
ging naar het buitenland o.a. plaats vinden na
de uitgifte van een buitenlandse lening in ons
land. Van dit laatste vormde de Belgische
guldenslening, die zo juist tot een bedrag van
100 millioen in ons land is geplaatst, een goed
voorbeeld.
Een andere wijze van kapitaalverkeer met het
buitenland is de credietverlening, die niet in de
vorm van een lang lopende lening is gegoten,
maar een kort lopend karakter draagt. In een
volkomen vrij internationaal betalingsverkeer,
zoals wij dat vóór de tweede wereldoorlog ken
den, had er dagelijks tussen alle landen zulk
een credietverlening plaats. Deze werd over het
particuliere bankwezen afgewikkeld. Men is in
de na-oorlogse jaren onder invloed van de
kunstmatige beperkingen in het internationale
betalingsverkeer meer en meer gaan spreken
van een tekort of een overschot op de betalings
balans. Voor de oorlog deed men zulks niet,
omdat zulk een tekort in wezen niet bestaan
kan. Het lopende betalingsverkeer en het kapi
taalverkeer werden niet gescheiden gehouden
en liepen dooreen. Was er een tekort op het
lopende betalingsverkeer, dan betekende dit
automatisch credietverlening tot dekking van
dat tekort. Dit is trouwens geheel in overeen
stemming met het begrip balans, d.w.z. even
wicht. Tegenover een tekort op de betalings
balans staat uiteraard een schuld tot een even
groot bedrag en dit is slechts een andere wijze
van uitdrukken voor een, al dan niet vrijwillig
verkregen, buitenlands crediet.
De vrees voor kapitaalvlucht naar het buiten
land is oorzaak geweest, dat de deviezen-
barrières tot nu toe in beginsel zijn gehand
haafd. Geleidelijk aan zal daarin verandering
moeten komen en de zo juist van kracht ge
worden verruiming van het kapitaalverkeer in
Beneluxverband kan als een eerste belangrijke
stap in de goede richting worden beschouwd.
Uiteindelijk zal dus het kapitaalverkeer met alle
landen weder vrij moeten worden. Eerst dan zal
van een volledig herstel van de vrijheid in het
internationale betalingsverkeer kunnen worden
gesproken. Waaraan onmiddellijk moet worden