KRONIEK
J
uit eigen Kring
Eén van de belangrijkste taken van het bestuur
van een boerenleenbank bestaat uit het vast
stellen van de te berekenen en te vergoeden
rente voor de komende periode.
Wij zijn ervan overtuigd, dat de bestuursleden
en leden van de raad van toezicht deze taak
steeds met de grootste zorg verrichten. Deze
taak kan echter slechts dan goed worden ver
richt, indien de vaststelling van de te volgen
rentepol itiek steunt op een vooraf opgemaakte
begroting. Immers op deze wijze kan een juist
oordeel worden gevormd omtrent de resulta
ten, die de bank bij de voorgestelde rente-
politiek zal kunnen bereiken.
Dat een zeer groot aantal banken hiervan mèt
ons overtuigd is, blijkt uit het feit, dat vele
banken reeds aan het begin van ieder boekjaar
de door hen opgemaakte begroting aan de Cen
trale Bank ter beoordeling opzenden. De af
deling Begrotingen, onderdeel van de afdeling
Inspectie, controleert deze begrotingen en
tracht, indien de gewenste winstnorm niet
wordt bereikt, de oorzaken hiervan op te spo
ren.
De bevindingen inzake dit onderzoek worden
dan ter kennis van het bestuur van de des
betreffende bank gebracht. Doordat vele be
grotingen tegelijkertijd worden ingezonden,
kan de beoordeling soms enige tijd in beslag
nemen, doch steeds wordt getracht zo spoedig
mogelijk de besturen te berichten.
Jaarlijks worden ook bij een groot aantal ban
ken de begrotingen opgevraagd. Voor opvra
ging van de begroting komen in de eerste plaats
die banken in aanmerking, waarbij
1°. sedert het vorige jaar rentewijziging heeft
plaats gevonden,
2°. de vastgestelde rentevoet in meer of min
dere mate afwijkt van de bij de boeren
leenbanken gebruikelijke rente en/of
3°. de rentabiliteit in de afgelopen jaren steeds
onvoldoende is geweest.
In 1954 werden tot op heden van 250 banken
begrotingen opgevraagd, terwijl 200 begro
tingen onopgevraagd ter beoordeling werden
toegezonden. Van de eerstgenoemde groep ver
zuimden ongeveer 50 banken, ondanks een
later gezonden herinnering, nog steeds de ge
vraagde begroting in te dienen.
Wij moeten daaruit de conclusie trekken, dat
bij deze banken nog geen begroting werd op
gemaakt, aangezien wij niet kunnen aannemen.
dat de door de afdeling begrotingen verleende
service niet op prijs zou worden gesteld. Mogen
wij derhalve die banken, waarbij het regel
matig opmaken van begrotingen nog niet ge
bruikelijk is, nog eens wijzen op de steun, die
het bestuur hiervan kan ondervinden bij het
beheer van de aan haar zorg toevertrouwde
bank.
Indien bij onze banken cheques op andere
bankinstellingen worden aangeboden, dan wor
den deze als regel ter incasso genomen, waarbij
of de creditering van de rekening van de cliënt,
die de cheque aanbiedt, wordt uitgesteld, tot
dat de afrekening van de Centrale Bank binnen
is óf de creditering van de cliëntenrekening
direct plaats heeft, onder gewoon voorbehoud.
Dit laatste wil zeggen, dat indien de cheque
onbetaald retour mocht komen, de rekening
van de betrokken cliënt weer kan worden ge
debiteerd. Het verdient aanbeveling om alle
cheques, die aan de Centrale Bank ter incasso
worden doorgezonden, aan de achterzijde te
voorzien van het stempel van de boerenleen
bank en de handtekening' van de kassier.
Dit laatste is van belang, indien de cheque on
verhoopt verloren mocht gaan. Het incasseren
van een dergelijke cheque zal dan voor een on
eerlijke vinder moeilijk worden.
In het uitzonderlijke geval, dat een boerenleen
bank een cheque verzilvert, d.w.z. dat de che
que direct in contanten wordt uitbetaald, is ex
tra waakzaamheid geboden. Dit geval kan zich
voordoen, indien een niet-rekeninghouder van
de bank een cheque, getrokken op een andere
bank, ter verzilvering aanbiedt.
In de eerste plaats zal in dat geval bij de bank,
waarop de cheque is getrokken (telefonisch)
moeten worden geïnformeerd of de trekker daar
fonds heeft, d.w.z. of hij een voldoende credit
saldo of credietruimte heeft om de getrokken
cheque daaruit te voldoen. Echter, behoeft ook
in het geval, dat er voldoende fonds is bij in
formatiedit nog niet zo te zijn op het moment,
dat de cheque wordt aangeboden.
liet merendeel van de banken eist bij afgifte
van een cheque, dat daarvan een advies wordt
ingezonden, in welk geval een bedrag, dat vol
doende is voor de betaling van de cheque, wordt
geblokkeerd. Zij zijn daartoe echter niet ver
plicht. In de tweede plaats zal de bank, die een
verzilverde cheque ter behandeling aan de
Centrale Bank zendt, van de verzilvering mel-
27