drag aan schatkistbiljetten met 143 millioen is toegenomen, waar tegenover het bedrag van de promessen met 91 millioen is gedaald. Intussen heeft het goudbezit van De Neder- landsche Bank per 30 Juni een verdere ver sterking ondergaan in het kader van de spe ciale afrekening, welke ter gelegenheid van de (waarschijnlijk laatste) verlenging van de Euro pese Betalings-Unie heeft plaats gevonden. Te genover het goud tot een bedrag van ruim 49 millioen, dat ons land uit dien hoofde heeft ontvangen, zijn de deviezenvorderingen even veel verminderd. Intussen is het totale bezit aan goud en algemeen inwisselbare deviezen verder gestegen van 4388 millioen per einde Maart tot 4640 millioen per einde Juni en het percentage aan goud en harde deviezen be draagt thans ruim 80 van het totale devie- zenbezit. Waarbij dan nog in aanmerking moet worden genomen, dat in het eerste kwartaal van dit jaar vervroegd, dus vrijwillig, 13'/a millioen op de schuld aan Engeland werd af gelost. De 33/4 %-lening België is op een koers van 102'/s in de notering gekomen en daarna nog gestegen tot 102 15/lfi dus noteerde bij na 3 boven de emissieprijs. Het rendement laat zich op basis van deze koers berekenen op ca. 3 Va en wijkt daarmede nauwelijks af van dat van de 3 3/r %-Nederlandse Staats lening 1953, die ongeveer eenzelfde gemid delde looptijd heeft. Met betrekking tot de kwaliteit komt er dus geen verschil van waar dering in de koersvorming tot uitdrukking, het geen zijn verklaring met name vindt in het feit, dat wij hier met een in guldens luidende Belgische Staatslening hebben te doen, welke derhalve geen enkel valutarisico (bv. in het geval ener devaluatie van de franc) met zich brengt. Het rendement op de Belgische kapi- taalmarkt, dus van in Belgische francs lui dende leningen, is echter wel degelijk hoger dan dat van gelijksoortige Nederlandse lenin gen. Dat was trouwens ook vóór de oorlog het geval. Voor langlopende Staatsleningen be draagt het rendement in België thans ongeveer l meer dan hier te lande, voor kort lopende Staatsleningen is het zelfs 1 V2 hoger dan bij ons (nl. 4V2 tegen 3 Terwijl het rende ment van gemeenteleningen in Nederland thans nauwelijks afwijkt van dat op leningen der centrale overheid, is het gemeentecrediet in België wel degelijk duurder. Per einde Juni jl. is het gemiddelde op 4,94 °/o berekend tegen bij ons ca. 3,30 De overeenkomstige percen tages voor leningen van particuliere onder nemingen zijn resp. 5,27 en 3,40 De grootste belangstelling voor obligaties komt in de laatste jaren, zoals men weet. van de zijde der institutionele beleggers, voornamelijk van de levensverzekeringmijen. Deze zullen echter vermoedelijk slechts tot belegging in Belgische obligaties overgaan, voor zover zij verplichtingen in Belgische francs hebben aan gegaan, of voor een deel van hun extra reser ves, niet van hun premie-reserves, waaruit de uitkeringen aan de verzekerden moeten worden gedragen. De vraag van deze zijde zal dus waarschijnlijk niet zeer omvangrijk worden. Wel wordt het mogelijk geacht, dat Neder landse particuliere beleggers tot aankoop van Belgische obligaties zullen overgaan. Die aan kopen zullen echter toch niet op zulk een schaal geschieden, dat daardoor het rendementsver- schil tussen België en Nederland spoedig zou verdwijnen. Slechts zeer geleidelijk zal de Bel gische kapitaalmarkt verlichting kunnen onder vinden van guldensleningen, die hier te lande worden uitgegeven. 26 Febr. 102 97 SA 99 'Vie 95V4 94- 77 ia nv 1 9/ 1 29 Mrt. 102 V16 101 7, 100 V2 9 7*7,6 97 99 V,e 93 7» 93 Vi« 76'3 7 96 7r 29 April io3 7» 102 7z 102 Vs 98 Vb 98 y4 99"/16 97 7» 99 Vs 95 7s 93 7,.: 76'y,„ 98 Vs 31 Mei I°3iy is !°3 7z 103 99 7* 98 97 7» 95 Vs 77 7= 30 Juni 99 5, s 992Vs2 IOO"/ie 98uA« 98 7,6 95 V* 99 7s 30 Juli 07 v4 93 7» 78" 7, 97 26 Febr. 102 97 V4 98 7,6 99*7,6 97 99 7,6 9574 94 77 Datum 334 Nederland 1953 3p2 Nederland 1951 3y2 Nederland 1955 3j4 Nederland 1950 33y2 Nederland 1947 3 Nederland 1962/64 3 Grootboek 1946 3 Investeringscert. 3 Nederland 1937 3 $-lening 1947 2>4 N.W.S. 3 Indië 1937 A 101 'V16 IOO15/is 98 '/ie 99*7,6 97 96 Vlfl q829 /S2 9919/32 IOI I OOV3" 99"/16 102 102 1 4 IOI 9 TOO Vs- 7816 ,6 103 's 102 3 j 102 9 99 r' 7 99 Vs 100 y4 98 3 TOO 7-t 101 7,e 10017,6 nv 1 9/ 4 40

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 16