de reserves tot nu toe echter geen beroep ge daan. Spreker geett de voorkeur aan een stel sel, waarbij naast reserves ook ledenkapitaal wordt gevormd. Dit wordt door hem uitvoerig toegelicht. Prof. Minderhoud beantwoordt de heer Otten, wijst op enkele bezwaren en zegt bestudering toe. De rekening en verantwoording over 1953 wordt vervolgens goedgekeurd en het voorstel ten opzichte van de gemaakte winst wordt aanvaard. Na schorsing van de algemene vergadering van de Centrale Bank wordt de algemene verga dering van het Onderling Waarborgfonds ge opend. De notulen van de vorige vergadering van 4 Juni 1953 worden vastgesteld en goedgekeurd. De rekening en verantwoording over 1953 wordt eveneens goedgekeurd. De algemene ver gadering van het Onderling Waarborgfonds wordt hierop gesloten en de vergadering van de Centrale Bank wordt weer heropend. Het voorstel tot intrekking van de bepaling onder C van de dispensatieregeling en alles wat met deze bepaling annex is, wordt goed gekeurd. Deze bepaling had in het bijzonder tot doel de uitzettingen op lange termijn aan instellingen en lichamen buiten de agrarische sector af te remmen. Aangezien sinds het aan brengen van deze bepaling in 1952 een kente ring ten goede is ingetreden, daar de spaargel den en creditsaldi in lopende rekening regel matig zijn gestegen, terwijl de credit- en voor schotverlening bij de toeneming van de toever trouwde gelden achterbleven, wordt aan deze bepaling thans geen behoefte meer gevoeld. Daar dit de laatste vergadering is, die de heer C. S. van Beuningen als lid van de raad van toezicht van de Centrale Bank zal meemaken, richt de voorzitter enige woorden van warme dank tot de heer van Beuningen, die gedu rende 37 jaar deze functie heeft vervuld. Ook prof. Minderhoud memoreert als voorzitter van het bestuur de vele diensten, die de heer van Beuningen als plv. bestuurslid aan de or ganisatie heeft bewezen. Het is geen sinecure geweest. Vooral in de tijd, dat het bestuur nog uit drie leden bestond, moest er vaak een be roep op de heer van Beuningen worden gedaan bij ziekte of vacantie van een der bestuursleden. Dit be roep werd nimmer tevergeefs gedaan. Met zijn nuchter zakenverstand heeft de heer van Beuningen de Centrale Bank buitengewoon veel diensten bewezen. Gedurende 37 jaar lid te zijn geweest van de raad van toezicht van de Centrale Bank is een dermate groot unicum, dat het bestuur heelt gemeend bij deze gele genheid haar bijzondere waardering te moeten doen blijken, waaraan prof Minderhoud uiting geeft door de overhandiging aan de heer van Beuningen van de gouden medaille der orga nisatie. De vergadering begroet deze geste met een warm applaus. Ir. v. d. Plassche, vervolgens het woord ver krijgende, geeft de verzekering, dat ten depar- temente het werk, dat door de Centrale Bank ten dienste van de landbouw wordt verricht, niet alleen met belangstelling, doch ook met waardering wordt gevolgd. De Directie van de Landbouw heeft vooral tot taak het landbouw onderwijs, de voorlichting en het wetenschap pelijk onderzoek te bevorderen. Deze werk zaamheden zijn er op gericht de boeren zo goed mogelijk voor hun taak berekend te doen zijn. Deze stimulering van de productiviteit van de boer komt ook in de sfeer van de Centrale Bank: Dit alles moet ook gefinancierd worden. Zowel van de zijde van de overheid als van de zijde van het bedrijfsleven, in casu de Centrale Bank. zijn hiervoor grote bedragen beschik baar gekomen. Hier bestaat een nauw verband tussen het werk ten departemente en de taak van de boerenleenbanken voor de boeren. Deze samenwerking komt eveneens tot uiting bij de werking van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw, dat bij credietverlening door boe renleenbanken aanvullende dekking kan geven tegen bepaalde risico's. De raad van toezicht bij een instelling als de Centrale Bank is een voornaam en noodzakelijk orgaan. Spreker uit mede namens het departement zijn grote waar dering voor de 37-jarige werkzaamheden van de heer van Beuningen in dit college, waar hij zoveel vruchtdragende arbeid heeft ver richt. Het is spreker een voorrecht te kunnen mededelen, dat het H.M. de Koningin heeft behaagd de heer van Beuningen te bevorderen tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. De vergadering betoont door applaus haar warme instemming met deze onderscheiding. In zijn dankwoord haalt de heer van Beuningen de herinnering op aan vroegere tijden: Hoe hij in 1908 voor de taak werd gesteld van onont gonnen heidevelden in Oostelijk Utrecht iets te maken. Daar was een streek tot ontwikkeling te brengen, daar was iets te organiseren onder de boeren. Hij hield lezingen, o.a. te Wouden berg, om hen te stimuleren tot oprichting van een boerenleenbank-handelsvereniging aldaar. Algemene Vergadering van het Onderling Waarborgfonds Voortzetting van de algemene vergadering van de Centrale Bank 297

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 9