Spaarbanken en gezinsbegroting F de door deze verrichte arbeid) als de winst (uit gekeerd of gereserveerd). Het inkomen van de productiefactor kapitaal bestaat uit interest, grondrente, enz. In het jaarverslag van de Nederlandsche Bank wordt de economische ontwikkeling van ons land op grond van de voorlopige gegevens, die met betrekking tot het nationale inkomen van 1952 en 1953 beschikbaar waren, nagegaan. Voor het nationaal inkomen tegen factorkosten, dat in 1938 nog slechts 4.9 milliard bedroeg (toen hadden wij nog een gulden, die zeker drie maal zoveel koopkracht had als de tegenwoor dige), wordt voor 1953 in dat verslag vermeld 18,84 milliard tegen 17,59 milliard voor 1952 en 15,62 milliard voor 1950. Tegen marktprijzen, dus met inbegrip van de prijs verhogende belastingen minus subsidies, be droeg het nationaal product in 1953 21,46 milliard tegen 20,18 milliard in 1952. 17,74 milliard in 1950 en 5,39 milliard in 1938. Het totale verbruik wordt (in dezelfde volg orde) berekend op resp. 17,99, 17,02, 15,43 en 5,10 milliard. De nationale bespa ringen beliepen in 1953 f 3,47 milliard, in 1952 3,16 milliard, in 1950 2,31 milliard en in 1938 0,29 milliard. De netto investeringen in de bedrijven (totale investeringen minus af schrijvingen) worden becijferd op resp. 2,15, 1,32, 3,44 en 0,09 milliard. In 1953 zowel als in 1952 overtroffen dus de nationale be sparingen de totale netto-investeringen in de bedrijven met resp. 1,32 en 1,84 milliard. welke bedragen overeenstemmen met de over schotten op de betalingsbalans van de betrok ken jaren. Zoals wij hebben gezien, wordt voor 1953 tegen marktprijzen een toeneming van het nationale product van 1280 millioen 6 becijferd. Het particuliere verbruik absorbeerde hiervan 490 millioen. De overheidsuitgaven voor lonen en salarissen en materiële behoeften stegen in totaal met nagenoeg eenzelfde be drag, onder meer door het herstel van de wa- tersnoodschade. Al met al tekent zich in een en ander duidelijk de opgaande lijn van de conjunctuurbeweging af. Het nut van het be grip nationaal inkomen en deszelfs samenstel lende delen zal thans naar wij hopen wel vol doende duidelijk zijn geworden. Bij de verschillende spaarinstellingen in ons land bestaat reeds enige tijd een toenemende belangstelling voor de wijze, waarop het ge zinsinkomen wordt besteed, zulks mede in ver band met de noodzakelijke besparingen, die uit dit inkomen dienen voort te komen. Om naar een juiste inkomstenbesteding te stre ven werd voorlichting op dit gebied noodzake lijk geacht en het is niet te verbazen, dat bij de Nederlandse Spaarbankbond de eerste initia tieven werden genomen om te komen tot een voorlichtend orgaan ten aanzien van de be steding van het gezinsinkomen. Dit orgaan is thans tot stand gekomen onder de naam van het Gezins-Begrotings-Instituut (G.B.I.). Daar ook bij de overige spaarinstellingen een zekere behoefte tot voorlichting ontstond, heeft men na uitvoerig overleg een vorm van samen werking bereikt, waaromtrent thans de vol gende mededelingen worden verstrekt: De Coöperatieve Centrale Boerenleenbank, de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank, de Nederlandse Spaarbankbond en de Rijkspost spaarbank hebben gezamenlijk een stichting in het leven geroepen, met het doel de voorlich ting op het gebied van de doelmatige inkom stenbesteding op bredere basis te brengen. Enige jaren geleden werd ten behoeve van deze voorlichting het G.B.I. opgericht door de spaarbanken, leden van de Nederlandse Spaar bankbond. Het instituut zal thans onder auspi ciën van de vier genoemde spaarinstellingen zijn werkzaamheden in de toekomst voortzetten. De doelstelling van het G.B.I. is: Verhoging van de volks- en gezinswelvaart door bevorde ring van doelmatige besteding der gezinsinko mens. Het tracht dit doel o.a. te bereiken door het geven van deskundige voorlichting, zowel direct als indirect, omtrent doelmatige inkom stenbesteding en door bestudering en onderzoek van al hetgeen hiermede verband houdt. Het streeft daarbij naar samenwerking met vereni gingen, instellingen en personen, die in ver wante geest werkzaam zijn of belangstelling hebben. Deze samenwerking strekt zich o.a. reeds uit tot de Commissie voor Huishoudelijke Voorlich ting ten Plattelande, het Voorlichtingsbureau van de Voedingsraad en de Nederlandse Huis- Landelijke samenwerking op neutraal terrein 301

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 13