Door cle financiële cloolhol grote belang, dat het internationale handelsver keer voor onze welvaart betekent en van de vraagstukken, die er mede verbonden zijn. Een paar aantekeningen uit deze radiorede, die aan sluit hij het eerste deel van dit opstel, mogen hier volgen. Vrijheid voor ons handelsverkeer is bittere noodzaak voor de toekomstige welvaart van ons land. Het gaat ons bedrijfsleven momenteel goed, maar wij moeten vooruitzien. Binnen weinige jaren komen honderdduizenden jonge arbeidskrachten op de leeftijd, dat zij werk gaan zoeken. Waar is dit werk te vinden? De landbouwgrond is beperkt en volop bezet er emigreren reeds duizenden boerengezinnen handel en verkeer hebben slechts beperkte uit breidingsmogelijkheden. De redding moet ko men van de industrie. Voorwaarden daarvoor zijn, dat het kostenpeil gunstig moet zijn en de mogelijkheid moet bestaan die toenemende pro ductie van de hand te doen. Een groot deel moet worden geëxporteerd. Bevordering van de export is een levenskwestie voor ons volk. Er zijn maar weinig landen, die onze producten onbeperkt toelaten hoge invoerrechten of con- tingenteringen beperken dat. Enige jaren ge leden zijn de Europese landen, onder de invloed van de Marshall-hulp, tot de afspraak gekomen, dat zij de deviezencontingenteringen zouden af schaffen, zodra hun deviezenpositie dat zou toelaten. Andere landen, zoals Frankrijk en Engeland, blijven hun importen beperken. Dit leidt voor deze landen niet tot een vermindering van hun schuldpositie tegenover de rest van de landen, aangesloten hij de Europese Betalings- Unie, hun prijspeil blijft, als gevolg van een te zwakke monetaire politiek, te hoog: voor de landen zoals Nederland, die aan goederen en diensten in totaal meer uit- dan invoeren, ont staat zodoende het probleem hoe zij hun mil- lioenenvorderingen ooit terug zullen krijgen. Dit is dus het probleem van de Europese Be- talings-Unie. Alles draait om gezonde financiën in de diverse landen. Zo lang dit monetaire probleem niet is opgelost, zal ook de economische en politieke éénwording van Europa op zich laten wachten. Wij hebben gezien dat eerst nadat Nederland orde op zijn monetaire zaken had gesteld, België in ernst bereid was om met ons in zee te gaan. Frankrijk is het grote struikelblok op de weg naar de éénwording van Europa; Duitsland daarentegen wint dagelijks aan kracht en dringt naar expansie; ook Italië zou in een Verenigd Europa een hetere kans hebben. Het is daarom te betreuren dat de plannen van Straatsburg inzake een politieke en economische Europese integratie door de Franse aarzeling tot dusver nog niet uitvoerbaar zijn geweest. Immers die grote Europese markt zou juist voor onze industrie-uitbreiding de gewenste vergroting van afzetmogelijkheden kunnen opleveren. Dan is er de kwestie van het dollartekort van Europa. De Nederlandse dollarpositie is in de laatste jaren sterk verbeterd, maar dit was goeddeels het gevolg van toevallige factoren, die niet zullen voortduren. Wij zouden graag zien dat Amerika door verlaging van invoer rechten Europa en ons land in het bijzonder in staat zouden stellen de dollars te verdienen, die het nodig heeft om Amerikaanse producten te kopen. De internationale concurrentie wordt scherper. Op zichzelf is dit geen bezwaar. Er zijn echter landen die trachten met kunstmatige middelen een groter deel van de markt te veroveren. Tegen die praktijken zal Nederland zich te weer moeten stellen. Ons bedrijfsleven acht dit een verderfelijk systeem. Op dit terrein is inter nationaal overleg gaande. Het is zeer de vraag of het tot resultaat zal leiden. Tal van handelspolitieke problemen vragen om een oplossing. Nederland staat daar binnenkort niet meer alleen voor; besloten is immers, dat de Benelux-landen in de nabije toekomst een gemeenschappelijke handels- en monetaire poli tiek zullen voeren. Geleideliik komt de Benelux- Unie aldus tot werkelijkheidveel overleg tussen regering en bedrijfsleven zal daarvoor nog nodig zijn, maar wij mogen vertrouwen, dat spoedig belangrijke vorderingen zullen volgen. Tezamen hebben de Benelux-landen een econo mische betekenis, die internationaal gewicht in de schaal kan leggen, waardoor gezamenlijk optreden tot heil van alle drie partnerlanden zal strekken. Het jaarverslag van de Nederlandsche bank Het jaarverslag van de Nederlandsche Bank wordt elk jaar door degenen, die zich in de financiële, monetaire en economische problemen van ons land moeten verdiepen, met een zekere spanning tegemoet gezien. Het is echter aller minst treinlectuur, die het verslag bevat. In tegendeel vereist het steeds weer grondige stu- 269

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 5