haar credietcapaciteit kon daardoor als gezegd
nauwelijks worden beïnvloed.
Wij hebben gezien, dat een gedeelte van de bank-
liquiditeiten aan banden is gelegd; ten eerste
door de verplichting voor de banken een bepaald
percentage van de toevertrouwde middelen als
kasreserve bij de Nederlandsche Bank aan te
houden, ten tweede door de semi-consolidatie, de
omzetting van kortlopend schatkistpapier in
schatkistcertificaten met een gemiddelde loop
tijd van 10 jaar, tot een totaal bedrag van
1200 millioen. In het geheel werd hierdoor
rond i soo millioen aan middelen van de banken
gebonden, welk bedrag bij een bestendiging van
de huidige ontwikkeling ten aanzien van de cle-
viezenaanwas waarschijnlijk nog geleidelijk zal
stijgen, naarmate ook de verplichte kasreserves
bij de circulatiebank zullen moeten worden ver
hoogd.
Die afroming van liquiditeiten zal tot gevolg
hebben, dat het discontowapen door de circu
latiebank met meer effect zal kunnen worden
gehanteerd, vooral, nu het in de bedoeling ligt
daarnaast een actieve open-marktpolitiek te
voeren. Hiermede worden transacties van de
Nederlandsche Bank op de geld- en kapitaal
markt bedoeld, welke rechtstreeks verruimend
of beperkend op de geldomloop werken. Dat kan
in beginsel geschieden door het kopen of ver
kopen van bankaccepten en schatkistpapier. Bij
aankopen op de open markt zullen de daarbij
aangewende bedragen, voorzover de particuliere
banken zelf als wederpartij optreden, recht
streeks de kasmiddelen van het bankwezen ver
ruimen en voorzover die waardepapieren af
komstig zijn van particulieren resp. particuliere
ondernemingen, indirect tot een verruiming van
het geldreservoir van de banken leiden, daar die
particulieren als regel de opbrengst weer bij hun
bank zullen storten.
Wanneer de circulatiebank een open-marktpoli
tiek voert, betekent dat dus, dat zij het initiatief
neemt ten aanzien van de verhoudingen op de
geldmarkt en niet eenvoudig de zaken op haar
beloop laat. Weliswaar gaat bij een verhoging
of verlaging van het disconto het initiatief even
eens van de leiding der circulatiebank uit, maar
het besluit tot zulk een wijziging is veelal niet
de oorzaak, maar het gevolg van de verhou
dingen op de geld- en kapitaalmarkt. Is het bij
een verandering van het disconto de bedoeling
die verhoudingen op geld- en kapitaalmarkt te
beïnvloeden, dan zal vaak blijken, dat men daar
in niet kan slagen zonder het voeren van een
open-marktpolitiek. In tijden van economische
depressie zal uitsluitend een discontoverlaging,
gevolgd door een algemene renteverlaging van
de banken, niet veel baten, omdat de drang tot
het opnemen van nieuwe credieten dan zo gering
is, dat een renteverlaging daarop niet veel in
vloed zal kunnen uitoefenen. Onder zulke om
standigheden zal een doeltreffende open-markt
politiek dus als aanvulling van het disconto-
wapen niet kunnen worden gemist.
Onder de tegenwoordige omstandigheden zal de
open-marktpolitiek vrijwel uitsluitend de vorm
aannemen van aan- of verkopen van schatkist
papier door de Nederlandsche Bank. Zulk een
open-marktpolitiek biedt in elk geval aan de cir
culatiebank de mogelijkheid, de omvang van de
geldomloop sneller en meer afdoende te beïn
vloeden dan indien zij alleen het discontowapen
zou hanteren. De Nederlandsche Bank behoeft
immers niet meer af te wachten óf haar rente-
wijziging de geldhoeveelheid in de door haar
noodzakelijk geachte richting beïnvloedt, doch
bewerkstelligt zelf door haar operatie, dat de
geldhoeveelheid de gewenste omvang aanneemt.
(Eerst bij de herziening van het Nederlandsche
Bank-octrooi in 1937 is aan de Nederlandsche
Bank de bevoegdheid tot het voeren van een
open-marktpolitiek verleend, uitsluitend met be
trekking tot bankaccepten en schatkistpapier).
Men moet de open-marktpolitiek intussen niet
alleen als een monetair-technische aanvulling op
de discontopolitiek zien. Daar de open-markt
politiek de geldhoeveelheid rechtstreeks kan be
ïnvloeden, wordt zij meer en meer als een van
de doelmatigste middelen van conjunctuurpoli-
tiek beschouwd, d.w.z. dat men de conjunctuur
van de zijde van het geld uit tracht te beïnvloe
den. Dat de conjunctuurontwikkeling in een
klein land als Nederland en zelfs in een groter
gebied als dat van de Benelux, dat in sterkere
mate op invoer uit en handel met Amerika is
aangewezen, echter niet volledig met nationale
middelen kan worden beheerst, zal echter stellig
geen nadere toelichting behoeven. Doch wel kun
nen zulke middelen de ongunstige invloed van
een internationale conjunctuuromslag temperen.
Overigens heeft de president van de Nederland
sche Bank er geen twijfel over laten bestaan, dat
het gehele arsenaal van monetaire middelen zal
worden gehanteerd op zulk een wijze, dat hier
door de weg wordt gebaand voor een herstel
van de vrije internationale inwisselbaarheid van
de gelden, in zoverre, dat de daaraan verbonden
risico's bij voorbaat zoveel mogelijk worden on
dervangen.
244