loosheid optreden. Anderzijds zouden de lagere invoerprijzen ook een daling van de kosten van levensonderhoud kunnen veroorzaken, waardoor het volume van het verbruik vrijwel ongewijzigd zou kunnen blijven. De investeringen zouden eerst later de invloed ondervinden van de ach teruitgang van de afzetmogelijkheden. Wanneer de regering geen tegenmaatregelen zou nemen zou de werkloosheid gepaard gaan met een gro ter overschot op de betalingsbalans, althans in 1954, tengevolge van de verbetering van de ruil voet. Men ziet, het is alles nog niet zo eenvoudig. De conclusie echter, dat ons in 1954 geen al te ern stige dingen zullen overkomen, is welkom. De 2'unstip'e verwachtingen, aldus het Centraal Planbureau, sluiten aan bij de economische ont wikkeling in de na-oorlogse periode, die voor Nederland over het geheel bevredigend kan wor den genoemd. Exportvooruitzichten De hierboven besproken verwachtingen betref fen onze economie als geheel. Zij zijn vooral ge baseerd op verdere gunstige ontwikkeling van onze export. Een verdere expansie van de Ne derlandse uitvoer wordt zeer goed mogelijk geacht, zulks als gevolg van de vergroting van de aanbodmogelijkheden. Als voorbeeld kan worden genomei de uitbreiding van de aard olieraffinaderijen van 8/2 tot 12 millioen ton jaarcapaciteit. Deze uitbreiding zal tot een krachtige exportvergroting leiden, ofschoon niet wordt verwacht, dat de gehele capaciteit zal worden benut en ook al zal het verbruik in Ne derland toenemen. De uitvoer van aardoliepro ducten zal volgens de verwachtingen in L954 zelfs meer dan 10 van de gehele uitvoer uit maken deze uitvoer brengt echter een zeer grote invoer van ruwe olie met zich mee. Voorts zijn er goede vooruitzichten voor de uitvoer van die metaalproducten, waarvan de fabricage onlangs op gang is gekomen. Wat valt er nu te zeggen van de vooruitzichten voor de agrarische export? De publicatie van het Centraal Planbureau gaat niet zo ver. dat het beschouwingen geeft over de afzonderlijke BRANDKAST takken van bedrijf. Wel geeft het indexcijfers over de te verwachten uitvoer van de grote groe pen van bedrijven, naar hoeveelheden gemeten. De cijfers vinden we in de volgende tabel: Metaalnijverheid Aardolieraffinaderijen Textielnijverheid Overige industrie I ^andbouw Yoedings- en genotmiddelen industrie Totaal De betekenis van indexcijfers betreffende de toekomstige agrarische uitvoer is minder groot dan die van de cijfers voor de industriële uit- oer. Wij kennen immers geenszins de omvang van de productie van het komende oogstjaar, dat het grootste deel van de export zal moeten leveren. De verwachting, dat het binnenlandse verbruik zal toenemen, zal ook gevolgen kunnen hebben voor de binnenlandse afzet van agrari sche producten. Indien bij een grotere binnen landse afzet de uitvoer constant blijft, zal er in 1954 dus een kans bestaan, dat een eventueel grotere productie kopers zal vinden. Daar moe ten we het voorlopig mee doen. Over de prijzen valt alleen te zeggen, dat we er niet erg opti mistisch over kunnen zijn. Verder is ons agra risch exportpakket nog al gevarieerd en kan 1954 voor de verschillende artikelen een zeer uiteenlopend beeld geven. Het is natuurlijk interessant en ook belangrijk een paar grote lijnen te trekken om de ontwik keling van onze economie en speciaal de export aan te geven. Wij moeten die grote lijnen wel in het oog houden, maar vervolgens snel terug keren tot de dingen van het dagelijkse leven, want de manier, waarop wij die dingen hanteren, zal tenslotte bepalen ot er iets terechtkomt van gunstige verwachtingen. Die verwachtingen zijn immers gefundeerd op de onafgebroken in spanning en de vakbekwaamheid van allen, die hij het productieproces betrokken zijn, op de activiteit van handelaren en afzetcoöperaties, op de bekwaamheid van onderhandelaars en diplo matieke vertegenwoordigers, op het beleid van onze regering, kortom op de inspanning van velen, geleid door de visie van enkelen. O O 0 I)o Coöp. Boerenleenbank te Kantens vraagt een ge bruikte welke voldoet aan de bepalingen van het Onderling Waarborgfonds. Eventuele aanbiedingen te richten tot de Centrale Bank. Volume-indexcijfers van de uitvoer in 1953 en 1954 (1952 100) Bedrijfstak 1953 1954 (herzien plan) 127 143 123 140 IO 118 107 1 °5 108 108 i 12 1 12 1 f4 r 21 En nu de praktijk 241

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 5