de machtiging en bijstand nodig heeft van de man. Wanneer de man weigert de nodig machti ging en bijstand te verlenen, dan kan de vrouw zich tot de arrondissementsrechtbank harer woonplaats wenden met het verzoek, om tot die handeling gemachtigd te worden. Cheques Vraag: Het komt in de bankpraktijk veelvuldig voor, dat overschrijvingen van banken binnen komen ten gunste van nict-rckcninghoudcrs. Bestaat er in dergelijke gevallen juridisch bezwaar tegen, dat de boerenleenbank een cheque op haarzelf trekt aan de order van de begunstigde (niet-rekeninghouder) Wij zien veelvuldig cheques, door commerciële banken op henzelf getrokken aan de order van derden. AntwoordEen cheque bevat volgens art. 178 van het W.v.K. de onvoorwaardelijke op dracht tot betaling van een bepaalde som geld, gericht tot de in de cheque aangewezen per soon (betrokkene), die blijkens het bepaalde in art. 180 W.v.K. bankier moet zijn. Uit het bovenstaande volgt zonder meer, dat degene, die de cheque uitgeeft, de trekker, niet zich zelf als betrokkene kan aanwijzen, niet aan zichzelf opdracht kan geven aan een al dan niet met name genoemde derde een zekere som uit te betalen. Wat de commerciële banken betreft ligt de zaak in zoverre iets anders, dat wat het chequeverkeer betreft, men ieder bijkantoor als een afzonderlijke bankier beschouwt. Hoe wel juridisch niet geheel juist, komt toch in de praktijk voor, dat een bijkantoor ten be hoeve van derden cheques trekt op een ander bijkantoor. Voorzover bekend, komt dit nog maar spora disch voor. Bestemming; spaartegoed J'raag: Er vervoegde zich bij ons een spaarder die x gulden op zijn naam heeft staan bij onze spaarbank, waarvoor hij aantekening wenst, dat na zijn overlijden zijn vrouw daarover beschikken kan. Hij en zijn vrouw zijn voor de 2e maal ge huwd en onder huwelijkse voorwaarden. In zijn testament wordt dit tegoed niet ge noemd en om hiervoor een nieuw testament te maken vindt hij te kostbaar. Onze vraag is, welke oplossing hiervoor ge vonden kan worden. Misschien met een onder handse akte? Antwoord: Indien het spaartegoed staat ten name van de man, dan is het stellen van een aantekening in het spaarboekje, dat na over lijden van de man (spaarder) over het tegoed uitsluitend beschikt kan worden door de vrouw, een verboden beschikking na dode, die dus ongeldig is. Wordt deze beschikking beschouwd als een volmacht, dan is deze volmacht tengevolge van het overlijden van de man vervallen en kan daarop niet uitbetaald worden. Wil de echtgenoot, dat het tegoed aan de tweede vrouw komt, dan zal er niet veel an ders opzitten, dan dat hij een nieuw testament maakt en het spaartegoed aan de vrouw legateert. Verpachting van verhypothekeerde landerijen Vraag: Mevr. de Wed. X te IJ heeft bij onze bank een voorschot onder hypothecair ver band van een woning, landbouwschuur en landerijen met arbeiderswoning. Volgens hypotheekovereenkomst mag ze het verbondene niet verpachten zonder goedkeu ring van de bank. Nu heeft ze toestemming tot verpachting aangevraagd, terwijl er ook een koopbod schijnt te zijn gedaan. Zijn voor onze bank aan een eventuele ver pachting bezwaren verbonden Antwoord: Wij begrijpen hieruit, dat het te Uwen behoeve met hypotheek bezwaard on derpand tot nu toe niet is verpacht en dat de eigenaresse, naar verluidt, een bod heeft ge had van x gulden. Het is een algemeen bekend feit, dat verpach ting de koopprijs in de praktijk aanzienlijk pleegt te drukken. De waarde van de zekerheid daalt dus bij ver pachting. Hoewel dus thans de vordering nog goed gedekt is, is het de vraag in hoeverre zulks na verpachting nog het geval zal zijn. Wij kunnen dit van veraf zonder meer niet beoordelen. Het pachtbesluit art. 5 bepaalt, dat de hypo theekhouder (Uw bank) geen beroep kan doen op het beding van art. 1270 B.W, (dat is het beding, dat de eigenaar slechts met toestemming van de hypotheekhouder mag verpachten), indien de Pachtkamer van het kantongerecht heeft verklaard, dat door de verpachting de waarborg van de schuldeiser niet wordt aangetast. 252

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 16