Vraag en Antwoord Het spaarbusje van de R.P.S. Blijkens de courantenberichten is de R.P.S. ertoe overgegaan om voor pasgeborenen een waardebon van i,en een spaarbusje beschik baar te stellen. Nader vernemen wij hieromtrent, dat deze methode zal worden toegepast in alle grote en middelgrote gemeenten. De tegenwaarde van de bon zal op een spaarboekje voor de jonggeborene worden bijgeschreven, indien ge lijktijdig een bedrag van minstens drie gulden wordt gestort. De bon is bovendien slechts geldig, zolang het kind nog geen zes maanden oud is. Het spaarbusje heeft de vorm van een reclamezuiltje, waarop kleurige affiches zijn afgedrukt. Het busje is voorzien van een los dekseltje, dus niet afsluitbaar. Spaarzaamheid Door de aard van ons werk zijn wij gewoon om het sparen te beschouwen als het vormen van een saldo bij een spaarbank. Dat er op ettelijke andere wijzen gespaard en bespaard kan worden trof ons in een bericht, dat het maandblad van het Centraal Bureau weergaf en dat ook elders werd gepubliceerd, namelijk het feit, dat in 1953 niet minder dan 229 boerderijen door brand geheel vernield of zwaar beschadigd werden. Er brandde voor minstens 7,5 millioen gulden af. Een groot deel dier branden had met meer oplettendheid en voorzichtigheid voorko men kunnen worden. En dit betreft nog slechts het verlies door brand Handelingsonbekwaamheid van gehuwde vrouw Vraag: Als een echtpaar onder huwelijkse voor waarden gehuwd is, is dan voor iedere han deling van de vrouw, b.v. de aangifte voor het recht van successie van de nalatenschap van de vader van de vrouw, de medewerking van de man nodig? AntwoordDe onder huwelijkse voorwaarden gehuwde vrouw kan in het algemeen niet zelf standig optreden en moet worden bijgestaan en gemachtigd door de man (art. 163 B.W.). Op deze hoofdregel zijn enige uitzonderingen gemaakt, t.w. A. ten opzichte van alle handelingen of ver bintenissen door de vrouw aangegaan wegens alles, wat de gewone en dagelijkse uitgaven van de huishouding betreft, b.v. t.o.v. arbeidsovereenkomsten door haar, als werkgeefster ten behoeve van de huis houding, aangegaan in al deze gevallen wordt de vrouw ge acht de toestemming van de man te heb ben bekomen. (Voor het aangaan van huurkoopovereenkomsten geldt dit ech ter niet). B. De vrouw behoeft de machtiging en bij stand niet 1. wanneer zij in strafzaken vervolgd wordt 2. in een rechtsvordering tot echtschei ding, tot scheiding van tafel en bed of van goederen; 3. wanneer de vrouw zich tot de rechter wendt in de uitoefening a. van haar ouderlijke macht, b. van de voogdij of toeziende voogdij Uit het bovenstaande volgt derhalve, dat de vrouw voor alles, wat betrekking heeft op de verkrijging van een nalatenschap door haar, 251

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 15