Ilet bankwezen achter het ijzeren gordijn In liet kader van de grote Sowjet Encyclopedie, die in liet Duits wordt vertaald, is verschenen het artikel over het bankwezen. Dit artikel is in verscheidene hoofdstukken ver deeld. In het eerste hoofdstuk wordt een kort woord gewijd aan het bankwezen in de kapitalis tische landen. Het is begrijpelijk, dat dit bank wezen, de motor van het kapitalisme, er bij deze behandeling niet erg goed afkomt. De banken verzamelen alle geld en stellen het de kapitalis tenklasse ter beschikking. Doordat zij na een periode van concentratie enorm zijn gegroeid, hebben zij een macht over het economisch bestel gekregen, die ver uitgaat boven die van een parlement. Door middel van dochterondernemin gen hebben de grote banken in de kapitalistische landen de kolonies uitgebuit. De bankreuzen namen actief deel aan de gewapende roofover vallen op koloniale landen. Hier is de schrijver m.i. uitgegleden op de kalender. Ten tijde van de kolonisatie door „gewapende overvallen", zelfs al zouden wij de Boerenoorlog als zodanig beschouwen, was er van bankconcentratie nog geen sprake. Na daarna een korte geschiedenis te hebben ge geven van het bankwezen onder het Tzaristische regiem, gaat het artikel over tot de behandeling van het bankwezen in de U.S.S.R. Na de revo lutie was nationalisering van het bankwezen één van de eerste stappen. Tegelijkertijd werden de particuliere banken samengevoegd met de Staats bank. Deze sterke vereenvoudiging van het bankwezen werd tijdens de N.E.P. doorkruist door de oprichting van talrijke gespecialiseerde banken voor diverse industrietakken en de land bouw. Door een tweetal reorganisaties, nl. in 1927 en 1930/1931, werd het totaalbeeld weer sterk vereenvoudigd. Alle banken zijn staats instituten, ondergeschikt aan het ministerie van Financiën. Het hele bankwezen bestaat uit 3 elementende Staatsbank, de gespecialiseerde banken voor langlopende investeringen, (nl. de industriebank, de coöperatieve bank, de land- bouwbank en de bank voor het gemeentecrediet, of met de Russische namen resp. de Prombank, Torgbank, Selchosbank, Zekombank) en de spaarbanken. De spaarbanken nemen alleen par ticuliere tegoeden tot 3000 roebels. Voor grotere bedragen is de Staatsbank, die ook het gehele crediet op korte termijn regelt alsmede het nor male geldverkeer. Wat dit laatste betreft, is zij tevens de emissiebank. Doordat alleen de zeer kleine betalingen van de staatsorganen mogen geschieden in contant geld, loopt het gehele geld verkeer over de bankrekeningen bij de Staats bank. Alhoewel er ook nog een gespecialiseerde bank voor buitenlandse handel bestaat (Wnesch- torgbank), regelt in feite de Staatsbank het ge hele betalingsverkeer met het buitenland. Het is begrijpelijk dat in de staten, die na de tweede wereldoorlog onder communistisch be wind kwamen, het Russische voorbeeld werd gevolgd. Ook in deze landen werd het bank- wezen genationaliseerd en geconcentreerd in slechts enkele instituten. Kenmerkend is daarbij tevens de uitschakeling van het betalen met con tant geld en verder de vervanging van het han- delscrediet door rechtstreekse investeringscre- dieten aan de industrie. Al was het algemeen patroon hetzelfde, toch is uitvoering niet overal geheel gelijk. Zo is er in Polen wat meer verscheidenheid clan elders, ter wijl er in China zelfs nog enkele buitenlandse banken „werkzaam" zijn. Deze verschillen be rusten echter ongetwijfeld op tactische en niet op principiële gronden. Concluderende mogen wij wel opmerken, dat het bankwezen achter het IJzeren Gordijn met dat in het Westen niet veel meer gemeen heeft dan de naam en een stuk techniek. Het uitgangspunt is echter gans anders. Dit wordt ook erkend door de schrijvers van het artikel in de Sowjet Encyclopedie. In een slotartikel sommen zij alle voordelen van hun systeem op. Zo onder meer het feit, dat een Sowjet-bank nimmer in betalingsmoeilijkheden kan geraken: alles is immers „gepland". Ook al willen wij wel aannemen, dat er nimmer een dergelijke bank in betalingsmoeilijkheden zal geraken, dan vragen wij ons toch af of er geen credieten zullen vastlopen. Ook in een „plan- maatschappij" gebeuren er onjuiste investerin gen. Wij mensen kunnen nu eenmaal niet alles voorzien en wij maken ook fouten. Ook een Sowjet-bank zal dus verliezen lijden. Zijn deze groot, dan zal de Staat moeten bij springen. Bovenstaand artikel, van de hand van dr. C. F. Karsten, troffen wij aan in het blad „Bank- en Effectenbedrijf" van Februari 1954 en wij von den het artikel van voldoende belang om het onverkort in ons orgaan op te nemen. O o 249

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 13