Het perscommuniqué van de Nederlandsche Bank waardeerd dan 67% van de geschatte waarde. De rentevoet bedraagt 3 Het in 1948 in totaal aan voorschotten en credieten verstrekte bedrag bedroeg 900.000 Kr. Haar reservefonds was op 1 Januari 1949 gestegen tot een bedrag van 54.000 Kr. Ook haar fourneerden de leven - verzekeringmaatschappijen het beginkapitaaal. Reeds dit summiere overzicht van het landbouw- credietwezen in Noorwegen laat zien, dat de Noorse boer eerst op de lange duur vrij en onaf hankelijk gemaakt werd van zijn geldschietende In de circulaire, waarin van het perscommuniqué van de Nederlandsche Bank gewag werd ge maakt, is gezegd, dat wij nader op de daarin genoemde regelingen zouden terugkomen. In de Maandelijkse Momentopnamen van dit nummer werden in het bijzonder de omstandig heden beschreven, die hebben geleid tot de tot standkoming van de vrijwillige overeenkomst, gesloten tussen de Nederlandsche Bank enerzijds en de Nederlandse Bankiersvereniging en de centrales van de landbouwcredietbanken ander zijds. In het artikel ,,Door de financiële doolhof" werd de technische zijde van deze regeling onder de loupe genomen. Wij kunnen ons wat het gentlemen' s agree- ment" betreft derhalve beperken tot het bespre ken van enkele praktische consequenties voor onze organisatie. Vervolgens zullen wij een nadere beschouwing wijden aan de andere mededeling in het pers communiqué, nl. die, waar gezegd wordt, dat tussen de Nederlandsche Bank enerzijds en de centrales van de landbouwcredietbanken ander zijds overeenstemming is bereikt over een rege ling ter voorbereiding van een eventuele toepas sing van art. 10 van de wet toezicht crediet- wezen. Wat betreft het gentlemen's agreement moet in de eerste plaats worden opgemerkt, dat dit is aangegaan tussen de Centrale Bank en de Ne derlandsche Bankde boerenleenbanken zijn er dus niet direct bij betrokken, doch indirect. De lasten, die voortvloeien uit het aanhouden van de voorgeschreven renteloze kasreserve bij de Nederlandsche Bank, zullen dus door de Cen trale Bank gedragen moeten worden. Ook de 8-, 10- en 12-jarige schatkistcertifica ten konden slechts genomen worden door de Centrale Bank. De rentevoet ad resp. 2/2, 2jkt afnemer en van zijn andere particuliere geld schieters. Wel hadden de aankoopverenigingen hem veelal op crediet geleverd, maar zij konden hem toch moeilijk daarbij nog de geldmiddelen fourneren voor de betaling van al zijn lopende bedrijfsuitgaven. Door zijn economische afhan kelijkheid van zijn geldschietende afnemers was hij dikwijls genoodzaakt zijn producten beneden de kostprijs te verkopen. Het is de verdienste van zijn coöperaties geweest hem van die knel lende banden losgerukt en een redelijk bestaan mogelijk gemaakt te hebben. en 2% schijnt op het ogenblik niet onaan trekkelijk, doch aangezien mogelijk een rente stijging zou kunnen worden verwacht door het uit de geldmarkt nemen van 1200 millioen, zou een tegenvaller niet ondenkbaar zijn. Een gunstige bepaling staat er echter tegenover, nl. dat in bepaalde omstandigheden de certifi caten kunnen worden verkocht aan de Neder landsche Bank tegen een koers, die varieert (naargelang van de resterende looptijd) van 9SJ/2 tot 96 Overigens zijn de certificaten, zoals in „Door de financiële doolhof" is beschreven, slechts onder ling verhandelbaar tussen de banken, die aan het gentlemen's agreement hebben deelgenomen. Zij zijn niet verkoopbaar aan particulieren of aan andere banken, die niet hebben deelgeno men. De inhoud van het gentlemen's agreement tus sen Centrale Bank en Nederlandsche Bank komt in het kort op het volgende neer Het doel, wat ermede wordt voorgestaan, is het aanhouden van een met de ontwikkeling van de goud- en deviezenvoorraad verband houdend saldo bij de Nederlandsche Bank. De Centrale Bank verplicht zich voorzover haar „gelden van derden" meer dan ƒ10 millioen be dragen, bij de Nederlandsche Bank een saldo aan te houden van 10 van dit meerdere bedrag of zoveel minder of meer (echter niet meer dan 15 dan door de Nederlandsche Bank in ver band met de ontwikkeling van de goud- en deviezenvoorraad en de tot die ontwikkeling aanleiding gevende oorzaken wenselijk zal wor den geacht. Er wordt voorts in omschreven wat onder „gelden van derden" wordt verstaan, waarbij voor de post creditsaldi van de bij de Centrale Bank aangesloten banken een bijzon dere regeling geldt. 217

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 9