lening en daarna i °/0o van het debetsaldo per half jaar. In 1948 verstrekte de bank voor een bedrag van 12.7 millioen Kr. aan voorschotten. Er stonden toen in totaal 160 millioen Kr. uit over 4.700 posten. Het reservefonds steeg tot ruim 1.7 millioen Kr. De algemene vergadering, die jaarlijks bijeen komt, vormt de hoogste autoriteit. Elk district met ten minste 50 leden kiest in zijn jaarlijkse vergadering een hunner voor de raad van afge vaardigden, die op zijn beurt iemand kiest voor de raad van commissarissen. Naast het hoofd kantoor te Oslo hebben ook de acht plaatselijke kantoren in de meer afgelegen streken elk een raad van commissarissen. De boeren hebben dus wel enige zeggingskracht bij het beleid en be stuur van hun bank. In 1918 werd de „Bpndemes Bank"de boeren- bank, opgericht. Vertrouwd als de boeren toen nog waren met de idee van een commerciële bank, was ook zij oorspronkelijk op commerciële leest geschoeid. Zij kent drie groepen aandeel houders land- en bosbouwcoöperaties, spaarban ken en natuurlijke personen, die elk een ver tegenwoordiger hebben in het bestuur, waarin ook de directeur, die belast is met de leiding van het bedrijf, zitting heeft. Het merendeel van het geld is afkomstig van de coöperaties en de boe ren zelf. Door financiering van verschillende landbouwcoöperaties en het verstrekken van voorschotten en credieten aan de boeren blijft het geld op het platteland. Begin 1949 bedroeg het totaal van de uitstaande voorschotten en credieten 96 millioen Kr., terwijl de spaargelden en depoito's toen een totaal aanwezen van 174 millioen Kr. Als dochterorganisatie van de „Norges Kredit- forening for Land- og Skogbruk" werd in 1925 de „Centralkassen for BfDndernes Driftkredit" opgericht. Deze bank bleek vooral van betekenis te zijn voor de bosbouw. Zij stelt haar middelen beschikbaar voor de productie van brand- en timmerhout. Dit doet zij via de verkoopvereni gingen, bij wie de boseigenaren zijn aangesloten. Voorts financiert zij de aanleg van wegen in de bossen en de bouw van teerfabrieken en hun verdere ontwikkeling. Ook andere ondernemin gen op agrarisch gebied, zoals zuivelfabrieken en distilleerderijen genieten haar financiële steun. Meestal fourneert zij alleen voor een bepaald seizoen, doch er worden ook credieten verstrekt met een looptijd van vijf of tien jaar. De bank is een coöperatieve instelling met een 216 wisselend kapitaal en ledental. Elk lid betaalt een provisie tot een jZ°/00 van zijn crediet. Voor elke 50 Kr. krijgt hij een z.g. B-aandeel, dat recht geeft op één stem in de algemene vergade ring, die een raad van afgevaardigden samen stelt, belast met het kiezen van een raad van commissarissen, welke uit vier leden bestaat, waarvan één de directeur is. In 1949 waren de totalen van de door de bank verstrekte leningen gestegen tot 130 millioen Kr. Daarvan werden 119 millioen Kr. aangewend voor de financiering van de exploitatie van de bossen. De rest was bestemd voor de financie ring van de verschillende coöperatieve landbouw instellingen. In het jaar 1948 fourneerde de bank 15,4 millioen Kr. De rentevoet wordt voor elk seizoen opnieuw vastgesteld. In 1949 be droeg deze 2/2 De nodige fondsen verkrijgt ze op redelijke voorwaarden van de „Norges Bank". De ,,Driftskreditkassen for Jordbrnket" van 1936 ziet haar taak in het verstrekken van cre dieten ten behoeve van plaatselijke landbouw ondernemingen bij hun aankoop van vee en landbouwwerktuigen. Daarnaast geeft deze bank ook credieten voor de aanschaf van andere pro- ductiemidelen en voor de totstandkoming van gebouwen en projecten, die nauw verband hou den met de landbouw. Zij verleent deze credie ten tot 75 van de prijs voor de aanschaf van de productiemiddelen of de bouw van de be oogde projecten. Het „Storting" voteert de bank telken jare de nodige credietmiddelen. Overigens heeft zij de bevoegdheid credieten te verstrekken tot driemaal het bedrag van de be schikbare fondsen. In 1949 waren 826 locale banken bij haar aangesloten, zodat zij toen 19.493 leden telde. Om lid te zijn van de Cen trale Bank moet de locale bank minstens 10 leden tellen. De Norges Landhypotekforening" van 1942 is in wezen een supplement van de „Norges Kre- ditforening for Land- og Skogbruk" van 1915 met welke zij dan ook veel overeenkomst ver toont. Liet verschil tussen beide instellingen is wel dit, dat de laatste slechts credieten verleent onder eerste hypotheek, terwijl de „Norges Landhypotekforening" in het leven werd geroe pen om de boeren ook aan credieten te helpen onder tweede hypotheek of andere zakelijke zekerheid. In tegenstelling met haar oudere zusterinstelling, die praktisch korte credieten verstrekt, kunnen haar credieten een looptijd hebben van 30 jaren. De onderpandswaarde van de verbonden goederen wordt niet hoger ge-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 8