Emigratie-mededelingen
Afgevaardigden van verschillende Canadese
provincies verklaarden tijdens de jaarlijkse Ca
nadese landarbeidersconferentie, dat de behoefte
aan landarbeiders in 1954 even groot zal zijn
als in 1953. Men was van mening, dat de onder
handelingen met betrekking tot het plaatsen en
overplaatsen van arbeiders in de landbouwbe
drijven moeten worden voortgezet. Men acht
dit noodzakelijk ondanks het feit, dat door de
mechanisatie van de landbouw de behoefte aan
gehuurde arbeidskrachten vermindert.
De landbouwexperts waren het er over eens, dat
het immigratiequotum van landarbeiders in
1953 voor 1954 gehandhaafd moest blijven.
Sluit een ziekteverzekering
Een heel belangrijk punt is de ziekteverzekering.
In Nederland is iedereen, zijn althans de mees
ten aangesloten bij het Ziekenfonds, waardoor
financiële zorgen, verbonden aan ziekte, beval
ling en ziekenverpleging, zijn gedekt.
In Canada liggen deze zaken in veel opzichten
anders. De kosten van ziekenhuisverpleging zijn
soms hoog, in tegenstelling tot de uitkeringen.
Daarom is het heel verstandig zich zo spoedig
mogelijk na aankomst tegen al deze kosten te
verzekeren. Het is vrij eenvoudig, niet duur en
men ontlast zich van risico's.
Onder degenen, die aan emigratie denken, be
vindt zich een groot aantal personen, dat door
het feit, dat het voor een immigratieland geen
aanvaardbaar arbeidsverleden of beroep heeft,
niet kan emigreren.
Het zijn personen uit de meest uiteenlopende be
roepen zoals winkelbedienden, belastingambte
naren, studenten, kortom al diegenen, die een be
roep uitoefenen, waarmee zij niet terecht kun
nen in het immigratieland hunner keuze.
Al in 1952 is op initiatief van de Commissie
voor de Emigratie een proef genomen om tot
een oordeel te kunnen komen of het mogelijk
zou zijn deze categorie van mensen, die ook wil
len emigreren en die daartoe bereid en prima
geschikt zijn, tot hulparbeider in de landbouw
om te scholen. Deze proef is volkomen geslaagd
en het succes daarvan was zelfs zo groot, dat
deze scholing in 1953 op ruimer schaal is voort
gezet. I11 de Beemster werd een aantal aspi
rant-emigranten zodanig omgeschoold, dat het
door de emigratie-autoriteiten van Canada,
232
Australië en Nieuw-Zeeland in de landbouw
werd aanvaard, zij het als /»d/>arbeider, want
het is gedurende een periode van tien maanden
nu eenmaal niet mogelijk volwaardige landbou
wers te vormen.
Wèl is het mogelijk de emigrant zoveel theorie
en praktijk in de landbouw bij te brengen,
dat hij met vertrouwen de toekomst in het
nieuwe land tegemoet kan zien.
Van de zijde van de emigratie-autoriteiten, zo
wel in binnen- als buitenland, had men bewon
dering voor het feit, dat jonge mannen, die
doorgaans nog nooit met het landbouw vak in
aanraking zijn geweest, na een korte opleidings
periode behulpzaam kunnen zijn bij alle land-
bouwwerkzaamheden en, wat meer is, ook wis
ten om te gaan met zware tractoren en andere
landbouwmachines. Vooral dit laatste is belang
rijk.
De pers van allerlei richtingen was eenstemmig
van oordeel, dat de scholingscursussen „een
unicum zijn op emigratiegebied" en toonde door
het schrijven van vele reportages grote belang
stelling te hebben voor het genomen initiatief
om aspirant-emigranten te helpen hun emigratie-
plan om te zetten in een emigratiedaad.
In nagenoeg alle provincies zullen in 1954 één
of meer scholingscentra worden gevestigd. Men
kan zich aanmelden bij de emigratiekantoren van
de particuliere organisaties en bij de arbeids-
bureaux.
De leerlingen ontvangen een vergoeding, die ge
baseerd is op de C.A.O. voor de landbouw,
waardoor een redelijk loon is gewaarborgd nl.
minimaal 36,tot 38,per week voor
emigranten van 23 jaar en ouder.
Het werk in de landbouw is weliswaar voor hen,
die daar nooit werkzaam waren, zwaar en hard.
Wie echter ongeveer 10 maanden aan de eisen
van de cursus heeft voldaan, kan met een gerust
hart de grote stap wagen.
Mr. Ir. B. W. Haveman, commissaris voor de
emigratie, bezocht Zuid-Afrika en vertelt er
o.a. het volgende van.
Zelden ben ik in een land geweest, dat zo rijk
is als Zuid-Afrika. Rijk, zowel aan natuur
schoon als aan economische mogelijkheden. De
blanke bevolking geniet een zeer hoog welvaarts
peil en de grote verbindingswegen zijn voor
treffelijk. Bijna ieder heeft een auto en op een
enkele uitzondering na (Bloemfontein) bestaat
er geen woningnood.
Behoefte aan landarbeiders in Canada in 1954
Omscholing als landbouw-emigrant
Bij de Nederlandse emigranten in Zuid-Afrika