kapitaalmarkt worden door deze operatie danig beïnvloed. In de eerste plaats behoeft het Rijk nu al die tijd geen geld voor aflossing' op tafel te leggen, te minder, daar de betaling van die nieuwe certificaten is geschied met schatkist papier, dat een looptijd had van ten hoogste vij f jaar. oor rond 400 millioen behoeft pas af lossing plaats te hebben over 8 jaar, voor nog maals zo'n bedrag over 10 jaar en voor de laatste 400 millioen over 12 jaar. Tiet is zon der meer duidelijk, dat de positie van de schat kist dientengevolge aanmerkelijk is verlicht, waardoor de toch al grote onafhankelijkheid van de schatkist bij een kassaldo van ruim één milliard nog is toegenomen. Die sterke positie is natuurlijk van groot belang wanneer nieuwe leningen worden uitgegeven. Echter is een indirect gevolg, dat er minder ge legenheid zal zijn voor voorfinanciering, het be talen bij wijze van voorschot van bepaalde bi- dragen aan obligaties van een nieuwe lening. Men kan immers hetzelfde geld maar éénmaal besteden en aangezien de banken zich in zo sterke mate voor langere tijd hebben vastgelegd met gelden, die eigenlijk een kort lopend karakter dragen omdat deze afkomstig zijn van cliën tentegoeden, die op korte termijn werden toe vertrouwd zal die spoeling noodzakelijker wijze dunner zijn geworden. Waarbij dan nog komt, dat de gemiddelde rente van 2% op de schatkistcertificaten naar verhouding tot het huidige rendement van kort lopend papier en bij voorfinanciering hoog is. Tndien er minder wordt voorgefinancierd, zal dus ook het geld- aanbod de leningsvraagbij emissies - althans bij overigens gelijk blijvende omstan digheden kleiner worden. De vraag- aanbodsverhoudingen op de kapitaal markt zijn derhalve thans vrij sterk gewijzigd. De leningsbehoefte van het Rijk is voor dit jaar nog om een andere reden niet groot meer. In totaal is de behoefte aan lang lopende leningen voor 1954 nl. op 700 millioen gesteld. Daar van is rond f 300 millioen onlangs gedekt door de 3/4 c,,< emissie zodat ten hoogste nog voor 400 millioen door het Rijk zal moeten worden geleend. De behoeften van de gemeen ten worden op een half milliard geraamd, maar ook zij hebben geen grote haast, omdat zij non een tamelijk sterke kaspositie hebben. oorts mag ook niet uit het oog worden ver loren, dat het verloop van de betalingsbalans nog steeds zodanig is, dat er meer aan dan dóór Nederland wordt betaald, zodat de deviezenaan- was voortduurt en parallel hiermede de cliënten tegoeden bij de handelsbanken moeten blijven 226 stijgen. Hierin schuilt derhalve weer een geld- verruimende factor, die een stijging van het rentepeil tegenwerkt, hi hoeverre deze invloed zou kunnen worden teniet gedaan door een her stel van het kapitaalverkeer met het buitenland en de (overwogen) mogelijkheid voor de ban ken gelden op korte termijn rentegevend in het buitenland uit te zetten, zal moeten worden af gewacht. Intussen hebben de geschetste omstandigheden de onzekerheid ten aanzien van het verdere ver loop op de beleggingsmarkt toch vergroot. Voor het eerst sinds maanden is in Februari, zoals men uit onze koerstabel kan aflezen, een daling ingetreden, die tijdelijk zelfs nog wat groter is geweest. De stemming is daar eigenlijk zwak geweest van het ogenblik af, dat de gemeente 's-Gravenhage tot een 3 b4 %-lening is overge gaan. Op zichzelf was het hiermede gemoeide bedrag van 20 millioen niet te groot, ook al niet. omdat 's-Gravenhage nu eenmaal als het neusje van de zalm geldt voor beleggingsporte feuilles. Maar deze emissie kwam te vlug, daar de 3)4 /4 -lening van het Rijk blijkbaar nog niet geheel in r aste handen was beland. Beide lenin gen werden tijdelijk een punt of nog iets meer beneden de emissiekoers van 99 verhandeld en tegelijkertijd liepen ook de koersen van de andere Staatsleningen terug. De daling strekte zich trouwens over alle groepen vaste rente dra gende fondsen, met inbegrip van de pandbrieven, uit. De Westlandsche Hypotheekbank ging er toe over, de afgifte van 3Tj pandbrieven geheel te staken, terwijl de Eerste Ned. Scheeps- verband Mij. de afgifte van haar 3). 4 -pand brieven stopzette. Die koersdaling is overigens meer veroorzaakt door de terughoudendheid, die de grote beleg gende instellingen raadzaam achtten, dan door een belangrijke toeneming van het aanbod, al is er wellicht ook wat aanbod geweest van som mige bankinstellingen, die zich wat meer lucht" wilden verschaffen in verband met de inschrij ving op de schatkistcertificaten. Naar verhou ding is het rendement van de leningen met de kortste looptijden sterker gestegen dan dat van de lang lopende leningen (doordat de koersen van eerstbedoelde groep het meeste zijn ge daald), maar aangezien de ebligatiemarkt nog niet tot rust is gekomen, kan men daaruit nog geen vaste conclusies trekken ten aanzien van de verdere ontwikkeling van de rentevoet. Men zal moeten afwachten of en in hoeverre het koers- herstel, dat inmiddels duidelijk aan de dag is getreden, nog verdere voortgang zal maken. Gebeurt dit laatste inderdaad, dan zullen daar-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 18