Financieel overzicht hypotheek ten behoeve van een derde te be lasten. Wel bestaat de mogelijkheid, dat in verband met een verleend renteloos crediet de Staat een wederopbouwhypotheek heeft genomen of nog gerechtigd is deze te nemen, welke alsdan in rang boven de hypotheek van de bank zal gaan. Wij voegen hieraan toe, dat te zijner tijd het renteloze crediet geheel of goeddeels zal wor den vervangen door de uitgestelde bijdrage ingevolge art. 71 van de wet. De eigenaar kan vermoedelijk nog steeds vragen om het renteloze crediet te vervangen door een aanvullende bijdrage ingevolge art. 72 van de wet. Deze aanvullende bijdrage is ten hoogste go van het renteloze crediet. Vraag: Bestaat er al een wet op het bezitloos pandrecht Is het mogelijk, dat door de plaatselijke ban ken voorschotten worden gegeven met als onderpand landbouwmachines r1 AntwoordIn verband met vernieuwing van het Burgerlijk Wetboek is wel in de volksver tegenwoordiging bij de haar voorgelegde vraagpunten over het z.g. bezitloos pandrecht en in verband daarmede over de invoering van het registerpandrecht gesproken. De conclusie van de Kamers is echter geweest. dat er geen dringende behoefte aan een regis terpandrecht zou bestaan. Van een nieuwe wet op het pandrecht, die op kortere termijn zou worden ingesteld, is ech ter nooit sprake geweest. Indien en voorzoveel landbouwmachines, auto's en andere in het bedrijf in gebruik zijnde roerende goederen als zekerheid voor een verleend voorschot of crediet dienst moe ten doen, is men dus thans en vermoedelijk ook in de toekomst aangewezen op de eigen domsoverdracht tot meerdere zekerheid met gelijktijdige inbruikleengeving. Aan deze vorm van zekerheid zijn, in verband met de omstandigheid dat roerende goederen (ma chines, enz.) in het bezit van de crediet- of voorschotnemer blijven, grote bezwaren ver bonden, zodat zekerheidsoverdracht in feite alleen als een aanvullende zekerheid kan worden geaccepteerd. Wij kunnen hieraan toevoegen dat, zelfs indien de zekerheids overdracht of het registerpand in de wet volledig geregeld zou zijn, deze regeling nooit van die aard kan zijn, dat alle aan deze vorm van zekerheidstelling verbonden bezwaren geheel zullen worden opgeheven. De meeste bezwaren zullen blijven bestaan, zij het waar schijnlijk in iets mindere mate. Dit komt omdat degeen, die de roerende goederen in onderpand heeft genomen en derden te goeder trouw evenveel recht op bescherming van hun belangen kunnen doen gelden en dus bij rege ling daarvan met beide belangen rekening zal moeten worden gehouden. De ontwikkeling op de kapitaalmarkt heeft min of meer onverwacht een geheel nieuw aspect gekregen door de veranderingen, die zich in het raam van de overeenkomst, welke tussen het bankwezen en de Nederlandsche Bank is tot stand gekomen (men zie ook onder de rubriek ..Door de Financiële Doolhof" op pag. 219) op de geldmarkt hebben voltrokken. Wij hebben reeds eerder op de samenhang tussen de geld en de kapitaalmarkt gewezen, zowel ter gelegen heid van wijzigingen in het officiële disconto - het algemene rentetarief der circulatiebank, waaraan zich de rentetarieven voor kort lopende leningen (de geldmarkt) en van de banken, zo wel als de koersen op de obligatiemarkt plegen aan te passen als in samenhang met de z.g. voorfinanciering, die geschiedt bij de uitgifte van nieuwe leningen. Zoals wij elders hebben toegelicht is een bedrag van 1200 millioen schatkistcertificaten met een gemiddelde looptijd van 10 jaar en een ge- middelde rentevoet van 2Y\ bij de handels- en landbouwcredietbanken ondergebracht. Van overheidswege sprak men in dit verband van semi-consolidatie, terwijl men die operatie in financiële kringen wel als schijnconsolidatie be titelde. Beide benamingen drukken in feite het zelfde uit, willen aangeven, dat er van een échte consolidatie geen sprake kan zijn, indien de looptijd, zoals hier, het midden houdt tussen die van een kort lopende lening en een lang lopende leningen bovendien de Nederlandsche Bank nog onder bepaalde voorwaarden bereid is dat schuldpapier onder bepaalde omstandigheden over te nemen. Hoe dit ook zij, de verhoudingen op de geld- en Bezitloos pandrecht 225

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 17