Door cle financiële dool hol die geacht kunnen worden iedere situatie mees ter te worden. Dit is natuurlijk niet het geval. Dit kan pas blijken wanneer onverhoopt de on gunst der tijden in volle zwaarte op ons zou vallen. Dan zou nog eens de netelige vraag aan de orde kunnen komen of we onze krachten weer moeten beproeven op scherp gecontro leerde productieregelingen, zoals we dat al eer der gedaan hebben. Dat zal het geval zijn als de prijzen ineenstorten en de afzet grote offers gaat kosten, zoals dit in de dertiger jaren het geval was. Men moet vurig hopen dat we voor die toestand niet weer komen te staan. Dan hangt goeddeels af van buiten landse omstandigheden. Zelf kunnen we er in zoverre wat aan doen, dat we trachten iedere verstarring in de productie van de Nederlandse landbouw te vermijden en dat we ons er op toe leggen vooral datgene voort te brengen wat de markt vraagt. We zullen er niet tegenop moeten zien de invloed van de wereldmarkt op onze landbouw voelbaar te doen zijn. Niets is ge vaarlijker dan het contact met de wereldmarkt te verliezen. Het is ondertussen even gevaarlijk voor onze landbouw om zonder meer direct te worden blootgesteld aan de golven der wereldconjunc tuur. Dat zou grote narigheden kunnen geven. Blijvende veranderingen in afzetmogelijkheden zullen echtei onderkend en gevoeld moeten worden. Onze landbouw kan zich daaraan niet onttrekken, evenmin als andere bedrijfstakken. Men vindt deze gedachten geformuleerd in het rapport, dat enige jaren geleden aan de Stich ting voor de Landbouw is uitgebracht door de commissie-Minderhoud. Het vermoeden ligt ooi de hand,, dat de regering, als zij zich wat i agei gaat uitdrukken over de wijze waarop zij de grondslagen van haar landbouwpolitiek (zie de geijkte formule) denkt te handhaven, gedreven wordt door de vrees voor verstar ring. Zitten we nu al niet met een roggepro- bleem Wij zouden dit opstel kunnen beëindigen met te stellen, dat ten slotte de integratie van de Europese landbouw de oplossing van de moei lijkheden zal brengen. Dit begint echter lang zamerhand op een dooddoener te lijken en daarom doen we beter de integratie er buiten te laten. Aanleiding tot deze uiteenzetting was ten slotte de boodschap, die president Eisen- hower dezer dagen tot het Amerikaanse Con gres heeft gericht over zijn plannen tot wijzi ging van de landbouwpolitiek. In Amerika is de zaak vastgelopen. Relatief hoge garantieprijzen hebben tot vorming van enorme voorraden agrarische producten in handen van de rege ring geleid. Zij moeten nu gespreid worden en de wereld wacht in spanning af wat er zal gebeuren. Het is haast ondenkbaar, dat er niet een of andere narigheid gebeurt als de Ameri kanen hun surplus van 130.000 ton boter gaan afzetten. De president heeft nu aangekondigd, dat hij voornemens is een grotere soepelheid in de land bouwpolitiek te brengen. De bedoeling is met de garantieprijzen zó te manipuleren, dat zij de afzet der producten niet langer in de weg staan. Hoe logisch dit klinkt, het onthaal van deze voornemens is niet gunstig en het is zeer de vraag of zij de instemming van het Congres zullen krijgen. AA ij laten verder de Amerikaanse politiek rus ten. Er is een schip gestrand, liet is een baken in zee. I)e liquiditeit in het bankwezen AA ij vestigen er de aandacht van onze lezers op, dat de schrijver van onderstaand artikel daarbij allereerst het oog heeft gehad op de algemene banken. Dit wil niet zeggen, dat de richtlijnen, getrokken ten aanzien van de liquiditeit in het bankwezen, ook niet voor andere dan de alge mene banken zouden gelden, maar met betrek king tot de landbouwcrediet- of boerenleenban ken dienen toch ook nog andere maatstaven te worden aangelegd bij beoordeling van de liqui diteit, omdat laatstgenoemde banken een twee ledig karakter dragen, nl. spaarbank en crediet- bank. Bij lezing van onderstaand artikel, dat op het onderwerp van de liquiditeit een helder licht laat vallen, dient men het hierboven opgemerkte wel te bedenken. De belangrijkste eis, die men aan een bank moet stellen, is ongetwijfeld, dat zij te allen tijde liquide moet zijn. Hieronder wordt verstaan, dat een bank op elk willekeurig ogenblik moet kunnen voldoen aan opvragingen, waarvan zij de juiste omvang nimmer kan voorzien. Zou de leiding ener bank een zodanige bedrijfspolitiek voeren, dat zij op een bepaald ogenblik zou vast lopen door een rekeninghouder niet onmiddellijk op eerste aanvraag liet bedrag te kunnen ver- 182

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 6