KRONIEK C nit e|gen Kr|ng
Opnieuw hebben twee onzer banken, nl. Schar-
negoutum en Oppenhuizen besloten tot fusie
en wel per i Januari 1954.
Men is hierbij van de gedachte uitgegaan, dat
de stijgende onkosten voor kleine banken be
zwaarlijk worden.
Bij concentratie wordt, naast een grotere
draagkracht, op deze kosten werkelijke bezui
niging bereikt, terwijl vestiging van de nieuwe
zetel in het centrum van het werkgebied van
beide banken nieuwe perspectieven opent.
Het aantal zetels van bestuur en raad van
toezicht is wat uitgebreid, zodat een even
redige vertegenwoordiging van alle leden van
de nieuwe bank gewaarborgd is.
Hoewel de ervaring ons geleerd heeft, dat de
onderhandelingen hier soms zeer moeilijk
liggen (sedert 1950 zijn op deze wijze 5 onzer
banken overgegaan), menen wij, dat op dit ge
bied nog wel aantrekkelijke mogelijkheden
liggen.
Wij geven de gedachte aan samengaan met een
zusterbank in de onmiddellijke omgeving
gaarne ter overweging aan de besturen van
kleine banken, waar een samengaan een ver
sterkte positie zou opleveren.
Het bovenaangehaalde kostenprobleem bij onze
banken is uiteraard steeds van bijzondere be
tekenis geweest, omdat de soberheid in het
beheer samenhangt met de mogelijkheid om de
leden tegen een billijke rente te kunnen helpen
bij de financiering van hun bedrijven.
De verheugende ontwikkeling onzer banken
brengt haar bezwaren met zich mee. Soms moet
,,de cost voor de baet uitgaan" om bepaalde
resultaten te kunnen bereiken.
De activiteit op het gebied van schoolsparen is
hier een voorbeeld van, alsmede uitbreiding
van de zittingsuren.
Ook het intensiveren van het giroverkeer, op
zichzelf lofwaardig, moet met de nodige nuch
terheid worden bekeken.
Hoezeer de banken ook een dienende taak
tegenover hun leden en cliënten hebben, liet is
toch logisch, dat de hieraan bestede arbeid haar
beloning vindt in een behoorlijke provisie-
regeling.
Vooral nu de sterk gedaalde rente haar invloed
doet gelden is deze kwestie urgent geworden
en verdient de volle aandacht van onze besturen.
Voorzover onze kassiers de balans nog niet
definitief hebben opgemaakt, willen wij er op
wijzen, dat in de balanscirculaire 1953, waarin
o.m. een schema voorkomt van de berekening
der vennootschapsbelasting, te voegen bij de
reserve belastingen, verzuimd werd, te ver
melden, dat ook over de Jj °/oo reserve Onder
ling Waarborgfonds afd. B. en C. belasting-
verschuldigd is„ zodat alsnog 1/5 van dit ge
reserveerde bedrag bij de te betalen V.B.
behoort te worden gevoegd.
Volgens gewoonte hebben wij weer een kort
overzicht van de gang van zaken in 1953 aan
onze banken verzonden, dat kan dienen als
leidraad bij de samenstelling van het jaarver
slag, op de algemene vergadering uit te brengen,
Wij menen hiermede in een behoefte te voor
zien.
Het is vanzelfsprekend, dat bij het opmaken
van de jaarstukken de begroting voor 1954,
als leidraad voor het bepalen van de rente,
wordt samengesteld.
Deze begrotingen worden groepsgewijze door
onze afd. Begrotingen opgevraagd, in verband
met de werkverdeling.
Dit neemt niet weg, dat indien men vooraf ad
vies wenst omtrent de vast te stellen rente, wij
gaarne bereid zijn de begroting tussentijds te
beoordelen.
Men verzuime niet, bij de bekendmaking van
rente aan leden en spaarders, deze tarieven als
voorlopig te noemen.
O.i. is de situatie op de rentemarkt dermate
labiel, dat een definitieve rentevaststelling voor
het gehele jaar niet kan worden gegarandeerd.
179