Het marktverloop in Januari ken van haar kant voor jaarcredieten met -Kt a i rente genoegen kunnen nemen en het meer dere, bij een rentevoet van 3/4 ten hoogste 3% aan de uiteindelijke afnemers van de lening kunnen afstaan. Ondanks het betrekkelijk kleine rendementsver- schil schijnt toch tot een vrij aanzienlijk bedrag door de grote beleggende instellingen van het middel der voorfinanciering te zijn gebruik ge maakt. Begrijpelijk, omdat zulks de enige mo gelijkheid was om een iets gunstiger beleggings object te verkrijgen. Uit het toewijzingspercentage van 34% kon men afleiden, dat er voor totaal ca. 882 millioen moet zijn ingeschreven, derhalve bijna voor drie maal zoveel als het leningsbedrag ter grootte van 300.millioen. Daaruit mag men echter niet zonder meer opmaken, dat de behoefte van de be leggers 882.millioen groot is geweest. Niets is minder waar. Het betekent slechts, dat de in schrijvers meenden, dat de lening zodanig zou worden overtekend, dat zij driemaal zoveel dien den in te schrijven als ze nodig hadden, om het werkelijk door hen gewenste bedrag der lening te verkrijgen. De een zal wat minder, de ander wat meer hebben toegewezen gekregen clan hij nodig had, doch gemiddeld kwamen ze precies aan hun trek. Die opvatting stemt ook geheel overeen met de verwachting, te voren in finan ciële kringen uitgesproken, nl. dat de lening ei- precies zou ingaan. 1 och kan ongetwij feld van een succesvolle emissie worden gesproken, des te meer, daar het Rijk niet op de tweede weerstandslinie van de rijksfondsen behoefde terug te vallen. Deze publieke organen hebben niet op de lening in geschreven. De minister had ze slechts als reserve achter de hand gehouden. Nu deze reserve niet behoefde te worden aangesproken, kan daarvan bij een volgende staatslening des te meer wor den geprofiteerd. De vooruitzichten inzake het verdere verloop van het renteniveau laten zich thans uiterst moeilijk beoordelen. Zolang de huidige verhou dingen op de geld- en kapitaalmarkt bestendigd blijven, is nauwelijks een noemenswaardige stij ging van de rente te verwachten. Maar aan de andere kant laat het zich evenmin aanzien, dat er nog veel ruimte voor een verdere rentedaling zou zijn. Het beleid van de schatkist ten aanzien van de geld- en de kapitaalmarkt, zomede de stand van de betalingsbalans en de mate, waarin het kapitaalverkeer met het buitenland al dan niet zal worden verruimd, zullen tezamen de verdere ontwikkeling bepalen. Hieronder koerstabel volgt ten slotte de gebruikelijke 29 Jan. 28 Aug. 28 Sept. 28 Oct. 27 Nov. 28 Dec. 1954 io3 1 8 i°3 Vs ioi15/16 ioi2ySJ ioi716 98 1 A 98 v4 99 Vis 99 V* 987 98 99 7* 991V32 99 1 - 97 V,. 98 7, 98 1 98 Vs 98 V. 99 96 V16 97 V2 97 1 z 97 'Vs 96 Vs 96 V4 96% 95 V8 95 Vin 79 3 79 7 s 78 V8 79 97 8/i» 981 99 'Vis 9815 7 98 v4 98 7 's De binnenlandse graanmarkt zette het nieuwe jaar kalm in. Door een toenemende vraag trok ken de prijzen iets aan. De roggeprijs steeg, door dat door een der Europese landen grote rogge- contracten op de wereldmarkt werden afge- ten, hetgeen eveneens op de binnenlandse markt 204 van invloed was. Over een verdere prijsontwik keling valt moeilijk iets te zeggen. Wel mag rekening worden gehouden met het feit, dat het leeuwenaandeel van de binnenlandse graan oogst de markt reeds gepasseerd is. Medio Ja nuari waren de prijzen aan de Groninger graan- beurs per 100 kg voor: Datum 35$ Nederland 1953 102 V4 10215/16 lOg11/16 102 7 4 3% Nederland 1951 102 v16 102 101 V8 102 102 Via 3 U Nederland 1953 IOI V. 101 5/s 102 1 l6 IOI 7 s 314 Nederland 1950 99 ie 99 Vie 3-3J4 9 l Nederland 1947 99 9 6 -■ 3 Nederland 1962/64 100 Vis IOO V™ IOO13/,,; 100 V8 101 W 7 Of O Grootboek 1946 9713/16 3 Investeringscert. 9913 ui IOO17/3. IOO21/';- ioo2:!/3j IOO31 3 Nederland 1937 96 ui 3 $-lening' 1947 95 is n-13 yO 16 2% N.W.S. 79 Ui 7913/16 3 Indië 1937 A

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 28