fractionele koersverliezen vermocht teweeg te brengen. Men kon op de leningvoorwaarden weinig aan merking maken, omdat deze als gezegd nauw keurig aansloten bij die van de genoteerde lenin gen. Toch was er een lichte teleurstelling waar te nemen. De minister had wel wat royaler kun nen zijn, aldus de overheersende opinie. Nog liever zou men hebben gezien, dat niet zo gauw van het 3^2 rentetype zou zijn afgestapt een 3 -rentevoet is nooit bijzonder gewild geweest in welk geval de koers van uitgifte ter compensatie voor de schatkist hoger had kunnen worden gesteld. Wordt het proces van de rentedaling niet onnodig geforceerd en hoe lang zal dit nog kunnen worden voortgezet, zo vroegen velen zich ook af Al deze overwegingen tezamen schiepen een minder behagel ijk klimaat voor de nieuwe lening, waarvan het welslagen overigens van het begin af aan verzekerd scheen. De grote beleg gende instellingen hebben nu eenmaal geen uit weg wegens de voortdurende toevloeiing van beleggingsmiddelen. Deze middelenaanwas wordt voor de verzekerings- en pensioenfondsen teza men op rond 800 millioen per jaar geraamd, waaraan nog ca. 200 millioen moet worden toegevoegd, die voor rekening van de spaarban ken komen. En wanneer men nu weet, dat de netto-kapitaalbehoeften van Rijk en gemeen ten tezamen voor dit jaar in totaal op ongeveer één milliard worden geraamd, dan komt men vanzelf tot de slotsom, dat het geen bijzondere moeite kan kosten in de overheidsbehoeften te voorzien, vooropgesteld, dat de geboden voor waarden nog aantrekkelijk genoeg zijn. Is zulks niet het geval, dan zal zich dat weerspiegelen in een terughoudendheid van de geldbezitters, die zich bij de inschrijving dan zoveel mogelijk beperking zullen opleggen. Daarvoor kunnen tweeërlei redenen bestaan. In de eerste plaats kan het rendement, dat wordt geboden, te laag zijn naar verhouding tot de rentelasten, die de be trokken instellingen wij denken hier in het bijzonder aan het levensverzekeringbedrij f uit hoofde van haar lopende polisverplichtingen moeten dragen. En in de tweede plaats zal vrees voor koersverlies in geval van een stijging van het rentepeil in een min of meer nabije toekomst een dergelijke gedragslijn in de hand werken. Wij hebben hierboven de vermoedelijke behoefte van de overheidsorganen gesteld tegenover de te verwachten middelenaanwas der institutionele beleggers, met name van de levensverzekering maatschappijen, de pensioenfondsen en de spaar banken. Intussen heeft de minister van Finan ciën echter de nadruk er op gelegd, dat de jongste lening van 300 millioen is uitgegeven, teneinde een verdere consolidatie, dus een ver dere omzetting Aan vlottende in gevestigde staatsschuld, te bewerkstelligen. Het wapen daartoe heeft de minister in de hand en ook reeds gehanteerd. Werd vóór de aankondiging van de emissie de afgifte van schatkistpapier reeds sterk gerantsoeneerd door niet meer aan nieuw papier te plaatsen dan aan oude schatkist- promessen en -biljetten kwam te vervallen, tege lijk niet het verschijnen van het emissieprospec tus werd nog een stapje verder gegaan, door tegenover het aflopend papier in het geheel geen nieuwe vlottende schuld meer beschikbaar te stellen. Deze gedragslijn kan desgewenst zo ge makkelijk worden volgehouden tot de vlottende schuld precies tot het bedrag van de lening is afgenomen. oor een deel werd de jongste daling van het rijkstegoed bij de Nederlandsche Bank inderdaad ook met dit consolidatie-streven in verband gebracht. (Voor het andere deel is de daling veroorzaakt door aflossing van schuld aan België en Engeland). Zolang de schatkist over zulke ruime middelen blijft beschikken, zal de minister van Financiën de hoogte van de rentestand kunnen blijven be heersen. Die krachtige positie van de schatkist is. behalve aan de gestadige toevloeiing van be lastinggelden, vooral te danken aan het over schot. dat het handels- en belastingverkeer met het buitenland nog steeds oplevert, al heeft dat de laatste tijd een neiging om in te krimpen, liet bankwezen moet immers voor de tegoeden, die dientengevolge aangroeien, kortlopende be- kpsinp- zoeken, omdat men zich niet kan veroor- loven, daarover rente te vergoeden en admini stratiekosten te maken, indien daartegenover ook geen rente-inkomsten staan. Door de afgifte van schatkistpapier stop te zet ten, werden de banken nog extra gestimuleerd tot z.g. voorfinanciering van inschrijvingen op de staatslening. De Nederlandsche Bank heeft ditmaal voor het eerst paal en perk hieraan ge steld, door tot de banken het verzoek te richten, die voorfinanciering te beperken tot ten hoogste één jaar. Bij deze termijn kan het rentevoordeel voor de instellingen, die zich aldus voorschotten voor de duur van een jaar voor inschrijvingen laten verstrekken, slechts bescheiden zijn. Een aanzienlijke rendementsverhoging kon derhalve op deze wijze niet worden bereikt. Is het rende ment bij contante inschrijving ca. 3,35 bij storting na een jaar door aflossing der bank- voorschotten wordt een rendement van ca. 3,5° verkregen, dank zij het feit, dat de ban- O O o 203

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 27