En verder ,,De commissie is van oordeel, dat de druk van de lasten veeleer gezocht moet worden in de ongunstige financiële constellatie van de bedrij ven dan in de geheven rente. Zij ziet de benarde toestand geheel als een ge volg van het feit, dat de lasten, die men op zich genomen heeft in een voor de Nederlandse tuinbouw gunstig tijdperk, bij het tegenwoordig prijspeil van de producten niet meer door de opbrengsten gedekt kunnen worden." Hier ligt dus een duidelijke waarschuwing om in tijden van hoogconjunctuur voorzichtigheid te betrachten en niet al te veel af te wijken van het gezonde bedrijfseconomische liquiditeits principe om de benodigde permanente kapitaal behoeften zoveel mogelijk met eigen kapitaal te financieren. Op grond van de mogelijkheid van eventuele vernieuwing van de hypotheken (bij institutio nele beleggers) en van de soepelheid bij boeren leenbanken, familie en relaties inzake aflossin gen (indien deze buiten de schuld van crediet- nemer achterwege mochten blijven), meent men te mogen verwachten, dat het hypothecair cre- diet een semi-permanent karakter zal dragen, waardoor het bezwaar veel van zijn scherpte verliest. Ik hoop voor hen, die het er op willen wagen (men zal mij toevoegen: zonder wat te wagen komen wij in het gevoelige tuinbouw- en bloe misterij bedrijf niet verder), dat alles volgens plan verloopt en de gunstige toekomstverwach tingen in vervulling mogen gaan. Toch meen ik, dat men verstandig doet als richt lijn aan te houden, dat iedere kapitaalbehoefte gedekt moet worden door de daarmede overeen komende soort crediet. Kiest men een andere mogelijkheid, omdat het geëigende soort crediet niet te krijgen is of om dat andere overwegingen hiertoe aanleiding- geven, clan zal reservering noodzakelijk zijn om onverwachte moeilijkheden het hoofd te kunnen bieden. Ik sta hier niet langer hij stil, maar meen nog de volgende opmerkingen te moeten maken i. De duur van de lening moet in overeen stemming zijn met de productieve levensduur van de investering. De termijn van een lening moet nimmer de levensduur van de investering te boven gaan. In verband met de conjunctuurgevoeligheid van de bedrij ven en de economische slijtage (nieuwe vin dingen) is het aan te bevelen te trachten de lening iets vlugger af te lossen. (Levensduur kassen 30 jaar of meer; hangt af van onder houd; gewenste aflossing 5 liet is gewenst, dat hypothecaire leningen worden afgesloten, waarbij regelmatige af lossing mogelijk is of beter nog, waarbij in beginsel verplichte aflossingen zijn gesteld. Het gevaar bestaat nl. dat de vrijgekomen middelen, die niet zouden kunnen worden afgelost, weer in het bedrijf gestoken wor den. Het tuinbouw-en bloemisterijbedrijf is een zinkput voor het geld, dat de kweker overhoudt, gezien de drang tot expansie, die hem eigen is. Als de inkomsten niet besteed worden om uit de schuld te komen (en dat geldt vooral voor hen, die onvoldoende eigen kapitaal hebben), dan worden ze te gemakkelijk besteed voor investe ringen, die wellicht (op de lange duur) minder bijdragen tot versterking van de financiële po sitie dan tot een vermindering van de schuld. Het kan aanbeveling verdienen iets meer af te lossen dan vrijkomt uit de investering, daar dit leidt tot besparing en reservering. Te veel tuin ders vinden het blijkbaar te weinig zakelijk er. te kleinzielig om op deze wijze te besparen en menen meer geld te kunnen verdienen met steeds verdergaande expansie. Misschien krijgen ze gelijk als de tijden gunstig blijven, maar het lijkt me, dat hun kansen op blijvend succes groter zijn als ze tevens weten te sparen door extra schuldaflossing. Dit geldt vooral voor dié be drijven, waarin de verhouding eigen kapitaal tot leenkapitaal ongunstig is). ad 2. Solvabiliteitsoverwegingen Een andere overweging, die geldt bij beoordeling- van de vraag of men gebruik kan maken van een bepaalde mogelijkheid van crediet is de solvabiliteitsoverweging. Deze is vooral van be lang, omdat ze bepalend is voor de vraag of en in hoeverre de credietgever bereid is in de kapi taalbehoefte te voorzien. De solvabiliteit van een bedrijf houdt in de mo gelijkheid bij eventuele liquidatie van het bedrijf de schulden te kunnen betalen. Ze is derhalve afhankelijk van de verhouding tussen de waarde van de activa en het leenkapitaal. Hoewel een credietgever (en vooral een boeren leenbank) bereid is met de persoon van de lener rekening te houden, zal hij op grond van de risico's in het bedrijf en de wisselende conjunc tuur, de solvabiliteit vanuit het liquidatiestand punt bezien en dus vooral letten op de zeker heden, die kunnen worden geboden en ook op de verhouding eigen kapitaal tot vreemd kapitaal. 189

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1954 | | pagina 13