korter dan die van gebouwen en kassen, de al-
schrijvingspercentages moeten derhalve groter
zijn. Maar bovendien zal door de veelsoortigheid
en het verschil in levensduur de afschrijving op
sommige van deze werktuigen en gereedschap
pen nog doorlopen, terwijl andere reeds moeten
worden vervangen. Op het kapitaal, dat uit af
schrijvingen vrijkomt, wordt beslag gelegd voor
nieuwe benodigde productiemiddelen van deze
categorie.
De heer Scheer stelt in de Mededeling van de
Directeur van de Tuinbouw (Augustus/Sep
tember 1950), dat het gevolg van een en ander
is dat gedurende de eerste jaren na de
stichting van een nieuw bedrijf een gedeelte
van het vermogen (kaptiaal) uit deze post
vrijkomt, maar dat nadien de vermogensbe
hoefte (of kapitaalbehoefte) op een vrijwel
constant peil blijft. Hij deelt dan mede, dat de
ervaring heeft geleerd, dat bij een enigszins
grote en naar de duur van de afschrijving wat
variërende voorraad werktuigen en gereedschap
pen dit constante peil wordt bereikt na 10 of 14
jaar na de stichting, wanneer 40 van de
nieuwwaarde van werktuigen en gereedchappen
is vrijgekomen. Deze post veroorzaakt derhalve
volgens de heer Scheer een permanente vermo
gens- (of kapitaal)behoefte van 60 der
nieuwwaarde en 40 aan langdurig tijdelijk
kapitaal gedurende de eerste 10 a 15 jaar na de
stichting van het bedrijf.
Gewassen, zaai- en plantgoed, kolen, meststoffen,
lonen
Arbeidskracht, plantgoed enz., worden in het
algemeen in één productieproces omgezet in
tuinderij- of bloemisterijproducten en daarna in
geld en moeten voor ieder volgend proces op
nieuw worden gekocht. Maar alvorens uit de
opbrengst van een bepaald product de kosten,
die er voor besteed zijn, weer terugkomen, zijn
er weer kosten gemaakt voor een ander product,
waarvan de oogst in de volgende periode valt.
Dit ligt uiteraard in de onderscheidene tuin- en
bloemisterij bedrijven verschillend. We denken
aan bedrijven in het Westland, waar tuinbouw-
en bloemisterij producten achtereenvolgens ge
teeld worden; aan de seringenbedrijven, gecom
bineerd met pottenbedrijven en aan de veelal
eenzijdige rozen- en anjerbedrijven. De vlot
tende kapitaalbehoeften zijn gedurende de loop
van een jaar verschillend.
Maar in het algemeen zal een constante kern
optreden met daarboven variërende toppen. De
kapitaalbehoefte, die binnen de loop van een jaar
opkomt en weer vervalt, wordt kortstondig
tijdelijke behoefte genoemd.
Kas, bank en giro
Deze actiefposten op de balans worden ook tot
de kapitaalgoederen gerekend. Kas- of banksaldi
worden aangewend voor de aanschaffing van
productiemiddelen. Uit de opbrengst van de pro
ducten komen weer kas- of banksaldi vrij. Deze
saldi wisselen gedurende de loop van het jaar,
maar er zal doorlopend een bepaald minimum
aanwezig moeten zijn ten einde lopende beta
lingen te kunnen doen. Dit bedrag zal met het
oog op de rentederving zo laag mogelijk dienen
te zijn.
Betreffende deze saldi kunnen we derhalve op
merken, dat er een zekere permanente behoefte
bestaat naast een wisselende behoefte aan kort
stondig tijdelijk kapitaal.
We gaan nu na welke credietbronnen de tuin
ders en bloemenkwekers ter beschikking staan.
Deze zijn:
1. liet eigen bezit door vererving of uit arbeid
verkregen. Dit kapitaal kan permanent aan
de onderneming worden toevertrouwd.
2. Het met het bedrijf behaalde resultaat, voor
zover dit niet voor consumptie is opgeno
men. Dit vormt een vermeerdering van het
onder 1. bedoelde eigen bezit.
4. Hypotheken en leningen van bank, particu
lier of relatie. Dit is langdurig tijdelijk cre-
diet.
4. Het rekening-courantcrediet bij banken en
eventueel veilingcrediet. Dit is kortstondig
tijdelijk crediet.
Van welke mogelijkheden men gebruik zal ma
ken hangt af van verschillende overwegingen,
waarvan de voornaamste zijn:
1liquiditeitsoverwegingen
2. solvabiliteitsoverwegingen
3. rentabiliteitsoverwegingen.
ad 1. Liquiditeitsoverwegingen
Onder liquiditeit is in het algemeen te verstaan,
dat men regelmatig in staat is de nodige beta
lingen en bedrij fsuitgaven te doen. Deze liquidi
teit kan men uit tweeërlei oogpunt beschouwen
1°. met het oog op de terugbetaling van vreemd
(geleend) kapitaal (ondernemingsliquidi
teit)
2°. met het oog op de lopende bedrij fsuitgaven
(bedrij fsliquiditeit).
Om een voldoende liquiditeit te verzekeren kan
men eisen, dat de termijnen, waarvoor de cre-
dieten worden verleend, overeenkomen met de
187