Ontwikkeling van de Iandbouwcredietinstellingen
in Nederland
Overigens kwamen rapporten aan de orde be-
treifende de organisatie van het landbouw-
crediet in verschillende landen, o.a. in België,
Frankrijk en Duitsland.
In een volgende Raiffeisen-Bode zullen wij de
verschillende rapporten aan een korte bespreking
onderwerpen.
Door het congres werden de volgende resoluties
aangenomen
HET CONGRES
1. onderstreept de betekenis, die een welvarende
landbouw heeft voor het evenwicht in de
volkshuishouding en voor het bewaren van
de sociale vrede
2. wijst met nadruk op de fundamentele bete
kenis van de credietorganisaties, die de
landbouwers en de landbouwcoöperaties van
het benodigde kapitaal voorzien, tegen rente
en aflossingsvoorwaarden, die bijdragen tot
verlaging van de productiekosten, met ver
mijding tevens van een te hoge schuldenlast
op de bedrijven
3. verzoekt de regeringen en emissie-instellin
gen bij de credietverlening aan de landbouw
rekening te houden met de bijzondere be
hoeften van de landbouw en de in verband
daarmede vereiste faciliteiten met betrekking
tot de rentevoet, de grootte en de looptijd
der credieten
4. raadt alle bij de C.I.C.A. aangesloten instel
lingen aan hun credietverlening zoveel mo
gelijk te financieren zowel door de groei van
hun eigen middelen als door de vermeerde
ring van de deposito's en door een beroep te
doen op de spaarders, aangezien het voor de
credietbehoevende landbouwers en coöpera
ties een aanwijsbaar belang is het beheer van
de middelen, die ze voor korte of lange tijd
ter beschikking hebben, toe te vertrouwen
aan de instellingen, die met de financiering-
van hun bedrijven belast zijn;
5. spreekt zich uit voor een politiek van uitbrei
ding der uitwisseling van landbouwproduc
ten, begunstigd door de stabiliteit dei-
valuta's en door een vrijer kapitaalverkeer;
6. adviseert de bij de C.I.C.A. aangesloten in
stellingen een onderzoek in te stellen naar de
middelen, die de bestaande financiële saam
horigheid kunnen bevorderen om zodoende
gemakkelijker tot een overeenkomst te gera
ken, hetzij met de Wereldbank, hetzij met de
Import-Export Bank öf met de Bank voor
Internationale Betalingen, met het doel
nieuwe kapitalen buiten de landbouw aan te
trekken, in het bijzonder bestemd voor de
landbouw in die landen, die landbouwpro
ducten exporteren.
Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van
het Instituto di Studio de Credito Agrario (In
stituut ter bestudering van het landbouwcrediet),
gevestigd te Sassari op het eiland Sardinië, werd
het congres voortgezet in de steden Cagliari en
Sassari op Sardinië.
Ook op dit laatste congres en de daar uitge
brachte rapporten hopen we later terug te komen.
In ,,De Economist" van September 1953 ver
scheen een artikel van de hand van drs. De Regt
over de ontwikkeling van de landbouwcrediet-
instellingen in Nederland, welk artikel werd
samengesteld in opdracht van het Landbouw-
Economisch Instituut.
Het heeft ons verheugd, dat genoemd instituut
deze opdracht heeft willen verstrekken aan een
econoom buiten onze gelederen, omdat wij daar
door geconfronteerd worden met de zienswijze
van een deskundig buitenstaander betreffende
de ontwikkeling van het landbouwcredietwezen
en de betekenis ervan in het Nederlandse cre-
dietapparaat.
Wij achtten het bedoelde artikel genoegzaam
interessant om de aangesloten banken er kennis
van te doen nemen en wij zonden derhalve aan
elk van onze banken een overdruk van het arti
kel toe.
O.i. is de schrijver zeer goed geslaagd in het
weergeven van de ontwikkelingsgang en de be
tekenis van het landbouwcredietwezen, terwijl
wij hem in menig opzicht dankbaar kunnen zijn
voor de opmerkingen, die hij maakte. Er zijn ei-
onder, die terdege de moeite van het overwegen
waard zijn.
De schrijver besteedt eerst aandacht aan de ont
wikkeling van de plaatselijke boerenleenbanken,
131