1 De K ra n i er-overeer i ko nis t
is zeer de vraag of uit al dit werk iets concreets
tot stand zal komen. Het korenveld der land-
bouwintegratie is blijkbaar nog niet rijp om te
oogsten. Moeten we soms de sikkels omsmeden
tot zwaarden? Dit zal te pessimistisch zijn. Als
men echter het stuk leest, dat onze minister van
Landbouw aan de Tweede Kamer heeft doen
toekomen over de loop der integratiebesprekin
gen, krijgt men de indruk, dat van de grote
plannen niet veel terecht komt en dat de moei
lijkheden onderschat zijn.
Zo is er nieuws van velerlei aard, bemoedigend
en teleurstellend. liet beste zal zijn, dat we
vooral het oog houden op de tekenen, die wijzen
op toenemend begrip voor de noodzaak van
economische integratie en dat we ons niet uit
het veld laten slaan door de talloze bezwaren.
Toen president Truman zijn laatste economische
boodschap aan het Amerikaanse Congres zond
(ongeveer een jaar geleden), zeide hij daarin
opmerkelijke woorden. Welvaart, aldus de presi
dent, is evenals de vrede ondeelbaar. Dat mogen
wij nooit uit het oog verliezen bij het streven
naar volledige werkgelegenheid van de Ameri
kaanse arbeiders. Amerika moet importeren om
te leven en zijn invoer moet groter worden om
een uitgebreide en groeiende exporthandel mo
gelijk te maken. In samenwerking met de andere
vrije landen moeten wij er naar streven de be
staande handelsbeperkingen op te heffen en
grotere doelmatigheid te geven aan de gezonde
politiek van wederkerige tariefconcessies.
Men zou kunnen zeggen, dat Truman gemak
kelijk spreken had, omdat hij aan het einde van
zijn presidentiële loopbaan stond. Maar hij zei
het toch maar en zijn woorden zijn waard om
van tijd tot tijd herhaald te worden.
In het Handboekje (8e druk, pag. 469 e.v.) is
het een en ander te lezen over de z.g. Kramer
overeenkomst, waartoe wijzelf en vrijwel al de
bij ons aangesloten boerenleenbanken zijn toege
treden. Deze toetreding heeft voor de hypotheek
houders verschillende voordelen, maar legt hun
daartegenover de verplichting op, dat zij enkel
genoegen mogen nemen met verzekering van
hun onderpand bij maatschappijen, welke óók tot
die Kramer-overeenkomst zijn toegetreden.
De meeste verzekeringmaatschappijen zijn inder
daad aangesloten, zodat dit dan geen moeilijk
heden oplevert. Voornamelijk enkele „Onderlin-
gen" wensen zich echter afzijdig te houden en
wel op argumenten, welke o.i. niet steekhoudend
zijn.
We menen goed te doen enkele van die bezwaren
en onze weerlegging daarvan hieronder te laten
volgen.
1. Het risico zou verzwaard worden zonder
dat daar premieverbetering of iets anders tegen
over staat.
Het risico wordt theoretisch inderdaad hoger,
doch praktisch is deze vermeerdering blijkens
inlichtingen van de Vereniging van ter Amster
damse beurze vertegenwoordigde brandassura
deuren zo gering, dat het te verwaarlozen valt.
2. Het zou in strijd zijn met het coöperatieve
beginsel, als een Onderlinge tot de akte Kramer
toetrad. Immers, zo werd gezegd, de Onderlinge
neemt de verplichting op zich om in die gevallen,
dat zij normaliter niet tot uitkering aan de ver
zekerde zou overgaan, zo'n uitkering toch te
doen aan de hypotheekhouders van diegenen
harer leden, wier bij de Onderlinge verzekerde
panden met hypotheek zijn bezwaard. liet zou in
strijd zijn met het beginsel dat alle leden gelijke
rechten hebben, dat de Onderlinge, i.v.m. pan
den, waar hypotheek op rust grotere risico's op
zich neemt dan voor andere, terwijl eventuele
daardoor ontstane tekorten niet op de betrok
kene zelf, doch op het geheel der leden worden
verhaald.
Dit argument gaat niet op. De rechten van de
leden der Onderlinge worden door de Kramer
verklaring niet vermeerderd of verminderd.
Immers, indien er zich een brandschade voor
doet, welke de Onderlinge niet verplicht is aan
de verzekerde te vergoeden deze heeft b.v.
zelf de boel in brand gestoken betaalt zij
weliswaar toch de hypotheekhouder (ten hoogste
ten belope van het bedrag van diens hypothecair
belang), doch daartegenover ontvangt de Onder
linge krachtens subrogatie de vordering van de
hypotheekhouder met de daaraan verbonden
hypotheek. De verzekerde krijgt dus slechts een
andere hypothecaire crediteur. De bewering, dat
het coöperatieve beginsel geweld zou zijn aan
gedaan, is dus niet juist.
Het meerdere risico, dat de Onderlinge door
toetreding tot de Kramer-verklaring loopt, is
feitelijk gelegen in het risico, dat de hypothe-
103