door de monopolieheffingen en restituties bij
de export opnieuw in werking te stellen. Het
w as zo mooi geweest als we dit hadden kunnen
vermijden, maar dit is ons niet gegund. De
maatregelen hebben ook direct reacties gewekt,
die laten zien, dat zij niet zonder bezwaren zijn.
De graanhandel heeft nauwelijks tijd gehad om
zich te verheugen over het heropenen na 14
jaren van de termijnmarkt. Ernstiger zijn echter
de zorgen van de veehouderij, die zich afvraagt
of men de gevolgen dezer „akkerbouw protectie
(orgaan F.N.Z.) niet in ernstige mate onder
schat. De productiekosten van de veehouderij in
al zijn verschillende vormen worden onvermij
delijk verhoogd, althans wordt belet, dat deze
o]) een lager peil een nieuw evenwicht gaan zoe
ken. Hiermede komen wij, aldus het orgaan van
de F.N.Z., bij de internationale goederenruil
economisch op een wankele basis te staan en
moet de landbouw een beroep doen op de over
heid 0111 die basis te verstevigen. Met andere
woordende rentabiliteit van de veehouderij
wordt afhankelijk van regeringsmaatregelen in
plaats van zijn normale en gezonde economische
betekenis. Het F.N.Z.orgaan besluit aldus: ,,Bii
ontstentenis van een sluitend systeem van maat
regelen, waarin de gevolgen voor de veehouderij
ten volle in aanmerking zijn genomen, moeten
wij onze grote bezorgdheid over deze gang van
zaken uitspreken".
De Zuivelbond ziet de zaken voor het moment
wel wat somber, maar men moet toegeven, dat
er voor de veehouderij weinig reden tot verheu
genis bestaat. Overigens zal men ook daar willen
bedenken, dat deze maatregelen ons door de loop
cler dingen worden opgedrongen en dat het
svsteem, dat gevolgd wordt, toch wel het minst
bezwaarlijke is van alles, wat men als remedie
tegen de kwalen heeft kunnen uitdenken. Men
leze er het rapport van de Stichting voor de
Landbouw (commissie Minderhoud) nog maar
eens op na.
In verband met de minder gunstige toestand van
het ogenblik is het van belang de aandacht te
vestigen op een radiorede van de rijkslandbouw -
consulent voor bedrijfseconomische aangelegen
heden, Dr. Hartmans, over het onderwerpDe
betekenis van de recente prijsdaling van land
bouwproducten voor de bedrijfsvoering. De
conclusies van de heer Hartmans, die wijst op
de noodzaak en de mogelijkheid van rationali
satie, zijn zeer belangrijk, maar zij behoeven in
een orgaan als het onze geen verdere behande
ling. Voor ons zijn vooral van belang de op
merkingen, die de inleider maakte over de in
vloed van de investeringen in het bedrijf. De
heer Hartmans betoogt, dat de Nederlandse
boer moet streven naar verlaging van de kost
prijs van zijn producten om de winstgevendheid
van zijn bedrijf te handhaven en om zijn positie
op de wereldmarkt te verstevigen. F11 hij ver
volgt,,De vraag is echter: Hoe moet de kost
prijs verlaagd worden? Wij hebben een tijd
achter ons van hoge prijzen, die hebben geleid
tot productie-uitbreiding, in het bijzonder in de
veehouderijsector. Deze productie-uitbreiding
beeft aanleiding gegeven tot extra investeringen
en kosten, die eventueel door de extra opbreng
sten werden overtroffen. De boeren hebben zich
op een verhoogde productie toegelegd en zijn
dus op een hoger plan verder gaan werken. Men
hoort tegenwoordig vaak de vraag stellen of het
niet beter was geweest deze productie-uitbrei
ding achterwege te laten. Een feit is, dat deze
uitbreiding hij de landbouw de laatste jaren
voordeel heeft opgeleverd. Men vraagt verder,
of het thans niet beter is de productie weer in
te krimpen. Ik zei al, dat veel boeren zich op een
hoger productieplan hebben ingesteld. Zij heb
ben hun hele bedrijfsplan b.v. ingericht naar een
grotere rundvee-, pluimvee- en varkensstapel.
Dit is een van de remmende factoren bij de in
krimping van de productie. Bovendien heeft men
vaak investeringen uitgevoerd, zoals de bouw
van rund veestallen, varkens- en kippenhokken,
verbetering van de ontwatering, grondverbete
ring enz. Bij een inkrimping van de productie
zouden dan een aantal productiemiddelen onge
bruikt blijven, die toch een vaste kostenpost be
tekenen van rente en afschrijving. Om deze
redenen lijkt het niet gewenst 0111 op een prijs
daling maar direct met een wijziging van de
productie-omvang te reageren."
De conclusie van de heer Hartmans kunnen wij
onderschrijven. Het heeft geen zin dat de Ne
derlandse boeren proberen de marktpositie van
agrarische producten te gaan versterken door
minder te gaan produceren. Dat zou een slag in
de lucht zijn, waarvan het nadeel spoedig aan de
dag zou treden. De oplossing moet komen van
goedkoper produceren, niet van minder produ
ceren.
Van belang is, dat de heer Hartmans stelt, dat
er nu al stemmen opgaan, die menen, dat we op
onvoorzichtige wijze de uitbreiding van de pro
ductie hebben nagestreefd. In wezen is dit een
critiek op de politiek der regering, die door het
aanmoedigen van investeringen de bedrijven
De bedrijfsvoering
101