Uit fle
schatkist kort lopend schuldpapier, maar wil het
Rijk daar niet of nog niet aan.
Men vraagt zich af of het Rijk samen met de
president van de circulatiebank een zeer bepaalde
richting uit wil, om nl. van de banken te vor
deren bedragen bij de Nederlandsche Bank aan
te houden hij wijze van liquide dekking en
weerstandslinie, overeenkomstig het Ameri
kaanse systeem. Met zulk een reserve kan zo
nodig de eerste schok van „Koreaanse" aard
worden opgevangen.
Zoals bekend wordt bij de uitgifte van lang
lopende leningen in wezen veelal kort lopende
z.g. vlottende staatsschuld in lang lopende om
gezet. Dat noemt men dan consolidatie. Hoewel
de banken aan regelrechte consolidatieleningen
niet voor eigen rekening kunnen meedoen, om
dat zij slechts gelden hebben te beleggen, die
haar in beginsel voor korte termijn zijn toever
trouwd en te allen tijde kunnen worden opge
vraagd, ontstaat echter door de opvolging van
tegoeden van rekeninghouders een permanente
kern van middelen, waarover de banken prak
tisch altijd beschikken. En die kern komt wèl
voor langere belegging in aanmerking, zij het
bij voorkeur ook weer niet voor normale conso
lidatieleningen, die altijd een langere looptijd
hebben dan tien jaar.
Zijn de berichten juist, dan is het Rijk thans,
zoals gezegd in samenwerking met de Neder
landsche Bank bezig de gulden middenweg te
bewandelen. De banken zullen nl. naar verluidt
De kachel is nog altijd „safe"
Men zou zo denken, dat een paar couranten
berichten over verbrande spaarkapitaaltjes, die
veilig waren opgeborgen in de kachel, voor velen
een duidelijk voorbeeld zouden geven hoe het
niet moet. Men zou zo denken, maar de feiten
zijn anders
In liet Noorden van Drente was kort geleden
een familie, die een dagje uitging. Een trommel
met spaargeld ten bedrage van 6.500,- werd
„veilig" in de kachel geplaatst. Immers, als er
onweer en brand kwam, zou het vuur er van
buitenaf niet bij kunnen.
Tweede toneelDe familie is thuis gekomen,
het weer is omgeslagen, het is wat kil, dus de
kachel wordt even aangelegd, papier en hout zit
er al in. Het wordt al lekker in de kamer, als
wordt, als tegenprestatie voor de buffervorming
schatkistpapier kunnen verkrijgen met looptijden
tot ten hoogste tien jaar. Het aandeel van één-
jaarspromessen in de kort lo|iende staatsschuld
zal dientengevolge geleidelijk nog sterker af
nemen dan reeds is geschied. Dan zou het ook
duidelijk worden waarom de kraan door de
schatkist al die tijd dicht is gehouden: de ban
ken worden onder druk gezet en zullen daarvoor
wel moeten zwichten, want zij moeten zoveel
mogelijk rente-inkomsten kweken. Het Rijk kan
zich die politiek thans veroorloven, omdat de
schatkist de wind zo zeer in de zeilen heeft.
Er is wel beweerd, dat het Rijk verplicht zou
zijn de banken aan geëigend beleggingspapier te
helpen. Wij geloven, dat deze zienswijze niet
houdbaar is. Men kan van de belastingbetalende
gemeenschap niet vergen, dat onnodig schuld
wordt aangegaan terwille van de rente-inkomsten
van de banken. Dat zou een zinloos offer zijn,
terwijl daarentegen de terughoudendheid, die de
schatkist thans betracht, de consolidatie in de
hand werkt. Schulden aangaan of vergroten is
altijd ongewenst, dat geldt evenzeer voor de
Staat als voor particulieren. De Staat kan de
uitgifte van nieuw schatkistpapier ten tijde van
een goed gevulde schatkist slechts verantwoor
den, indien en voorzover daaraan behoefte be
staat. Indien het plan volgens de verwachtingen
wordt uitgevoerd, betekent zulks in elk geval
een verdere fundamentele versterking van de
gulden.
er terloops iemand zegt: „Waar is de trommel
met geld gebleven Grote ontsteltenis als de
trommel zwart geblakerd uit de kachel komt.
Derde toneelBij de kassier van de boerenleen
bank komt een cliënt met een pak half verkoold
bankpapier. Heel voorzichtig moet alles gehan
teerd worden, al is een deel nog bruikbaar en al
zijn vrijwel alle nummers nog zichtbaar. Uit
eindelijk is de Nederlandsche Bank zo goed om
de cliënt ter wille te zijn en het bedrag groten
deels in nieuw papier weer uit te keren.
Vierde toneelDe spaarder komt weer bij de
bank om zijn vergoeding op te nemen. De kas
sier zegt„Zullen we het nu maar op de spaar
bank zetten Waarop het antwoord volgt
„Nee, we hadden zo gedacht om het toch maar
mee naar huis te nemen
De kassier zei niets, maar dacht des te meer.
1 1 O