En de rest van de wereld
De directeur van het Internationale Monetaire
Fonds heeft in een toespraak problemen van nog
verdere strekking behandeld dan de O.E.E.S.,
die uit de aard der zaak speciaal de aandacht op
de moeilijkheden van Europa gericht houdt.
Omtrent het dollarprobleem wordt door hem
opgemerkt, dat een herhaling van de thans goed
deels overwonnen dollarcrisis niet is te verwach
ten wanneer een redelijke politieke stabiliteit
wordt gehandhaafd en zich geen economische
depressie voordoet. Hij achtte verder de inter
nationale financiële omstandigheden zodanig
verbeterd, dat de tijd was aangebroken om ge
meenschappelijk door de landen, die lid zijn van
het I.M.F., pogingen te ondernemen om te ko
men tot vrije inwisselbaarheid van hun valuta's.
Om tot convertibiliteit (inwisselbaarheid) over
te gaan, moet een land een sluitende begroting
of een begrotingsoverschot hebben, een beheerste
credietexpansie toestaan, een evenwichtig inves
teringsprogramma hebben, dat uitgaat van de
beschikbare hulpbronnen en het niveau van de
arbeidslonen dient ten slotte in overeenstemming
te zijn met de arbeidsproductiviteit. Het T.M.F.
kan middelen ter beschikking stellen om de in
wisselbaarheid te herstellen. De landen moeten
daarmee niet wachten tot de laatste internatio
nale betalingsbalansmoeilijkheden uit de weg ge
ruimd zijn. De crediteurlanden (kennelijk de
Y.S.) kunnen tot de inwisselbaarheid bijdragen
door vrijmaking van hun invoer. Alles bijeen
genomen krijgt men de indruk, dat de internatio
nale deskundigen de huidige toestand niet on
gunstig achten, al zijn we nog lang niet waar
we willen komen. Vergelijkt men de economische
toestand in de wereld van nu met die van 1945,
dan is er in acht jaren toch wel een grote stap
voorwaarts gedaan. Men kan geenszins zeggen,
dat de organen van de internationale samenwer
king gefaald hebben.
Het jaarverslag van de Wereldbank ten slotte
behandelt de moeilijkheden, die verbonden zijn
aan het op een hoger peil brengen van de wel
vaart van de minder ontwikkelde gebieden. Zij
heeft thans een ervaring van zeven jaren. Deze
heeft haar geleerd, dat de hulpbronnen van de
meeste achtergebleven gebieden voldoende zijn
om een aanzienlijk hogere productie mogelijk te
maken. Maar er zijn tal van redenen, waardoor
de betreffende gebieden toch niet zijn ontwik
keld. Ook al staan kapitaalgoederen en technische
hulp ter beschikking, toch is dit vaak niet vol
doende om de belemmingen weg te nemen.
Van die belemmeringen somt het verslag er een
aantal opgebrek aan traditie in de politieke
verantwoordelijkheid, zwakke economische ini
tiatieven, een lage standaard van opvoeding en
opleiding, een onvoldoende besef, dat economi
sche vooruitgang geduld, inspanning en zelf
verloochening vereist. De consequenties van
deze belemmeringen kunnen zijn: een gebrek
aan vertrouwen tussen de regering en haar volk
en veelvuldige wijzigingen in de regeringspoli-
tiek, een ongezonde economische en financiële
politiek, gedicteerd door politieke druk en vaak
leidend tot langdurige periodes van inflatie, een
tegenzin bij belangrijke groepen om de nood
zakelijke economische en sociale wijzigingen te
aanvaarden, verspilling van overheidsgelden in
niet-productieve activiteiten, een slap beleid van
de regering en hij het zakenleven. Deze factoren
ontmoedigen de spaarders en schrikken buiten
landse investeerders af.
Als we de belemmeringen zien, die in verre lan
den de vooruitgang in de weg staan, beseffen
we hoezeer we er op bedacht moeten zijn, dat
in ons land de voorwaarden om de welvaart
omhoog te voeren, vervuld blijven. Aangezien
we, anders dan de meeste onontwikkelde gebie
den, arm zijn aan grondstoffen, wegen deze
dingen voor Nederland wel bijzonder zwaar.
Geen nieuws over integratie
T11 zijn memorie van toelichting op de begroting
van het departement van Economische Zaken
verklaart minister Zijlstra, dat de regering met
kracht blijft streven naar de verdere ontwikke
ling van de eenheidsmarkt in Benelux-verband,
ondanks de moeilijkheden, die zich te dien aan
zien in het afgelopen jaar hebben voorgedaan.
Wat de vorming van een Europese gemeenschap
betreft, staat de regering op het standpunt, dat
er een samenhang dient te zijn tussen politieke
en economische integratie. Zij heeft concrete
voorstellen inzake een economische integratie
gedaan. Omtrent het beloop van de besprekin
gen kan de minister nog geen nadere gegevens
verschaffen.
Minister Mansholt zegt in zijn begrotingshoofd
stuk, dat er zich tekenen voordoen, die er op
wijzen, dat een kentering in het gunstige ver
loop van de afzet van land- en tuinbouwproduc
ten niet uitgesloten is.
Met enkele belangrijke veredelingsproducten
doen zich reeds moelijkheden voor, die tot
dusverre zonder ernstige gevolgen konden wor-
Kentering?
77