Maandelijkse momentopnamen
I)e toestand in Nederland
De maand September heeft ons stof gegeven om
na te denken over de economische toestand in
Nederland en daarbuiten. De gegevens vinden
we in de milloenennota van de minister van
I' inancicn en in de toelichtingen op de andere
hoofdstukken van de rijksbegroting en, voor
zover dat het buitenland betreft, in de dezer
dagen verschenen verslagen van drie internatio
nale organisaties, t.w. de Wereldbank, het Inter
nationale Monetaire Fonds en de Organisatie
voor Europese Economische Samenwerking
O.E.E.S.).
De economische toestand van ons land wordt
door de regering gunstig genoemd. De toene
ming van de voorraden goud en deviezen wordt
nog weer eens belicht. Er wordt daarnaast op
gewezen, dat een toestand van voortdurende be
talingsbalansoverschotten ook een schaduwzijde
heeft. Dit is het geval als de binnenlandse be
drijvigheid erdoor inkrimpt. Dit laatste was in
de loop van 1951 en 1952 inderdaad tot op zekere
hoogte het geval. Dit heeft de regering genoopt
tot het beschikbaarstellen van middelen in 1952
ter verruiming van de werkgelegenheid. Inmid
dels heeft, met name in de eerste helft van het
jaar de binnenlandse bedrijvigheid zich duidelijk
hersteld. De industriële productie bereikte haar
tot dusverre hoogste stand, waarbij het peil van
de eerste helft van 1951 en 1952 met resp. 7
en t 1 werd overschreden. Ook de werkloosheid
vertoonde in de loop van dit jaar een opmerke
lijke daling. De regering meent, dat naast de
getroffen werkverruimende maatregelen vooral
de omvangrijke herstelwerkzaamheden, die als
gevolg van de watersnood moesten worden uit
gevoerd, de bedrijvigheid dit jaar hebben ge
stimuleerd.
Op langere termijn de economische toestand van
ons land overziende, slaat de minister van Fi
nanciën echter een bezorgde toon aan. We staan
voor de zware taak werkgelegenheid te scheppen
voor de gestadig groeiende beroepsbevolking.
Het is in verband daarmede een ongunstig ver
schijnsel, dat de investeringsactiviteit thans een
zekere terugslag blijkt te vertonen. De regering
hoopt, dat de onderscheidene maatregelen, die
zij heeft genomen of van plan is te nemen
(compensatie voor de huurverhoging, verlich
ting van de belastingdruk) op langere termijn
een gunstige invloed op de werkgelegenheid zul
len uitoefenen. Van de belastingverlagingen
76
wordt gezegd, dat zij o.m. beogen de productieve
kracht van de Nederlandse volkshuishouding op
lange termijn te versterken.
In Europa
In de verslagen van de drie internationale orga
nisaties, die hierboven genoemd zijn, staan be
langrijke dingen. Het rapport van de O.E.E.S.
schenkt aandacht aan het dollarvraagstuk. Wh
hebben er vroeger al eens op gewezen, dat het
dollartekort de grote kwaal van Europa is ge
worden na de tweede wereldoorlog. Er is echter
in het ziektebeeld een sterke verbetering geko
men. liet dollartekort van Europa in het han
delsverkeer met de Verenigde Staten en Canada
is voor de eerste vijf maanden van dit jaar, ver
geleken met de overeenkomstige periode van
1952, met 1.116 millioen dollar verminderd en
teruggelopen tot 597 millioen dollar. De invoer
uit de V.S. en Canada was 35 kleiner en de
export naar die landen 20 groter. Wij wijzen
er op, dat ons land zijn deel heeft in de verbete
ring van de dollarpositie en dat Nederland kans
heeft gezien de restricties op de invoer uit de
dollarlanden te verzachten.
Het verslag noemt als verdere belangrijke fac
toren voor de economie van Europa de daling
van de prijzen van onderscheidene grondstoffen,
die van buiten Europa moeten worden betrok
ken. Sedert de tweede helft van 1952 zijn verder
de kosten van het levensonderhoud bijna overal
in Europa stabiel gebleven. De inter-Europese
handel was in het eerste kwartaal van 1953 m
omvang 4 groter dan in de overeenkomstige
periode van 1952, de waarde ervan was 3
kleiner. Deze cijfers zijn niet ongunstig wanneer
men in aanmerking neemt, dat Engeland en
Frankrijk hun invoer hebben beperkt.
Het verslag spreekt ook over de liberalisatie van
het handelsverkeer. Het globale percentage van
de geliberaliseerde particuliere handel werd tus
sen 1 Juli 1952 en 1 Juli 1953 verhoogd van
61 tot 70,3 gemeten op de prijzen van
1948. De waarde van de geliberaliseerde handel
beloopt thans op basis van de prijzen van 1948
5,9 milliard dollar.
Zolang echter voor twee van de grootste mark
ten, Frankrijk en Engeland, geen grotere mate
van liberalisatie bereikt kan worden, blijft ver
dere vooruitgang in de richting van algemene
vrijheid van handel een illusie.