gaande naar de mogelijkheid van vestiging van
emigranten in kolonieverhand,
i iet doel voor 1953 is de emigratie van 120.000
West-Europeanen naar andere delen van de
wereld. an deze emigranten komen er 40.000
uit West-Duitsland, 40.000 uit Italië, 10.000
uil Oostenrijk, 9.000 uit Nederland, 5.000 uit
Griekenland, 5.000 uit Triëst en 12.000 uit an
dere streken.
De helft van deze emigranten is bestemd voor
de republieken van Zuid-Amerika. Andere be
langrijke landen van ontvangst zijn Australië,
Canada en de Verenigde Staten.
De werkzaamheden, welke het comité ten be
hoeve van Nederland verricht, bestaan in de
eerste plaats in een bijdrage in de vervoerskosten
van emigranten naar verschillende landen, ter
wijl het verder in de bedoeling ligt een bijdrage
te leveren ten behoeve van de technische scholing
van aspirant-emigranten.
Oj) het ogenblik zijn 22 landen van de vrije
wereld bij het comité aangesloten. Het hoofd
kwartier bevindt zich in Genève, terwijl er vesti
gingen zijn in Argentinië, Australië, Oostenrijk,
Brazilië, Chili, West-Duitsland, Griekenland,
Hongkong, Italië, Triëst, de Verenigde Staten
van Amerika en Venezuela.
Naar de mening van dr. Ladame is de Neder
landse organisatie, voorzover het de emigratie
betreft, de beste in de wereld en het moet voor
alle andere landen, die zich voor emigratie
interesseren, z.i. verstandig worden geacht de
Nederlandse methoden te bestuderen en zich
daardoor te laten leiden.
Voor Nederland zijn uit het lidmaatschap van
het comité reeds verscheidene nuttige contacten
voortgevloeid, waarvan een deel van de Neder
landse emigranten al heeft kunnen profiteren.
In het totaal van de Nederlandse emigratie heeft
het comité uiteraard slechts een gering aandeel.
Het is niet zo, dat Nederland zijn probleem op
dit gebied door een internationale organisatie
laat oplossen. Ons land heeft een uitgebreid
eigen apparaat met vertegenwoordigingen in alle
belangrijke emigratielanden. De Nederlandse
regering onderhandelt zelfstandigen rechtstreeks
met andere regeringen over het toelaten van
emigranten. Het internationale overleg te Genève
biedt echter een welkome aanvulling van deze
activiteiten en geeft de mogelijkheid tot oriën
tatie naar vele zijden. Bovendien maakt dit over
leg het mogelijk Nederlandse emigranten bewust
in te schakelen bij de opbouw van de vrije
wereld. I11 Genève houdt men bijvoorbeeld reke
ning met een dreigend tekort aan voedsel. Door
een evenwichtiger verdeling van arbeidskrachten
probeert men 's werelds voedselvoorziening te
ontwikkelen en op peil te brengen. Bij de uit
voering van de plannen, voor dit doel opgesteld,
kunnen, dank zij het contact met het Inter
gouvernementele Comité dus ook Nederlandse
arbeidskrachten worden betrokken.
Voor Nederlands }>ositie in de vrije wereld is
het lidmaatschap van het comité ongetwijfeld
van eminente betekenis.
In het kort
Technische bijstand door de Verenigde Naties
Volgens de directeur-generaal van het bureau
der Verenigde Naties voor de technische bijstand
is er geen enkele natie, die personeel van betere
kwaliteit in het kader van de technische bijstand
levert dan Nederland. Wat het aantal uitgezon
den personen betreft stond ons land oorspron
kelijk zelfs na de Verenigde Staten en bet
Verenigd Koninkrijk op de derde plaats; thans
is Frankrijk nummer drie en wordt de vierde en
vijfde plaats met Canada gedeeld. Deze ontwik
keling vloeit vooral voort uit het feit, dat de
contribuerende landen hun personele bijstand
zoveel mogelijk in overeenstemming kunnen
brengen met hun financiële bijdragen.
Van 1950 af stond per jaar steeds ongeveer
24 millioen dollar ter beschikking voor de inter
nationale technische bijstand, welk bedrag na
tuurlijk ver blijft beneden hetgeen vereist zou
zijn om de problemen van de achtergebleven ge
bieden ook maar enigszins meester te worden.
Van genoemd bedrag gaat 29 naar de Food
and Agricultural Organization (F.A.O.), 23
naar de Teclmical Assistance Administration
(T.A.A.), 22 naar de World I lealth Organi
zation (W.H.O.), 14% naar de UNESCO,
1 r naar de Internationale Arbeids Organi
satie (I.L.O.) en t naar de Internationale
Organisatie voor de burgerluchtvaart ICAO).
Nederland droeg van het totale bedrag i/6oe
bij, te weten een jaarlijkse som van ongeveer
1.6 millioen gulden.
Er zijn ruim vijftig aan de internationale tech
nische bijstand contribuerende staten.
(N.R.C.)
74