Uit de praktijk
I Iet is de overheid, die als belangrijkste vraag
ster van leenkapitaal optreedt en daardoor een
doorslaggevende factor met betrekking tot de
hoogte van de rentevoet vormt. Tegenover de
collectieve of gemeenschapsvraag, door de geld
behoevende overheid, Staat, provincies of ge
meenten, uitgeoefend, kunnen wij anderzijds
ook aanbod van een collectieve groep vaststellen,
met name het kapitaalaanbod van de pensioen
fondsen en de verzekeringsmij en., of, ruimer ge
zegd, van de institutionele beleggers, met inbe
grip van de Rijksfondsen. De overheid verkeert
in de sterkste positie, omdat zij weet, dat die
beleggende instellingen wegens de voor haar
bestaande noodzakelijkheid, op haar grote kapi
talen rente te kweken, in een dwangpositie ver
keren, in dien zin, dat zij bet niet zonder een
geregelde toevloeiing van nieuw beleggings
materiaal kunnen stellen.
Bij het aanbod van die institutionele beleggers
verzinkt dat van de gewone spaarders in het niet,
vooral ook, omdat slechts een klein deel van deze
laatsten in staat en bereid is, voor zeer lange
tijd middelen in leningen vast te zetten. Hieruit
volgt, dat machtspositie van de overheid op de
kapitaalmarkt door de eenzijdigheid, die ook aan
de aanbodzijde bestaat, nog wordt versterkt.
Het blijkt derhalve, dat de overheid oo de kapi
taalmarkt tegenwoordig een overheeersende rol
speelt, weshalve men niet meer kan volhouden,
dat de hoogte van de rente afhangt van de ren
dementshoogte van het bedrijfsleven, die men
in de leerboekjes de natuurlijke rente pleegt te
noemen.
Men moet de rente eenvoudig zien als een prijs,
die tot stand komt door de vrije werking van
vraag en aanbod op de kapitaalmarkt. Naar
mate de overheid meer leent zal de rente hoger,
naarmate zij minder leent lager zijn. Kweekt de
overheid permanent begrotings- en kasover-
schotten en kan zij oude leningen aflossen, dan
zou zij niet als vraagster op de kapitaalmarkt
optreden, waardoor de rente nog veel sterker
zou dalen dan thans. Een dergelijke toestand
kan niet lang bestendigd blijven, omdat het bin
nenlandse financieel-monetaire en bijgevolg ook
het economische evenwicht daardoor zou worden
verstoord. Zulke permanente belastingoverschot
ten zouden er op wijzen, dat de belastingdruk
te zwaar is, hetgeen geen enkele regering zich
gedurende lange tijd kan veroorloven, zonder
economische stoornissen te veroorzaken.
Onze conclusie, dat de overheid onder de heer
sende omstandigheden bij de rentevorming de
doorslag geeft, weerlegt niet, dat er verband
bestaat tussen de hoogte van de rente en de pro
ductiviteit van het bedrijfsleven, d.w.z. de mo
gelijkheid voor het bedrijfsleven om leenkapitaal
zodanig rendabel te maken, dat het ten minste
evenveel baat afwerpt als het rentepeil bedraagt.
Zolang de vraag naar leenkapitaal van de zijde
van het bedrijfsleven van ondergeschikte bete
kenis blijft, zal van die zijde echter geen belang
rijke invloed op de hoogte van de rente kunnen
worden uitgeoefend en zullen de ondernemers
de geldende rente eenvoudig als rendements-
grens voor nieuwe investeringen hebben te aan
vaarden. Anders gezegdzodra de netto-baten
van hun nieuwe investeringen beneden peil van
de heersende rentevoet blijven, is dit voor hen
het sein, dat zij de grens van de nieuwe investe
ringsmogelijkheid voor hun bedrijf hebben be
reikt. Zo ziet men dus, dat de hoogte van de
rente toch nog een hoogst belangrijke functie
voor het bedrijfsleven kan uitoefenen, terwijl
tevens blijkt, van hoe groot gewicht de financiële
en begrotingspositie van de overheid voor de
investeringsmogelijkheden van het bedrijfsleven
is geworden.
Jeugdspaaractie 1953 begonnen ]<eer <recfj- bovendien de zekerheid, dat de on-
De laatste jeugdspaaractie, die onder auspiciën derwijswereld er welwillend tegenover zal staan,
van de Nationale Spaarraad wordt gehouden, is Een en ander heeft tot gevolg gehad, dat het
thans begonnen, en velen zullen met instem- aantal bestellingen groter is geworden dan wij
ming het materiaal hebben beschouwd, dat dit- mochten verwachten, vooral nadat het verkeers-
maal is gebruikt en dat voor de kinderen ook spel als model was verzonden. Helaas zullen wij
zeer attractief genoemd mag worden. daardoor een aantal banken teleur moeten stel-
Men is er ditmaal in geslaagd om alle belangen len, die eerst medio en eind Augustus hun be
te verenigen, d.w.z. het boekje en het spel zijn biljet inzonden, terwijl daarvoor in Mei reeds
reclametechnisch goed, het sluit aan bij de kin- de gelegenheid werd gegeven,
derlijke sfeer en het streven naar een veilig ver- Er wordt daarom een beroep gedaan op de
64