door het verstrekken van leningen, hetzij voor korte tijd voor de overbrugging van de oogst- financiering, hetzij voor langere tijd, bv. voor de aanschaffing van gereedschappen in de meest uitgebreide zin. Die gereedschappen ma ken een doelmatiger bewerking mogelijk, leiden tot een grotere productie, dan wel tot een bespa ring van arbeidskrachten. In zulke gevallen vindt het bankcrediet dus een zeer productieve aan wending en zal degeen, die dientengevolge goed koper of meer produceert, graag bereid zijn, daarvoor een vergoeding te geven in de vorm van rente op het kapitaal, dat bij wijze van kort crediet dan wel langer lopende lening te zijner beschikking werd gesteld. Kr is een grote verscheidenheid van productieve beleggingsmogelijkheden en het is niet moeilijk, zich voor te stellen, dat daaruit de bereidheid tot rentevergoeding voortspruit. Ook als men nagaat, wat er bij het sparen eigen lijk gebeurt, komt men gemakkelijk tot een aan nemelijke verklaring voor het ontstaan en wezen van de rente. Wie spaart, onthoudt zich van verbruik, ontzegt zich genot en nu zal in he' algemeen de neiging tot zulke onthouding groter zijn, naarmate de gemeenschap bereid is, daar voor een grotere vergoeding te geven, een hogere rente te betalen. Die rente zal des te groter zijn, naarmate de behoefte aan leenkapi- taal groter is, hetgeen weer kan afhangen van de vraag, in hoeverre er nog productieve aan wendingsmogelijkheden voor dat kapitaal zijn. Kan een ondernemer voor dat leenkapitaal een nieuwe machine kopen, waarmede hij b.v. tien jaren kan werken en moet hij 5 rente per jaar vergoeden, dan zal hij het geld niet willen heb ben, als hij door het in gebruik nemen van een met zulk een lening gekochte machine uit de daarmede verkregen productie per jaar niet meer overhoudt dan 15 In dit geval toch is er van een productieve aanwending voor hem geen sprake. Zolang credieten voor productieve doeleinden worden verstrekt en met de productie ten eerste wordt bereikt, dat het hierin geïnvesteerde kapi taal in stand wordt gehouden en ten tweede, dat deze de verschuldigde rente ruimschoots dekt, is het niet moeilijk zich een voorstelling te maken van de oorsprong van de rente, ook niet, als men zelf niet rechtstreeks zijn spaarpenningen aan een onderneming uitleent, doch de bank, bij welke men heeft gespaard, zulks doet. Zeer vaak is de samenhang tussen de hoogte van de rente en het rendement, dat met het geleende kapitaal kan worden verkregen, echter veel vager, ja, soms is zulk een rechtstreeks verband er eenvoudig niet, terwijl de productiviteit van de investeringen, die uit het spaarkapitaal ge schieden, zich ook vaak aan de waarneming onttrekt. Men denke slechts aan de velerlei vor men van consumptieve credietverlening, alsook aan de credietverlening aan de overheid, de Staat, de provincies of de gemeenten. Bij het kopen op afbetaling is men veelal een hoge rente verschuldigd, ook indien er van een productieve aanwending in de gebruikelijke zin geen sprake is. Wel geniet degeen, die de rente betaalt, van het gebruik van een zaak (radio, stofzuiger, naaimachine) en zou hij zich dit genot hebben moeten ontzeggen, wanneer hij dat afbetalings- crediet niet zou hebben verkregen. Dat genot is hem wat waard, daarvoor heeft hij graag het offer van de rentebetaling over. Maar dan is het ook logisch, dat hij, om dat crediet te kunnen bemachtigen, ten minste evenveel rente daarvoor zal moeten betalen, als anderen willen doen, die er een productieve aanwending in fabriek of landbouwbedrijf voor hebben. Voor zover de overheid voor productieve doel einden leent, b.v.voor gas-of electriciteitsbedrij f, voor de kolenmijnen of voor de spoorwegen, treedt het verband tussen rente en productiviteit duidelijk aan de dag. Moeilijker wordt het al, wanneer de overheid leenkapitaal aanwendt voor wegen, bruggen, kanalenaanleg e.d., terwijl het verhand bepaald zoek is, wanneer leenkapitaal wordt gebruikt voor dekking van tekorten op de lopende begrotingen, evenmin als men de samenhang altijd kan naspeuren, wanneer kort lopende in lang lopende schuld wordt omgezet. Het aangaan van kort lopende schuld geschiedt immers lang niet altijd voor de financiering van productieve doeleinden, zelfs niet altijd, omdat er behoefte aan bestaat, maar eenvoudig, omdat het Rijk van de overvloed, die er op de geld markt is, gebruik maakt om de positie van de schatkist te versterken. Naarmate men zich meer in de gang van zaken op de geld- en kapitaalmarkt verdiept, zal het inzicht rijpen, dat het verband tussen het rende ment, dat leenkapitaal in het productieproces kan afwerpen enerzijds en de hoogte van de rente anderzijds onder de tegenwoordige ver houdingen niet meer zodanig is, dat men kan stellen, dat de productiviteit en de winstmoge lijkheid, verkrijgbaar met leenkapitaal, bepalend zijn voor het geldende rentepeil. Dat komt, omdat de vraag naar leenkapitaal niet meer in hoofdzaak afkomstig is van of be stemd is voor het producerende bedrijfsleven. 63

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1953 | | pagina 15