Dit is van'groot belang, want de afzetmogelijk
heden van vlees zijn veel gunstiger. De pro
ductie van varkensvlees is dus beduidend groter
dan voor de oorlog- In het afgelopen jaar werd
2/i geplaatst op de binnenlandse markt en j/j
geëxporteerd. De vooruitzichten op de binnen
landse markt acht de heer Van Deth niet on
gunstig door de verdere uitbreiding van de be
volking en door de gestadige daling van de
varkensprijzen (onder invloed van de daling van
de veevoederprijzen op de wereldmarkt), De
export moet worden verdeeld in tweeën, nl.
bacon en vleeswaren.
Wat de baconexport aangaat, hebben wij onze
positie in de laatste jaren zeer versterkt. De
vooruitzichten zijn niet ongunstig. Gevaar voor
het geheel wegvallen van deze export is niet
aanwezig. Engeland heeft ook voor de toekomst
onze bacon nodig.
Ten slotte de vleeswaren. De export van
vleeswaren naar Amerika, vooral ham in blik,
breidt zich voortdurend uit. De uitvoer naar
Engeland daarentegen, die zich in 1950, 1951
en 1952 gunstig ontwikkeld heeft, heeft zich in
1953 niet kunnen handhaven. De werkelijke
oorzaak van de vermindering (tot ^3is niet zo
zeer de contingentering van de invoer, maar de
verminderde vraag van het publiek, dat minder
vleesconserven vraagt nu in Engeland de voor
ziening met vers vlees is verbeterd. Rekening
moet worden gehouden met een sterke vermin
dering van deze export in vergelijking met
voorafgaande jaren.
Wat zal er met de prijzen gebeuren? Volgens de
heer Van Deth moet verwacht worden, dat het
verschil tussen de kostprijs van het varken hier
te lande en de opbrengst van de varkenspro
ducten bij export zal toenemen. Wil men de
prijzen van de varkens hier te lande op een
lonend niveau handhaven en de export in stand
houden, dan moeten bepaalde voorzieningen
worden getroffen.
De productie zal men niet onbeperkt kunnen uit
breiden, omdat de afzetmogelijkheden beperkt
zijn. Niemand is echter voorstander van pro
ductieregeling door middel van oormerken, zoals
voor de oorlog. Er zijn natuurlijke remmen op
de productie, b.v. toenemende belangstelling-
voor rundveehouderij en zuivelproductieon-
dermelk behoeft niet langer door middel van
de varkens tot waarde te worden gebracht- De
politiek moet niet zozeer op productiebeperking
zijn gericht dan wel op het benutten van de af
zetmogelijkheden in binnen- en buitenland. De
varkenshouders hebben meer belang bij een
ruime afzet tegen redelijke prijzen dan bij een
kleine afzet met misschien iets hogere prijzen.
De basis moet zijn een lonende prijs voor het
gedeelte van de productie, dat in het binnenland
wordt geplaatst. Dat is ook de politiek in Dene
marken. Ook daar wordt de opbrengst van de
varkens bepaald door het samenvoegen van de
hogere prijs in het binnenland en de lagere prijs
bij export. Nederland heeft het voordeel, dat
het binnenland een veel groter aandeel van de
totale productie opneemt dan in Denemarken
het geval is.
En van de pluimveehouderij
Evenmin als de heer Van Deth acht de heer
Tukker, de voorzitter van het Bedrijfschap voor
Eieren en Pluimvee, het moment gekomen om
productiebeperking te gaan voorbereiden. In
zijn rede voor de algemene vergadering van de
Nederlandse Pluimveefederatie wees hij er op,
dat in het broedseizoen 1953 50 meer eieren
in de machines werd gelegd dan in 1952. Dit
is het gevolg van het vrijlaten van de kuiken-
en voedertoewijzing.
Wat is echter het motief om de kuikentoewijzing-
te laten vervallen? Dat was het volgende: Ne
derland is een pluimveehoudend land, dat voor
de afzet van eieren voor meer dan de helft is
aangewezen op de export- Dit brengt met zich
mee, dat te allen tijde getracht moet worden de
productiekosten van eieren zo laag mogelijk te
houden. Dit kan alleen worden bereikt wanneer
de pluimveehouders gelegenheid hebben tot vol
doende selecteren en de leeftijdsopbouw van de
pluimveestapel zich op het gunstigste niveau kan
instellen. Door de kuikentoewijzing werden deze
belangrijke factoren ernstig belemmerd en daar
om moest zij verdwijnen.
Belangrijk is, dat het broedseizoen steeds vroe
ger wordt. Daardoor zijn voor een groot deel
de dieren reeds in de herfst in volle productie.
In het tweede halfjaar van 1953 zullen 300 mil-
lioen eieren meer geproduceerd worden dan in
dezelfde periode van 1952. Als de binnenlandse
consumptie gelijk blijft, zullen 300 millioen
eieren meer geëxporteerd moeten worden, die
voornamelijk van September t/m December aan
de markt zullen komen. De ervaring leert, dat
er in die tijd weinig moeilijkheden te duchten
zijn. Moeilijkheden verwachtte de heer Tukker
voor de zomer. Deze zijn gekomen, maar zij
behoren welhaast tot het verleden- Door sterke
selectie in het voorjaar moet getracht worden
vergroting van de productie te voorkomen. Het
is de kunst in die periode een goede markt te
vinden voor slachtpluimvee.
Waterschappen
Velen van onze leden zijn ingelanden van water
schappen, talrijk zijn ook de persoonlijke ban
den, die bestaan tussen de bestuurscolleges van
waterschappen en boerenleenbanken. Wij vesti
gen daarom hier de aandacht op de inleiding,
die Ir. J. L. Klein, directeur-hoofdingenieur van
de provinciale waterstaat Zuid-Holland tijdens
de landbouwweek te Wageningen heeft ge-
29