Uit Argentinië
ook bepaalde beginselen of normen ten grond-
slag liggen, werd door prof. Rip als volgt ge
geven
„Elk mens, als naar Gods beeld geschapen, is bij
al zijn handelingen onderworpen aan het grote
gebod, God lief te hebben boven alles en de
naaste als zich zelf.
Hierbij sluit aan de op de Heilige Schrift steu
nende belijdenis, dat God als Schepper van
hemel en aarde alle dingen onderhoudt en be
stuurt en dat in beginsel door Christus' verlos
singswerk de schepping, die door de zondeval
werd verdorven, weer is herschapen."
Naast deze beide stellingen noemde prof. Rip
ook als beginselen van het handelen, de richt
snoeren, die rechtstreeks daaruit voortvloeien,
zoals het economisch beginsel van doelmatige
besteding der schaarse middelen, het sociaal be
ginsel van de samenleving in menselijke ge
meenschap, het juridisch beginsel van de gerech
tigheid en het zedelijk beginsel der menselijke
verantwoordelijkheid. Al deze richtsnoeren of
beginselen zijn naar de mening van prof. Rip
gefundeerd in de beide eerdergenoemde uit
gangspunten.
De vraagstukken, welke prof. Rij» volgens zijn
program van onderwijs hoopt te behandelen, zijn
weliswaar van uiteenlopende aard, doch zijn alle
terug te voeren tot de vraag of voor de zeer
verschillende individuele en collectieve economi
sche handelingen in de landbouw nadere richt
lijnen zijn te trekken, waarvan, aldus prof. Rip,
in alle bescheidenheid en voorzichtigheid mag
worden aangenomen, dat zij in overeenstemming
zijn met de in de Heilige Schrift geopenbaarde
beginselen. Aan dit gezichtspunt zal de econo
mische en sociale agrarische politiek moeten
worden getoetst.
Na nog enkele bedenkingen te hebben aange
roerd, welke tegen de door hem naar voren ge
brachte beginselen worden aangevoerd, besloot
prof. Rip met enkele persoonlijke toespraken
deze door vele autoriteiten en andere belang
stellenden bijgewoonde plechtigheid.
L it een in het Financieel Dagblad voorkomend
artikel nemen wij het volgende over:
De Argentijnse regering heeft voor de oogst
eind 1953begin 1954 de prijzen vastgesteld,
w elke zij als monopolistisch koper bereid is aan
de producenten te betalen. Tussen deze prijzen
en die voor de afgelopen oogst bestaat weinig
verschil. Dit is een motief tot ontevredenheid
onder de landbouwersimmers sinds de afge
lopen oogst zijn de prijzen der voornaamste
verbruiksartikelen in Argentinië wederom scherp
gestegen (beter: de inflatie is toegenomen) en
ook de boer moet die prijzen betalen.
Verre ten achter
an de zijde der boeren en vooral door hun
organiasties wordt trouwens opgemerkt, dat de
aanzienlijke stijging der prijzen, welke de pro
ducent voor zijn landbouwproducten ontvangt,
verre ten achter is gebleven bij de stijging der
kosten van het levensonderhoud.
In Argentinië is landbouw grotendeels klein- of
middelbedrij fde landbouwer is doorgaans
kapitaalarm, als hij eigenaar van zijn grond is,
of kapitaalloos, als hij pachter is. Hij moet dus
voor zijn bedrijf gefinancierd worden en dit is
vooral het geval als de oogst in aantocht is en
hij extra uitgaven heeft voor oogstarbeiders,
8
oogstmachines en hun personeel, benzine, enz.
öór de regering van Perón werd hij gefinan
cierd door de opkopers van zijn producten
sindsdien door staatsbanken.
Horigheid
Beide gevallen brachten natuurlijk een zekere
mate van financiële binding mede: in het geval
van staatsfinanciering is deze absoluut, omdat
de staat monopolistisch koper is, terwijl de boer,
bij particuliere financiering, tot op zekere hoogte
profiteerde van concurrentie tussen opkopers.
Onder het staatsmonopolie en sinds het optreden
van de regering-Perón heeft de Argentijnse
landbouwer te kampen met extra moeilijkheden
kosten van het levensonderhoud, die, naar we
zagen, sneller stegen dan de prijzen der produc
ten schaarste van landbouwmachines en reserve-
delen; schaarste van motorbrandstof en ten
slotte: schaarste van oogstarbeiders. De snelle
industrialisatie van het land en de hoge lonen
in de industrie lokten personeel weg van het
land naar de steden ten koste van de landbouw.
Zelfs toen
Beide systemen particuliere en officiële finan
ciering hebben gemeen, dat „men" in een
slecht jaar niet geneigd is de boer financieel de