zou geschieden dan voor de oorlog, moet deze
mening aan de hand van de cijfers van de afde
ling statistiek onjuist worden genoemd. Het
tegendeel is waar. Ofschoon kort na de oorlog
tengevolge van de alomheersende geldruimte de
crediet- en voorschotverlening inderdaad terug
liep, is deze na de geldzuivering spoedig weer op
gang gekomen en zij is thans ook als men
rekening houdt met de waardedaling van de
gulden groter dan voor 1940. Zij steeg 11I. van
144 millioen gulden op 41 December 1946 tot
vrijwel 500 millioen gulden op 31 December
T95'n 195 1 bedroeg de stijging, zoals reeds
gezegd, zelfs 75 millioen en 45 millioen in 1952.
Deze cijfers zijn een duidelijke illustratie, dat de
boerenleenbanken als credietverstrekkers wel
degelijk een grote betekenis heblven behouden.
Daarbij komt dan nog de credietverstrekking
door de Centrale Bank, welke weliswaar slechts
hij uitzondering credieten en voorschotten aan
boeren en tuinders verstrekt dit is immers
in de eerste plaats de zaak van de aangesloten
banken maar de Centrale Bank is een belang;-
rijke crediet- en voorschotgeefster aan tal van
coöperaties, die te groot zijn om door de boeren
leenbanken te worden bediend. Op 31 December
van het afgelopen jaar was door de Centrale
Bank aan voorschotten en credieten aan deze
organisaties niet minder dan 1 10 millioen gulden
verstrekt.
I en aanzien van de vraag of bij minder
stringente eisen ten aanzien van de zekerheid de
credietverstrekking aan boeren «1 tuinders niet
nog verder kan worden uitgebreid, kan opge
merkt worden, dat wie een schuld aangaat, deze
zal moeten terugbetalen en dat anderzijds zij,
die geld uitlenen dat aan een ander toebehoort,
(zoals het geval is met de boerenleenbanken, die
aan hen toevertrouwde spaargelden uitlenen)
een redelijke zekerheid dienen te hebben, dat de
schuldenaren in staat zijn de bedongen rente te
betalen en op de overeengekomen tijdstippen de
aflossing op de hoofdsom op te brengen. Onvol
doende aandacht aan deze 2 punten zou onge
twijfeld resulteren in een stijging van het aantal
dubieuze debiteuren, terwijl de boerenleenban
ken zelfs nonvaleurs onder hun activa zouden
gaan aantreffen.
Dit is noch tegenover de spaarders, noch tegen
over de onbeperkt aansprakelijke leden der boe
renleenbanken toelaatbaar. Tndien men er op
wijst, dat in Amerika de boeren op zeer gemak
kelijke voorwaarden crediet kunnen krijgen, ver
zuimt men er bij te vermelden dat deze credieten
slechts kunnen worden verkregen tegen een
272
hogere rente dan hier te lande, terwijl het aantal
wanbetalers groter is. Coedkoop crediet kan
alleen verstrekt worden bij aanwezigheid van
een redelijke zekerheid. Wanneer echter de
door de statuten geëiste zekerheden niet volledig
aanwezig zijn, bestaat er een mogelijkheid om
hen, die waard zijn 0111 geholpen te worden
personen dus, die betrouwbaar zijn, voldoende
vakbekwaamheid bezitten, terwijl de overtuiging
bestaat dat zij hun verplichtingen t.o.v. de boe
renleenbank uit de inkomsten van hun bedrijf
zullen kunnen nakomen toch crediet te ver
lenen. Voor dit doel is immers reeds 7 jaar
geleden ingesteld de Afdeling C van het Onder
ling Waarborgfonds, waardoor het mogelijk is
tegen betaling, hij wijze van premie, van een
rente die hoger ligt dan de normale rente,
credieten te verstrekken in geval de normale
zekerheden ontbreken. oor bijzondere omstan
digheden zijn bovendien steeds bijzondere maat
regelen getroffen, waarbij de voorzitter wees op
de bijzondere credietverstrekkingen aan pach
ters in de N.O.-polder, waarvan een veelvuldig
gebruik is gemaakt en op demestvarkencredieten
en op de oogstcredieten, die beide indertijd zijn
ingesteld door de t entrale Bank doch w aarvan
slechts zeer sporadisch gebruik is gemaakt. Ook
noemde de voorzitter de credietverlening onder
verwaarborging van het Waarborgfonds voor
de eenstreek en het Borgstellingsfonds voor de
Landbouwdie beide slechts een bescheiden
ontwikkeling te zien heblren gegeven. De con
clusie zou mogen zijn, dat in Nederland geen
grote behoefte is aan nieuwe vormen van cre
dietverlening in land- en tuinbouw.
Tn dezen past echter een voorzichtig oordeel. De
minister van Landbouw heeft aan het Land-
hou w-Economisch Instituut opgedragen een
onderzoek in te stellen naar de liquiditeits-
1'ositie in de landbouw en naar de behoefte aan
nieuwe vormen van landbouwcrediet, de uit
komsten van welk onderzoek met belangstelling
worden afgewacht. Inmiddels is de Centrale
Bank ontvankelijk voor weloverwogen voor
stellen op dit punt, met de nadruk op het woord
weloverwogen", omdat op dit terrein veel
lekenpraat wordt verkocht.
Als er verbeteringen nodig zijn en mogelijk
zullen blijken, is onze organisatie geen harde
financier, maar zij bestaat uit mensen met een
sociaal voelend hart, echter steeds er zich van
bewust, dat als de boerenleenbanken of de Cen
trale Bank geld uitlenen, dit geen geld is dat hen
persoonlijk toebehoort, maar geld dat eigendom
is van anderen, die hun het beheer ervan hebben
1