Kort verslag van de Algemene Vergadering van de Centrale 'Rank, van liet Onderling Waarborgfonds en van de C irondkapitaalbank Volgens oud-minister Van den Brink (in liet kwartaaloverzicht van de Amsterdamse Bank - Incasso - Bank) staat Benelux voor de keuze: ofwel een werkelijke economische unie, ofwel een losse economische samenwerking, die steeds door moeilijkheden verbroken dreigt te worden. De wenselijkheid van een werkelijke unie staat huiten kijf. De ervaring met de Vóór-Unie heeft aangetoond, dat de gemeenschappelijke markt voor alle partners van groot voordeel is. Tloe echter te handelen met de loonverschillen De schrijver zegt, dat Nederland zich geen belang rijke stijging van het algemene loonniveau kan veroorloven. Structurele werkloosheid en ver storing van het betalingsbalansevenwicht zouden de gevolgen zijn. Ons land heeft zich zware offers getroost om met de andere partners gelijk te komen. Er zijn relatief grote investeringen tot stand gekomen en er is daarnaast een relatief laag consumptiepeil gehandhaafd om werkge legenheid te scheppen voor de duizenden, waar mede de beroepsbevolking ieder jaar toeneemt. Ook in de komende jaren staan wij voor die taak. Zouden wij de lonen en daarmede de ar beidskosten tot het Belgische peil verhogen, dan zou dat onmiddellijk het evenwicht in de beta lingsbalans en dat op de arbeidsmarkt verstoren en daarmee zou Nederland weer tot de positie wan onvolwaardige Benelux-partner terugvallen. De scheidende directeur-generaal voor de indus trialisatie, dr. Winsemius, heeft de balans opge maakt over de afgeloj>en vier en een half jaar. Tiet productievolume is gestegen van 20 tot 25 niilliard gulden, dat is ongeveer 30 De industriële personeelssterkte steeg met 13S.000 man. Tn totaal werd ruim 7 milliard gulden industrieel belegd. Dit alles is bereikt onder gunstige marktverhoudingen. Hoe z; gaan als de afzetmogelijkheden minder goed worden? Nederland beeft de laatste tijd geprofi teerd van de omstandigheid, dat in een aantal landen een sterke in flationistische druk heerste, terwijl bij ons het tegenovergestelde bet geval was. Dat zal niet zo blijven. Dr. Winsemius meende overigens dat het goede resultaat mede is bereikt doordat wij producten van goede kwa liteit leveren. Dank zij de kwalitatieve vooruit gang kunnen wij ons meten met de beste buiten landse fabrikanten. Dat is nog lang niet altijd tot ons volk doorgedrongen. We produceren steeds meer varkensvlees en eieren. Hoe houdt ge deze productie in to beeft een kamerlid aan de minister van bouw gevraagd. Wat de afzet van eieren betreft zal Duitsland uitkomst moeten bieden. Men kan daar nog veel meer eieren gebruiken. Engeland, dat voor onze eierexport weinig betekent, w il in dit jaar nog 7500 ton bacon extra afnemen. Dat brengt nog geen uitkomst, want op het einde van bet jaar zal de varkensstapel rond 3 nullioen stuks be dragen, dat is evenveel als in I932, toen de varkens 9 cent per pond levend gewicht op brachten. Er zal getracht moeten worden voor nog meer bacon in Engeland een plaats te krij gen. De vooruitzichten van de vleeswaren-export zijn volgens de minister ook weer gunstiger geworden. gehouden op donderdag 3 /nni 1053 Ie Utrecht Algemene vergadering van de Centrale Bank In de tot aan de nok toe gevulde grote zaal van Tivoli te Utrecht werd op 4 Juni 1953 de alge mene vergadering van de Centrale Bank gebon den. Er waren omstreeks 2100 personen aanwezig. De voorzitter van de raad van toezicht, de heer I). W. Eiudenbergh, wijdde in zijn openings- woord enige woorden aan de nagedachtenis van mr. W. F. F. Baron van Verschuer, welke op 21 juli 1952 overleed. Zijn verscheiden wordt door de lege plaats, welke liij in het bestuur van de Centrale Bank heeft achtergelaten, door zijn grote gaven van hoofd en hart als een groot verlies gevoeld. Vervolgens sprekende over de watersnoodramp, welke ons land op 1 Februari 1953 trof, her dacht de voorzitter de slachtoffers van deze Benelux Ruim vier jaar industrialisatie Varkens en eieren 1 269

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1953 | | pagina 5