maakt te hebben en eerst daarna zal het ver
dronken land boven water kunnen komen, De
gronden, die reeds eerder zijn droog gekomen
- en dat is gelukkig verreweg het grootste ge
deelte ondervinden zeer de invloed van de
verzilting. En kan men zich achter de haastig
herstelde dijken in de komende winter veilig
gevoelen
De schade is enorm. Men krijgt daarvan een
indruk, wanneer men een pas drooggevallen
dorp bezoekt. De aanblik daarvan is rampzalig
en troosteloos. De regering schat de directe
schade op 860 millioen. Dit cijfer wordt ge
noemd in de memorie vair toelichting op het
wetsontwerp watersnoodsehade 1953, dat in de
tweede helft van Mei verschenen is. De onder
verdeling van dit cijfer is als volgt: landbouw-
schade 140 millioen; woningen, boerderijen
en andere gebouwen 160 millioen; cultuur
grond, dijken, wegen, verkeersmiddelen enz.
400 millioen: industrie, handel, scheepvaart en
overig bedrijfsleven 120 millioen; kosten van
evacuatie 40 millioen. De specificatie, die van
de f 140 millioen landbouw schade wordt gege
ven, is de volgendeboomgaarden 25 millioen
gewassen te velde 24 millioen; geoogste pro
ducten 2t millioen; houtopstanden 2 mil
lioen; levende har e 20 millioen; bedrijfsvoor
raden 15 millioen; werktuigen en gereedschap
pen 20 millioenschade-beperkende voorzie
ningen 15 millioen. De schade aan de cultuur
grond wordt geraamd op f 120 millioen; dit
cijfer geeft de geraamde kosten van het herstel
aan.
Critiek op het wetsontwerp
De discussies over het wetsontwerp watersnood-
schade zijn nog maar nauwelijks begonnen. Het
ziet er naar uit, dat er nog wel een hartig
woordje over zal worden gesproken. Uit Zeeland
komen reeds stemmen, die het onjuist oordelen,
dat de regering uitgaat van de beginselen, vast
gelegd in de wet op de materiële oorlogsschade.
De regering is nl. van mening, dat het tegenover
de oorlogsslachtoffers niet te verdedigen is, dat
thans principieel een gunstiger vergoedingsrege
ling in het leven wordt geroepen dan die, welke
voor laatstgenoemde getroffenen heeft gegolden
en waarvan de afwikkeling nog gaande is.
De Stichting voor de Landbouw heeft bereids
haar zienswijze aan de Tweede Kamer kenbaar
gemaakt. Zij meent, dat het wetsontwerp ten
aanzien van de materiële schade een vrij aan
vaardbare regeling geeft. Zij heeft echter wel
enige opmerkingen. De Stichting is van mening,
268
dat in de wet een positief recht op vergoeding
van huisraadschade dient te worden opgenomen.
Als tweede punt wordt genoemd de noodzaak
van een vergoeding voor doorlopende kosten,
ondernemersloon, rente en afschrijving, zulks
om verarming van de geteisterde streken te
voorkomen. Verder wordt er de nadruk op
gelegd, dat de rechtszekerheid der getroffenen
dient te worden vergroot. Wij zullen de deside
rata van de Stichting hier niet verder overne
men. Men ziet echter, dat de georganiseerde
landbouw reeds actief is. T.z.t. zullen wij in ons
orgaan op deze belangrijke materie terugkomen.
I let is algemeen bekend, dat er na het herstel
van de oude toestand in de getroffen gebieden
nog een groot probleem onopgelost blijft. Op
dit vraagstuk studeert momenteel de Delta
commissie. Het gaat om de afsluiting van de
zeearmen tussen de Zuidhollandse- en Zeeuwse
eilanden.
Sprekende voor een vergadering van het Insti
tuut voor Volkshuisvesting en Stedebouw heeft
de heer Mesu, de directeur van de Cultuurtech
nische Dienst, een beeld gegeven van de ontwik
kelingsmogelijkheden van de eilanden, indien de
zeegaten zouden worden gesloten. Door de af
sluiting zal er een zoetwaterboezem worden ge
vormd ter grootte van 70.00 ha. Dit is van zeer
groot belang voor de landbouw in deze gebie
den. Na inpoldering zal er bovendien nog 10 a
20.000 ha vruchtbaar land worden gewonnen.
De afsluitdammen bieden de mogelijkheid tot
het scheppen van goede verbindingen met en
tussen de eilanden. De waterwegen zullen er in
verkeerstechnisch opzicht op vooruit gaan. De
verbinding AntwerpenMoerdijk zal zonder
grote extra-kosten tot stand komen.
De afsluiting van de zeegaten en de goede ver
bindingen zullen de vestiging van industrieën op
de eilanden bevorderen. Er is dan immers zoet
water beschikbaar. De enige tak van nijverheid,
die nadeel ondervindt, is de visserij, speciaal de
oester- en mosselcultuur.
Bij alle voordelen, die reeds opgesomd zijn,
komt dan nog het voornaamste en dat is dat de
eilanden na de afsluiting van de zeearmen goed
beveiligd zullen zijn tegen de hoogste vloeden.
Indien de ramp van 1 Februari T953 ons een
definitieve oplossing van de vele vraagstukken
zou brengen, die in het Zuidwestelijke eilanden-
gebied bestaan, dan zou men met recht kunnen
zeggen, dat de nood toch een deugd gebracht
zou hebben.
Van de nood een deugd