verhoudingen op het gebied van het internatio
nale handels- en kapitaalverkeer. In het binnen
landse betalingsverkeer speelt het handelscre-
dietverkeer zich vrijwel uitsluitend via de debi
teuren-rekeningen van de banken af.
Een en ander heeft het bankwezen genoodzaakt,
de voor korte tijd beschikbare liquide middelen
in schatkistpromessen (lopende van één maand
tot ten hoogste één jaar) te beleggen, met als
gevolg dat in de disconto-portefeuilles der ban
ken tegenwoordig vrijwel uitsluitend dit schat
kistpapier voorkomt. Nevengevolg hiervan is,
dat op de particuliere disconto-markt uitsluitend
in zulke promessen wordt gehandeld. De parti
culiere disconto-noteringen, die daar gelden,
richten zich dientengevolge niet meer naar het
officiële disconto van de Nederlandsche Bank,
maar naar de disconto-rente, die geldt voor af
gifte van promessen door de agent van het
ministerie van Financiën. Als regel zijn die
open-markttarieven wat lager dan de zgn. af-
gifte-prijzen. Het disconto van de agent voor
éénjaarpromessen bedraagt thans Y\ °/o. In tij
den van spanning, d.w.z. geldschaarste, zoals
tegen het einde van een maand, betaalt men
voor korte termijnen soms nog meer op de open
markt, dan het officiële tarief bedraagt. Zien
de banken zich genoodzaakt op haar beurt een
beroep op het crediet van de Nederlandsche Bank
te doen, dan kunnen zij daarvoor het schatkist
papier gebruiken, doch evengoed effecten be
lenen of voorschotten in rekening-courant op
nemen. Steeds zal het daarvoor te berekenen
rentetarief door de circulatiebank gebaseerd zijn
op het zgn. officiële disconto, dat derhalve, hoe
wel het zijn functie als rentetarief voor han
delswissels grotendeels heeft verloren, toch nog
baken voor het ganse credietverkeer is gebleven.
Een ander markant verschil met de toestand van
vóór de oorlog is, dat veranderingen in het dis
conto van de Nederlandsche Bank onder de be
staande omstandigheden in het geheel geen in
vloed hebben op de internationale kapitaalbewe
ging en op de stand van de betalingsbalans. Als
gevolg hiervan is een disconto-verhoging of
-verlaging van veel minder invloed op de geld-
hoeveelheid dan voorheen. Want terwijl een
renteverhoging eertijds automatisch leidde tot
een toevloeiing van kapitaal uit het buitenland,
dat van de hogere rente wil profiteren en een
renteverlaging een tegengestelde beweging in
gang zette (waardoor dus de stand van de be
talingsbalans en bijgevolg de omvang van de
gouddekking van de circulatiebank kon worden
beïnvloed), hebben de deviezenbarrières die
samenhang geheel verbroken.
Als gevolg van een en ander is de uitwerking
van een verandering der officiële rentetarieven
lang niet zo sterk meer, of, anders gezegd, is de
reactie-snelheid van de geldomloop op disconto
wijzigingen veel kleiner geworden. Eerst wan
neer het internationale kapitaalverkeer weder
volkomen vrij zal zijn gemaakt, zal het disconto
daarop weer een regelende invloed kunnen uit
oefenen.
In de laatste jaren hebben de monetaire instan
ties hier te lande enige malen het disconto
wapen gehanteerd, om aan de politiek van goed
koop geld kracht bij te zetten. Nadat de emissie
ener 3^2 -staatslening in het voorjaar van
1951 in feite mislukt was, heeft de Nederland
sche Bank het officiële disconto verhoogd. Dit
jaar hebben wij het tegenovergestelde kunnen
waarnemen, n.1. een disconto-verlaging, die zich
aansloot bij de rentedaling op de beleggings-
markt, doch op zichzelf weer een voortzetting
van die rentedaling in de hand werkte.
Het voeren van een disconto- of rentepolitiek
is sedert de grote economische crisis van 1930
door sommigen aangeprezen als een middel, om
de conjunctuur aan te zwengelen. De gedach-
tengang daarbij was, dat een vergroting van de
■jeldhoeveelheid de economische activiteit zou
prikkelen en stimulerend zou werken op de
ondernemingslust. De ontoereikendheid van het
disconto-wapen als middel tot forcering van de
algemene liquiditeit, d.w.z. van de vraag naar
crediet, is echter even duidelijk aan de dag ge
treden,, als de onhoudbaarheid van de monetaire
conjunctuur-theorie. Een gezonde economische
ontwikkeling kan nu eenmaal niet op ongezond
geld worden opgebouwd.
Evenmin is gebleken, dat de hoogte van het
disconto beslissend zou zijn voor de stand van
de prijzen. Wanneer de prijzen door overdreven
speculatie en verwachtingen, in tijden van hoog
conjunctuur, zijn opgedreven tot een ongerecht
vaardigd niveau en een uit economisch oogpunt
gevaarlijke ontwikkeling dreigt des te ster
ker de stijging, des te groter de nimmer uitblij
vende terugslag dan kan een drastische ver
hoging van het disconto de ongezonde prijsstij
ging tot staan brengen. De banken zeggen cre-
dieten op en worden voorzichtiger met het ver
strekken van nieuwe leningen en dit zal weer
tot gevolg hebben, dat speculanten tot afwik
keling of inkrimping van voorraden overgaan,
waardoor een prijsdaling intreedt, die het her
stel van meer gezonde verhoudingen bevordert.
Die prijsdaling zal echter slechts plaats vinden,
o
285