raties en het ledenkapitaal, zoals dit veelal bij
Nederlandse coöperaties voorkomt. Onder
ledenkapitaal wordt dan verstaan een rekening
n de boeken van de vereniging, waarop de leden
zijn gecrediteerd doordat zij nabetalingen en af
nemersdividenden in de zaak hebben gelaten.
Het eenvoudigste laat zich deze vergelijking
trekken,, als men ziet wat er bij liquidatie der
vereniging geschiedt, indien er bij die liquidatie
een tekort is.
In Nederland zijn de leden, voorzover het aan
deel in het ledenkapitaal betreft, crediteuren van
de coöperatie, in welke positie zij, althans juri
disch gesproken, in niets verschillen van andere
crediteuren. Zij staan daarmede op één lijn. Het
'edenkapitaal is dus in principe niet risicodra
gend (in de gangbare zin van het woord), doch
vormt een verplichting van de vereniging tegen
over haar leden.
Krachtens de statuten zijn de leden echter meest
al aansprakelijk voor een tekort, hetzij beperkt,
hetzij onbeperkt en de vereniging heeft het recht
om hetgeen zij uit dien hoofde van de leden te
vorderen heeft, te verrekenen met een saldo te
hunnen gunste op ledenrekening. Men kan dus
zeggen, dat het ledenkapitaal in principe niet,,
doch in feite (n.1. indirect, via de aansprake
lijkheidsregeling) wèl risicodragend is.
In Amerika is de ledenreserve rechtstreeks risi
codragend.
De Amerikaanse coöperator is er zich van be
wust, dat het, bij afwezigheid van enige aan
sprakelijkheid der leden, niet past, dat de leden
jegens de coöperatie gelijke rechten hebben als
haar crediteuren. Daar hij duidelijk ziet, dat
zijn coöperatie niets anders is dan de daarin
samenwerkende boeren, vindt hij het niet in
overeenstemming met de realiteit, dat die sa
menwerkende boeren bij eventuele liquidatie ge-
lij k-op zouden delen met hen, die in feite hun
crediteuren zijn. De ledenreserve is dus achter
gesteld bij de andere crediteuren, doch gaat bij
liquidatie vóór het initiële kapitaal. Hetgeen
men in Nederland via de aansprakelijkheid be
reikt, is bij de Amerikaanse coöperatie recht
streeks het gevalde ledenreserve is risicodra
gend; het is kapitaal.
Bezien vanuit de portemonnaie van de samen
werkende boeren is er dus weinig verschil in
lat opzicht, al is het wenselijker, dat het geld er
ss, dan dat het er met gebruikmaking van de
'edcn-aansjrakelijkhcid nog moet komen.
Wij zijn coöperaties tegengekomen, op welker
280
balans alleen deze ledenreserve verscheen. Ge
zien het risicodragend karakter, vervult deze
ledenreserve economisch de functie van een
reserve, zodat men gewone reserves dan soms
overbodig acht. Maar in het algemeen acht men
het raadzaam, dat naast de ledenreserves nog
gewone reserves worden gevormd, die als buf
fer dienen om een schok op te vangen, daardoor
de belangen van de crediteuren en de leden be
schermend.
Financiering ook door niet-leden
Er is echter een ander zeer belangrijk verschil.
Als men de zaak door een Nederlandse bril be
ziet,, zou men kunnen zeggen, dat de leden ener
Amerikaanse coöperatie beperkt aansprakelijk
zijn tegenover de vereniging voor een eventueel
tekort, n.1. tot hun aandeel in het eigen kapitaal
der coöperatie, waaronder dus ook de leden
reserve is begrepen. Ook echter de niet-leden,
die zaken doen met de coöperatie, zijn aanspra
kelijk, want ook de niet-leden nemen in verband
met de fiscale bepalingen en de anti-trust-wet
ten, welke in Amerika gelden, dikwijls op de
zelfde condities deel aan het verkeer met de
coöperatie.
Ook op de uitbetalingsprijs aan hen worden in
houdingen toegepast en ook zij krijgen een na
betaling, waarvan zij verplicht zijn een gedeelte
in de zaak te laten. Ook z'j hebben aldus een
aandeel in de ledenreserve (die voor dit geval
dus eigenlijk „niet-leden"-reserve zou moeten
heten). Dat is een zeer wezenlijk verschil met
hetgeen in Nederland over het algemeen gebrui
kelijk is.
Deze aansprakelijkheid van niet-leden is echter
geenszins ongemotiveerd. Integendeel,, doordat
de niet-leden gebruik maken van de coöperatie,
profiteren zij daarvan even zo goed als de leden.
In Nederland zijn het echter uitsluitend de
leden, die delen in de risico's, die het bedrijf,
dat de coöperatie voert, nu eenmaal met zich
brengt. Gaat het mis, dan moeten de leden be
talen. Weliswaar zijn de voorwaarden, waar
onder niet-leden van het bedrijf der coöperatie
gebruik kunnen maken,, in Nederland dikwijls
iets ongunstiger dan voor de leden, doch met
dit verschil is het risico veelal niet betaald. De
Amerikaan vindt het dan ook volkomen logisch,
dat de niet-leden, die op gelijke wijze als de
leden worden geholpen, ook in het risico delen.