ze in de zaak. Het geld voor de aflossing op de lening haalt men ergens anders vandaan, n.1. van de leden. Bij afzetcoöperaties geschiedt dit als volgt Bij elke periodieke afrekening wordt een be paald percentage ingehouden voor kapitaalvor ming. Dit is een kapitaalbijdrage van de leden boven het aanvankelijk gefourneerde begin kapitaal. Bij een zuivelfabriek zal dit b.v. zijn j/> cent per kg melk. Laten wij aannemen, dat dit bij onze fruitkwekerscoöperatie 6 dollarcent be draagt. Bij een verwachte omzet van 50.000 kisten betekent dit 3.000 dollar per jaar. Dit bedrag wordt op de lening afgelost. Bij gelijk blijvende omzet is de lening van 15.000 dollar dus na 5 jaar afgelost en volledig vervangen door eigen kapitaal van de vereniging; eerder dus dan de activa, die er mede zijn gefinancierd, zijn afgeschreven. In onze fruitkwekerscoöpe ratie zit dan 30.000 dollar eigen kapitaal, afge zien nog van de gewone reserve. Het kapitaal, gevormd door die 6 dollarcenten per kist 15.000), wordt zodanig geboekt door de vereniging, dat precies kan blijken hoeveel elk lid in dat kapitaal heeft bijgedragen. Laten wij dit aldus gevormde kapitaal noemen: de ledenreserve. Ook in het zesde jaar, als de lening is afgelost, gaat de vereniging door met de inhouding van 6 dollarcent per kistals de vereniging niet be hoeft uit te breiden en dus geen nieuwe inves teringen heeft te doen, zou zij daardoor over- gekapitaliseerd raken. Aan het einde van het zesde jaar gaat zij dan aan die leden, welke in het eerste jaar hun 6 centen per kist hebben bijgedragen aan de opbouw van de ledenreserve, dit bedrag terugbetalen. Hiermede is het schema in zijn eenvoudigste vorm geschetst. Het komt er dus op neer, dat de coöpererende boer door geleidelijke kapitaalverschaffing in de eerste jaren van zijn lidmaatschap, in plaats van terstond,, eerst over enige jaren, de voor delen van zijn coöperatie ondervindt, doch dan ook merkelijk. Dit systeem wordt in Amerika genoemd het „revolving capitaI system"het systeem van de omwentelende, voortrollende ledenreserve. Zoals gezegd vormen de afzetcoöperaties deze ledenreserve door tussentijdse inhoudingen op de nitbctalingsprijs. Men acht dit meer aanbe- 278 velenswaardig dan dat deze ledenreserve ge vormd wordt doordat de leden een gedeelte der nabetalingen in de zaak laten aan het einde van het jaar. De nabetalingen zijn immers afhanke lijk van een eventueel voordelig saldo. Als er daarvan na dotering aan de gewone reserve niets overschiet voor het doen van een nabetaling, zou er dus ook geen ledenreserve gevormd kunnen worden. Dit riskeert de Amerikaan niet. Hij houdt geleidelijk bedragen in, zodat er aan het einde van het jaar in elk geval een ledenreserve is. Hij bouwt zodoende een financieel krachtige coöperatie op. Bij aankoopcoöperaties wordt desalniettemin de ledenreserve dikwijls gevormd doordat de leden het grootste deel der nabetalingen of afnemers dividenden in de zaak laten. Daar men met aller lei soorten artikelen te maken heeft, oordeelt men een systeem, waarbij aan de leden zekere opslagen worden in rekening gebracht op de prijzen administratief te kostbaar. Toch komt het voor, dat men de ledenreserve bij aankoop verenigingen uit opslagen vormt, b.v. 50 dollar cent per ton kunstmest. Geleidelijk verschaffen de leden het benodigde kapitaal Men kan rustig zeggen, dat vrijwel alle coöpe raties in Amerika het systeem van de voortrol lende, zichzelf vernieuwende ledenreserve, vol gen. De Amerikaan werkt er dus op aan, dat de leden geleidelijk zoveel kapitaal in de vereniging stoppen, dat zij daaruit in elk geval de vastge legde activa en de ijzeren voorraad, als die er is, volledig kan financieren. Trekken wij eens een vergelijking met een vee stapel. Een boer, die zijn veestapel wenst te vergroten, zal meestal wel tot de conclusie komen, dat de meest voordelige weg daartoe is„ om de ver koop van de kalveren gedeeltelijk stop te zetten. Over een paar jaar zal zijn stal zijn aangegroeid door de jonge aan fok en de boer gaat de moge lijkheid overwegen 0111 wat geld te maken door de oudere koeien te verkopen. Op precies de zelfde wijze werkt het systeem van de voortrol lende zichzelf vernieuwende ledenreserve bij een coöperatie. Dit financieringssysteem sluit ook bij uitstek aan op het wezen van de coöperatieve vereni ging. Hierdoor wordt n.1. bevorderd, dat de Revolving capital system bij uitstek geëigend voor coöperatie

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1953 | | pagina 14