De Amerikaan realiseert zich ook, dat speciaal afzetcoöperaties soms meer kapitaal nodig heb ben dan particuliere ondernemingen, waarmee zij in concurrentie treedt, vanwege de verplich ting om het gehele product, dat door de leden wordt aangeboden,, af te nemen, ongeacht de marktverhoudingen. Zulke coöperaties kunnen niet kopen als de markt gunstig is en zich daar van onthouden in een teruglopende markt. Het gevolg daarvan kan zijn, dat zij soms grote voorraden moeten aanhouden, hetgeen onver mijdelijk risico meebrengt. Ter illustratie Stellen wij bij wijze van illustratie eens, dat enige Amerikaanse boeren een coöperatie wil len gaan oprichten en dat becijferd is, dat deze coöperatie ter financiering van terreinen, ge bouwen en installaties 25.000 dollar nodig heeft en dat de behoefte aan bedrijfskapitaal 20.000 dollar is. Tezamen dus 45.000 dollar. Hoe worden deze middelen verkregen en welk gedeelte moeten de leden daarvan zelf bijeen brengen De Amerikaan gaat van het principe uit, dat de grootte van het bedrag, dat de leden in de zaak steken, voor hen een voortdurende prikkel moet vormen om een behoorlijke aandacht aan de gang van zaken bij de coöperatie te wijden, waardoor zij dit belang zoveel mogelijk trach ten te beschermen. Als de leden dit principe ver onachtzamen en er te weinig geld van de leden zelf in de coöperatie wordt gestoken,, is daar mede naar Amerikaans inzicht de kiem gelegd voor een mislukking. Dit betekent niet dat de leden het gehele bedrag van 45.000 dollar op tafel moeten leggen. Uitzonderlijke gevallen daargelaten, zou dit trouwens niet mogelijk zijn. Om het gat te overbruggen, dat bestaat tussen een behoorlijke investering door de leden en het bedrag dat in totaal wordt vereist, kan de coöperatie gerust geld lenen. Er is geen vaste regel te geven voor de verhou ding tussen geleend en eigen kapitaal in een coöperatie, maar de Farm Credit Act van 1933 beperkt het bedrag, dat de Bank for Co-opera- tives op de vastgelegde activa mag uitlenen, tot 60 van hun reëele waarde. Dit betekent dus, dat de leden van de benodigde 25.000 dollar ter financiering van de vastge legde activa, 40 dat is 10.000 dollar, op ta fel moeten leggen, terwijl de bank 15.000 dollar op hypotheek verschaft. Stel, dat deze coöperatie zich bezig houdt met 276 de afzet van fruit, niet door middel van een veiling, maar door het sluiten van contracten met afnemers, en dat zij een omzet verwacht van 50.000 kisten; dan bedraagt het aandeel, dat elk lid in het vaste kapitaal moet fourneren, dus 20 dollarcent per kist. Een lid, dat verwacht 1.000 kisten via de coöperatie af te zetten, moet dus voor 200 dollar in het vaste kapitaal deel nemen. Wat het bedrijfskapitaal betreft, wordt het in Amerika het beste geoordeeld, als de coöperatie voorzover zij daarvoor gelden leent deze middelen op korte termijn opneemt, evenals het gebruik is, dat een boer, als hij geld leent ter voorbereiding van de oogst, dit terugbetaalt als deze is binnengehaald en afgezet. De vorm van een crediet in lopende rekening wordt daarvoor niet zo zeer gebruikt, omdat men in Amerika het standpunt inneemt, dat men als het ware op gezette tijden moet tonen dat men het geld nog heeft, evenals ten onzent de eis wordt gesteld dat het crediet in lopende rekening omloopt. De geldverstrekkende instellingen geven er de voorkeur aan om de leningen ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal af en toe op nieuw onder de loupe te nemen om te bezien of de bedrijfsvoering wel naar wens geschiedt. Zij kunnen dan of stoppen met de credietverlening of maatregelen eisen, die verbetering brengen in de bedrijfsvoering. Welk bedrag moeten nu de leden van het be drijfskapitaal voor hun rekening nemen? Naar Amerikaanse principes mag een coöperatie ge rust het grootste deel daarvan lenen, maar men is tevens van oordeel, dat bij een pas beginnende afzetcoöperatie tegenover elke 4 geleende dol lars voor bedrijfskapitaal er minstens 1 moet staan die uit eigen middelen van de coöperatie wordt gefourneerd. Bij een aankoopvereniging acht men het zelfs wenselijk, dat tegenover elke 2 geleende dollars er 1 staat van de coöperatie zelf. Daar onze fruitcoöperatie 20.000 dollars nodig heeft voor bedrijfsdoeleinden, mag zij er daar van dus 16.000 lenen en moet zij 4.000 dollar van haar leden zien te krijgen. Dat betekent per lid 8 dollarcent per kist. Voor de zekerheid voegen wij hier nog 2 dollarcent per kist bij, in geval de begroting van de kosten wat tegenvalt. Derhalve moet de fruitkweker, die denkt het eerste seizoen 1.000 kisten via zijn coöperatie af te zetten, 200 dollar voor het vaste kapitaal en 100 dollar voor het bedrijfskapitaal op tafel leggen, hetgeen tezamen 300 dollar uitmaakt.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1953 | | pagina 12