Is (Ik wij/i* van financiering der landbouwcoöperaties in Amerika voor mis leerzaam? ciële sector zijn er echter tal van problemen die om een oplossing vragen. De heer Zeijler wekt op tot voortdurende medewerking en medeleven met het rampgebied. De heer M. R. Hiemstra, kassier van de boeren leenbank „Witmarsum", vertolkt het gevoelen van de vergadering door uitdrukking te geven aan de bijzondere voldoening over het verloop dezer vergadering, ook wat de verzorging van de inwendige mens betreft. Hij spreekt de hoop uit, dat men dit het volgend jaar weer zo zal doen, hetgeen de voorzitter hem toezegt. Hierna vraagt de heer H. Zanen van de boeren leenbank „Bergambacht" of bestuursleden van een boerenleenbank kunnen worden gestraft met een boete, indien de bank een gevoelig verlies heeft geleden. De voorzitter van het bestuur antwoordt daarop, dat bestuursleden, indien zij willens en wetens zijn ingegaan tegen klem mende adviezen van de Centrale Bank, zeer zeker mede aansprakelijk moeten worden geacht voor het geleden verlies. Niet alleen door het Onderling Waarborgfonds, doch ook door de rechter en wel op grond van de wet, welke niet alleen zegt wat het bestuur mag doen, maar ook waartoe het verplicht is. De heer Jac. v. d. Pol, kassier van de boeren leenbank „Veen", vraagt tenslotte of het ook mogelijk is dat indien alleen de Centrale Bank Yi gedeelte van de verschuldigde inkoopsom betaalt voor een bij de Stichting Pensioenverze kering Kassiers te verzekeren pensioen, de kas sier recht kan doen gelden op een evenredig gedeelte van het pensioen, zonder dat boeren leenbank of kassier zelf daaraan heeft bijge dragen. De heer Visser antwoordt hierop dat het reglement zulks niet toelaat en dat bij de opzet als voorwaarde werd gesteld, dat boeren leenbank en kassier vóór moesten gaan. Boven dien meent hij dat zowel kassiers als ook de boerenleenbanken, welke toch zelfstandige instel lingen zijn, uit overwegingen van zelfrespect hierop geen prijs zullen stellen. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voor zitter deze druk bezochte vergadering. Algemene vergadering van de Grondkapitaalbank In de des morgens ten kantore van de Centrale Bank plaats gehad hebbende algemene vergade ring van de Grondkapitaalbank werden beide aftredende leden van de raad van toezicht als zodanig herkozen, nl. de heren C. S. van Beu- ningen en D. W. Lindenbergh. De rekening en verantwoording over het 25e boekjaar werd goedgekeurd. In de bestuursvacature, ontstaan door het over lijden van de heer mr. W. F. F. Baron van Verschuer werd mr. C. Th. E. Graaf van Lyn- den van Sandenhurg te Neerlangbroek gekozen. In het bestuur werd herkozen prof. dr. G. Min- derhoud, terwijl in de vacature, ontstaan door het overlijden van de heer H. Koster Kzn. te Wieringerwaard, werd gekozen de heer K. Hoge- toorn te Noord-Beemster. In de raad van toezicht werden de heren dr. R. Kuperus en H. H. M. Peters herkozen. Tot plaatsvervangende leden van het bestuur werden herkozen de heren D. W. Lindenbergh en C. S. van Beuningen. Inleiding gehouden voor de algemene vergadering van de Centrale Bank op 4 /ani 1953 door Jhr. Mr. C. Greven In de zomer van het vorige jaar genoot ik het voorrecht om met een groep van 10 coöperatie deskundigen een kleine twee maanden in de Verenigde Staten van Amerika door te brengen, teneinde waar te nemen hoe men daar land bouwcoöperatie bedrij ft. Vanzelfsprekend had in het bijzonder de finan ciering van de coöperatie daar te lande mijn be langstelling en daarover wil ik U gaarne iets vertellen. Wat is landbouwcoöperatie? Landbouwcoöperatie is een samenwerking van agrarische producenten tot afzet van produc ten of aanschaffing van benodigdheden, waarbij alle overschotten boven de te maken kosten aan de deelnemers ten goede komen naar de mate waarin zij er aan hebben deelgenomen. Onder „kosten" wordt mede begrepen het vor men van een noodzakelijke reserve. 274

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1953 | | pagina 10