Jhr.Mr.W.C. Hooft Graafland
ten en de kosten van levensonderhoud heeft de
uitvoering van dit advies niet, tenzij na verloop
van enige jaren mocht blijken, dat het minimaal
noodzakelijk geachte pachtpeil op een groot aan
tal bedrijven op de minder goede gronden bij
het bestaande prijspeil niet kan worden gereali
seerd.
Het komt er nu maar op aan wat moet worden
verstaan onder het begrip redelijke winst" voor
de pachter. De S.E.R. heeft hierover geen uit
spraak gedaan. Zij dringt er in haar advies op
aan, dat de overheid, voorgelicht door een per
manente commissie van advies, deze knoop in
het pachtbeleid doorhakt en hiervoor normen
stelt. De complicaties,
die hier naar voren
komen, zijn onlangs
door prof. Minderhoud
in een rede te Wage-
ningen uitvoerig be
sproken.
Over het koopprijsbe-
leid bestond er in de
S.E.R. geen overeen
stemming. Een meer
derheid achtte de prijs-
beheersing van zo grote
betekenis, dat zij haar
een kans wilde geven.
Voor het geval prijs-
beheersing zou blijven,
bracht de raad een
stemmig een advies uit,
dat hierop neerkomt,
dat wordt aanbevolen
voor landerijen de
netto-pacht te kapitali
seren tegen een rente
voet van 24 van de algemene rentevoet gedurende
de laatste drie jaren. Voor de gebouwen wordt
geadviseerd als maatstaf te nemen de algemene
vervangingswaarde d.w.z. de vooroorlogse
waarde, vermenigvuldigd met de index van de
algemene prijsstijging voorzover vervanging
rationeel is en uiteraard met inachtneming van
leefti jd en staat van onderhoud van de gebouwen.
Reden voor pessimisme?
De voorzitter van de Stichting voor de Land
bouw, de heer H. D. Louwes, heeft in het eind
van 1952 gezegd, dat er ten opzichte van onze
landbouwexport „stormseinen" uithangen. Mede
r.aar aanleiding van deze uitlating heeft er on
langs een conferentie plaats gevonden te Oos
terbeek, waar de voorzitters van een aantal
bedrijfschappen hun mening hebben gegeven
over de afzet van Nederlandse agrarische pro
ducten. Daarover is ongeveer het volgende
gezegd.
De varkenshouderij verkeert in een kwetsbare
positie. De varkensstapel breidt zich nog altijd
uit; men moet teruggaan tot i932/'33, willen
we een cijfer ontmoeten, dat de huidige omvang
evenaart. Met 300.000 stuks is het aantal fok-
zeugen hoger dan ooit te voren. Van primair
belang is het baconcontract met Engeland. Voor
het tijdvak van 1 October 1952 tot 31 December
1953 kan 35.000 ton bacon aan Engeland wor
den geleverd. Per 1 Maart was de helft afge
zonden. De resterende
17.500 ton moet wor
den uitgesmeerd over
de rest van het jaar,
want er bestaat geen
zekerheid omtrent een
aanvullende overeen
komst. Ten einde de
productie van bacon te
beperken zullen de var
kens op een lichter ge
wicht worden afgeno
men, verder hoopt men
op een toename van
het binnenlandse ver
bruik door de verla
ging van de prijzen en
acht men nog de mo
gelijkheid aanwezig om
de vleeswarenexport
uit te breiden.
Conclusieer moet ge
maand worden tot
voorzichtigheid bij de
uitbreiding van de varkensstapel.
De deskundigen waren verder nog al optimis
tisch. De vooruitzichten voor de zuivel werden
gunstig beoordeeld, behalve voor de afzet van
de consumptiemelk, maar dat kan wel een stok
paardje zijn van de voorzitter van het bedrijf
schap voor zuivel. Evenmin als voor de zuivel
werden grote moeilijkheden gezien op het gebied
van de afzet van zuivere akkerproducten en van
de producten van de Nederlandse tuinbouw. In
de Landbode wordt melding gemaakt van een
voortreffelijk betoog van de heer Driessen, voor
zitter van het bedrijfschap Groenten en Fruit,
die meende dat de tuinbouw voorshands wel
tegen de moeilijkheden opgewassen is.
Prof. Horring gaf tot slot zijn mening over de
prijspolitiek. Deze mag niet de productie in ver-
Ridder in de Orde
van de Nederlandse Leeuw
Ter gelegenheid van de verjaardag van
H.M. de Koningin werd de heer Jhr. Mr.
W. C. Hooft Graafland, directeur van de
Centrale Bank, benoemd tot Ridder in de
Orde van de Nederlandse Leeuw.
Wij verheugen ons zeer over deze Ko
ninklijke onderscheiding, waarmede niet
alleen de begiftigde geëerd wordt, doch
waarin en waarmede ook het coöperatieve
landbouwcredietwezen zich ziet gewaar
deerd.
Te dezer plaatse een woord van hartelijke
gelukwens aan de nieuwe Ridder, wien het
gegeven moge zijn deze onderscheiding
nog tal van jaren in ere te mogen dragen.
245