nen de voorkeur gegever, te worden, aangezien de verbouw van eerstgenoemde gewassen in verband met de noodzakelijke diepe grond bewerking" in het voorjaar en de meestal on gunstige weersomstandigheden tijdens de oogst in het najaar, het herstel van de grond belem mert. De economische gevolgen van een over stroming met zout water zijn dus, dat in de eerstvolgende jaren: 1de opbrengsten in het algemeen nihil tot tot matig zijn en 2. de teelt van arbeids- en kapitaalintensieve gewassen ter bevordering van een snel her stel van de grond veel geringer in opper vlakte zal moeten zijn dan onder normale omstandigheden. Landbouwherstel doet alles om de waterschap pen en de boeren te stimuleren,, zoveel als in hun vermogen ligt, ingespoeld slib en zand te verwijderen uit watergangen en sloten. Uiter aard wordt de hulp van aannemers en cultuur maatschappijen (Nederlandse Heidemij. en Grontmijingeschakeld. Onder de coördinerende leiding van de weten schappelijke afdeling van de Rijksdienst voor Landbouwherstel worden overstromingswater en droogkomende gronden geanalyseerd. De laboratoria voor grondonderzoek en de afdeling Onderzoek van de directie van de Noordoost polder zijn in gecoördineerd verband ingescha keld. De wetenschappelijke werkcommissie, waarin de „zout- en structuurdeskundigen" zit ting hebben, beoordeelt de analysecij fers en alle andere in het spel zijnde factoren. Mede op grond van haar conclusies brengt de Rijksland- en tuinbouwvoorlichtingsdienst door middel van zijn corps van consulenten en assistenten, de verkregen kennis bij boer en tuinder. Indien wij gespaard worden voor nieuwe over stromingen, dan leidt het geen twijfel of bin nen een periode van 3 tot 5 jaar afhankelijk van de weersgesteldheid in deze jaren heb ben de gronden in het rampgebied weer hun normale producerende vermogen. Sub. 2. Registratie, vaststelling en uitkering van schadevergoedingen. De mededelingen terzake van dit onderwerp dienen kort te zijn, aangezien de regering haar standpunt tegenover de Staten-Generaal nog niet kenbaar heeft gemaakt. Wel staat reeds vast, dat de Rijksdienst voor Landbouwherstel zal worden belast met registratie en vaststelling van eventuele bijdragen in de geleden agrarische schade. De uitbetaling zal geschieden via de 15 opge richte rampschadebureauxin deze bureaux zijn de buitendiensten van de ministeries van Financiën, Wederopbouw en Volkshuisvesting en de onder het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening ressorterende Rijksdienst voor Landbouwherstel onderge bracht. De registratie van de agrarische schade zal on der leiding van Landbouwherstel geschieden door inschakeling van de plaatselijke bureau houders van de voedselcommissarissen. Flet is tevens duidelijk, dat de inschakeling van plaat selijke deskundigen als taxateurs uiter aard noodzakelijk is. Ir. Herweijer eindigt zijn artikel aldus: Een zware taak ligt voor ons, maar speciaal voor de boer en de tuinder. De boer zal zijn her wonnen grond weer vruchtbaar moeten maken en zijn veestapel en bedrijfsinventaris opnieuw moeten opbouwen. In bepaalde gebieden, waar ruilverkavelingen al aan de gang waren of ge projecteerd waren,, wordt overwogen of het niet wenselijk is de Herverkavelingswet Wal cheren van toepassing te verklaren. Ook hier over zullen de regering en de Staten-Generaal zich moeten beraden. Vele boomgaarden zullen niet meer ontluiken en bloeien. Vele fruittelers zullen hun herstelperiode aan moeten vangen met het rooien van hun boomgaarden, waarvan vele op moderne grondslag 5 a 6 jaar geleden opnieuw waren ingeplant en juist vrucht be gonnen te dragen. De recent geplante erf-, laan- en dijkbeplantingen, die het eilandenlandschap juist weer vorm gaven, zullen gerooid moeten worden en opnieuw geplant, niet alleen voor het aanzien, maar ook om het natuurlijk milieu voor flora en fauna weer te scheppen. Dit gehele proces zal veel veerkracht van de boeren, tuinders en arbeiders vragen. Dat een nauwe samenwerking tussen overheid en be drijfsleven centraal, maar vooral ook regionaal geboden is, spreekt vanzelf. Slechts indien arbeid en kapitaal op weten schappelijk en praktisch verantwoorde wijze in deze gebieden worden ingezet en indien dit ge daan wordt door de mens boer, tuinder, arbeider en ambtenaar in de overtuiging, dat ieder daarbij zijn eigen taak heeft, dan zal het economisch potentieel van dit rampgebied weer spoedig terugkeren. Overstromingen in vroegere tijden In verschillende landbouwbladen werd de afge lopen weken in verband met de waterramp van 220

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1953 | | pagina 8