to.ooo ha tuingrond (9,4 °/o van dit totaal).
De eilanden Schouwen en Duiveland, Goeree
en Overflakkee, Tholen en St. Philipsland en
belangrijke delen van West-Brabant en de zui
delijke delen van de Zuidhollandse eilanden zijn
in 1944/1945 eveneens geïnundeerd geweest.
De polder Kruiningen is zelfs nu voor de derde
maal binnen een periode van 12 jaar geïnun
deerd.
De schade, aangericht in de agrarische sector,
is nog niet bij benadering te schatten aangezien
f. de zwaarst getroffen gebieden nog steeds
onder water staan
2. de schade afhankelijk is van de mate van
instorten van boerderijen en woonhuizen
met de daarmee gepaard gaande vernieling
van bedrij fsuitrusting
3. de mate van dichtslibben van sloten en wa
tergangen, overzanden van cultuurgrond en
kreekvorming afhankelijk is van de tijd,
welke het dichten van de gaten in de buiten
dijken vergt. Door grote gaten in sommige
buitendijken staat het overstroomde gebied
in verbinding met het buitenwater en ieder
etmaal richten de getijden nieuwe schaden
aan. De gaten worden dieper en breder en
de bij de gaten optredende stroomversnel
lingen slijpen diepe kreken uit.
De schade aan de levende have is globaal te
overzien. Er zijn ongeveer 20.000 runderen
verdronken, 10 a 12.000 varkens, 2.000 a 3.000
schapen, circa 1.000 paarden en ruim 100.000
hoenders. Omstreeks 90 van het nog levende
vee uit de overstroomde gebieden is geëvacu
eerd. Het vee heeft in het algemeen gedurende
de betrekkelijk lange tijd van ontberingen nog
al geleden, o.a. door het achterwege blijven van
het melken, door het staan met de uier in zout
water, door gebrek aan voer en zoet drink
water. Door middel van de zorg van de voed-
selcommissaris wordt het slachtvee en het te
wrak gebruiksvee afgeslacht. Het overschie
tende levende gebruiksvee is bij anderen inge
kwartierd. De ruiming van cadavers verloopt
tamelijk gunstig en de verwerking in de des
tructiebedrijven in Zuid-Holland en Brabant is
nog steeds mogelijk.
Ook aan evacuatie, conservering en herstel van
werktuigen wordt grote aandacht geschonken.
De zeer grote gaten in de buitendijken worden
door de Rijks- en/of Provinciale Waterstaat
hersteld. Bovendien ligt het in de bedoeling van
de regering aan het herstel van de andere hoofd
waterkeringen van de waterschappen leiding te
geven door inschakeling van de Rijks- en Pro
vinciale Waterstaat.
Reeds meerdere dijkgaten zijn gedicht; door
middel van de normale suatiesluizen, gemalen
en noodpompen wordt allerwege het water naar
buiten geslagen. Plet algehele herstel van bin
nen- en buitendijken zal nog veel materiaal en
arbeid vragenhet herstel van de watergangen,
gronden, woningen en bedrijfsgebouwen kan
echter op vele plaatsen reeds worden aange
vangen. De organisatie van het agrarisch her
stel ontwikkelt zich als volgt.
De regering heeft de Rijksdienst voor Land-
bouwherstel opnieuw belast met de afwikkeling
en financiële regeling van de evacuatie van vee
en werktuigen, de regeling van eventueel te ver
lenen schadevergoedingen in de agrarische sec
tor en het agrarisch herstel. Voortbouwende
op de ervaingen, door genoemde dienst na 1944
opgedaan, zal het agrarisch herstel als volgt
worden aangepakt.
De Rijkscultuurconsulenten in Zuid-Holland,
West-Brabant en Zeeland zijn tevens benoemd
tot provinciaal inspecteur van de Rijksdienst
voor Landbouwherstel. Hun apparaat wordt
momenteel versterkt door technici van de Cul
tuurtechnische Dienst en andere organen van
elders aan te trekken. Ook het administratieve
apparaat wordt tijdelijk uitgebreid.
De Rijksdienst voor Landbouwherstel heeft in
grote lijnen een tweeledige taak:
1. de bevordering van het herstel van de over
stroomde gronden en
2. de registratie en vaststelling van de bijdra
gen in de geleden schade, voor zover deze
voor vergoeding van overheidswege in aan
merking komen.
Sub. 1. Herstel van de gronden c.a.
De gronden zijn overwegend met zout en brak
water overstroomd. De heftige stormvloed van
1 Februari jl. heeft tot gevolg gehad, dat zout
en zeer brak water ver de zee- en rivierarmen is
opgezweept en de polder heeft overstroomd.
Onderzoekingen hebben uitgewezen, dat gerst
het gewas is, dat onder de ontstane ongunstige
omstandigheden nog de hoogste opbrengst geeft
en het herstel van de grond het meeste bevor
dert.
Hoewel de gevoeligheid voor de structuur van
de grond van bieten en aardappelen dit zijn
de zeer arbeids- en kapitaalintensieve land
bouwgewassen betrekkelijk gering is, ver
dient toch in het algemeen aan de teelt van gra-
219