Tn <le eerste plaats dient hier te worden vermeld, dat de regeringen van Canada, Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland door middel van hun vertegenwoordigers in ons land, alle mede werking hebben toegezegd. De immigratie- attaché's van deze landen maakten in de eerste dagen na de ramp per K.L.M.-vliegtuig een tocht boven de overstroomde gebieden. Diep onder de indruk van de omvang van de ramp keerden zij terug. En nog diezelfde dag kwam uit Ottawa het bericht, dat de Canadese minister voor de immigratie verklaard had, dat zijn land speciale aandacht zou schenken aan de emigratie van watersnoodslachtoffers uit Nederland. Ook in het eigen land ondervonden wij veel medewerking bij het voorbereiden van maat regelen ten behoeve van getroffen aspirant emigranten. Zo werd met de inspectie van het Centraal Be volkingsregister overeengekomen, dat de namen en adressen van aspirant-emigranten uit de nood- gebieden zouden worden opgenomen in het kaart systeem van de her-registratie. De administratie van het Commissariaat blijft hierdoor van dag tot dag op de hoogte van nieuw binnengekomen aanvragen. Het Rijksarbeidsbureau en niet te vergeten de particuliere emigratie-organisaties, zegden alle steun toe ten behoeve van hulpverlening op grote schaal. Naast de voorziening van emigranten van de nodige papieren, van kleding en verdere uitrus tingsstukken, werd met het ministerie van Ver keer en Waterstaat een regeling getroffen voor het vervoer van personen en bagage. Aspirant-emigranten, die getroffen zijn door de overstromingsramp en in wier voornemen tot emigratie geen wijziging is gekomen, kunnen zich wenden tot de aanmeldingskantoren van de gewestelijke arbeidsbureaux of van de particu liere emigratie-organisaties in of nabij de plaats, waar zij zich bevinden. Is dit niet mogelijk, dan dienen zij zich in verbinding te stellen met de Stichting Landverhuizing Nederland in Den Ha ag, Piet Hein-plein 6 (telefoon K 1700- 392380, toestel 55). Emigratie in deze moeilijke dagen Een ander radiopraatje van de heer Van Luyk was gewijd aan bovengenoemd onderwerp. Op 14 Februari jl. vertrok uit Amsterdam het motorschip „Fairsea" met emigranten naar Australië. Onder de passagiers bevonden zich een kleine honderd, die nauwelijks twee weken geleden van nabij getuige zijn geweest van een van de grootste rampen, die Nederland in zijn historie ooit heeft getroffen. Zij waren afkom stig uit de noodgebiedenvan sommigen van hen zijn huis en hof verzwolgen door de golven van datzelfde machtige water, dat hun schip droeg naar het verre werelddeel Australië. Al deze emigranten hadden zich reeds vóór de ramp gemeld. Aan enkelen van hen, die ernstig gedupeerd waren, kon door bemiddeling van de Commissaris voor de Emigratie alle hulp wor den geboden, die zij nodig hadden om goed ge kleed, voorzien van de noodzakelijke behoeften en papieren, de grote reis te aanvaarden. Overigens verwachtte de heer Van Luyk niet, dat mensen, die door de ramp zwaar werden getroffen, nu maar zonder meer ons land gaan verlaten. Met achterlating van hun overspoelde grond en alles, wat daar op stond. Spr. was ervan overtuigd, dat het taaie volk van Zeeland, Zuid-Holland en Brabant er niet aan dacht hun land vaarwel te zeggen, alleen omdat het werd overweldigd door een erfvijand, die de „tactiek van de verdronken aarde" toepaste. Het Commissariaat voor de Emigratie heeft het initiatief genomen tot hulpverlening uitsluitend aan die getroffenen, die reeds voornemens waren te emigreren. Zij, die tot deze categorie behoorden en om hulp aanklopten, deden dat niet tevergeefs. Natuurlijk is het ook niet zó, dat iemand, die door de ramp alles heeft verloren wat hij bezat en daarom nu voor het eerst de wens te kennen geeft dat hij wil emigreren, niet op hulp zou kunnen rekenen. Wanneer hij ernstig van mening is, dat alléén emigratie hem en zijn be rooid gezin uitkomst kan brengen, dan zal hij geholpen worden. Emigratie is immers een aangelegenheid, die berust op ieders vrijwillige en persoonlijke be slissing'. Echter eist emigratie naar een bepaald land als geheel, zowel als die van ieder, die emigreren wil, een degelijke en grondige voor bereiding. Emigratie vraagt bezinning van al len, die erbij betrokken zijn. Steeds weer blijkt in de praktijk, dat niet iederéén zonder meer geschikt is 0111 te emigre ren. Wat baat het, als iemand een paar flinke handen aan zijn lijf heeft en hij moet in het verre land het onderspit delven tegen een opper machtig heimwee? Geestkracht is naast licha melijk uithoudingsvermogen een eerste vereiste voor geschiktheid als emigrant. Datgene, wat een Nederlandse emigrant over het algemeen doet slagen, waar ter wereld hij ook begint, in Canada, Zuid-Afrika, Australië 234

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1953 | | pagina 22