raag en Antwoord Vraag: Welke waarde heeft een tweede hypo theek bij verkoop van onroerende goederen. Volgt na honorering van een eerste hypotheek bij een faillissement direct de tweede hypo theek of hebben dan gewone crediteuren enz. dezelfde voorrang? Antw.: Het recht van hypotheek, dus ook een tweede recht van hypotheek, geeft recht om ingeval van verkoop van het onroerend goed, waarop het recht van hypotheek rust, op de opbrengst daarvan bij voorkeur boven de an dere schuldeisers de vordering te verhalen, waarvoor het recht is verleend. Ingeval van tweede hypotheek verhaalt eerst de houder van het eerste recht van hypotheek zijn vordering op de opbrengst en zo er daarna nog een saldo van de opbrengst is overgebleven, neemt de houder van het tweede recht verhaal. Indien de schuldenaar gefailleerd is, blijft dit recht bestaan. De eerste hypotheekhouder is dan gerechtigd het saldo aan de tweede hypotheekhouder uit te keren. Keert de eerste hypotheekhouder het saldo aan de curator in het faillissement uit, hetgeen eveneens mogelijk is, dan blijft de preferentie van de tweede hypotheekhouder bestaan, doch dan moet dit saldo meedragen in de omslag van de algemene faillissementskosten. Wij verwijzen U nog naar de 34ste jaargang, van de Raiffeisen-Bode, no. 9, van Maart 1952, pag. 13: „bezwaren van tweede hypo theek". Het daar gestelde, dat de eerste hypotheek houder de meeropbrengst aan de curator moet afdragen is theoretisch juist, doch praktisch niet, daar de Hoge Raad heeft uitgemaakt dat ondanks faillissement, een vrijwillige rangregeling kan plaats vinden. Moet een waterschap lid van de bank zijn? Vraag: Als een rekening-courantovereenkomst met een waterschap wordt aangegaan, moet dan het waterschap lid worden en wie moe ten dan de ledenlijst tekenen? Ant.: Indien een rekening-courantovereenkomst wordt aangegaan met een waterschap, polder, gemeente of ander publiekrechtelijk lichaam, dan is het gewenst, dat het waterschap of ander publiekrechtelijk lichaam lid van de bank wordt. Van de zijde van Gedeputeerde Staten wordt er echter reeds gedurende vele jaren bezwaar tegen gemaakt, dat publiekrechtelijke licha men, waarop zij controle uitoefenen, lid van een boerenleenbank worden in verband met de aan het lidmaatschap van de bank klevende onbeperkte aansprakelijkheid. Resultaat is derhalve, dat waterschappen enz., ook wanneer aan hen een lopende rekening wordt geoj>end, zelden of nooit als lid van de bank toetreden. Treedt het waterschap wel als lid toe, dan zal het bestuur van het waterschap het leden- register moeten tekenen. Lidmaatschap kerken en schoolverenigingen Vraag: Kan er mede volstaan worden, dat voor zitter en secretaris de ledenlijst tekenen, even tueel met een uittreksel uit de notulen, waar uit blijkt dat besloten werd om lid van de bank te worden. Kerkeraden en schoolbesturen worden meestal door een tamelijk groot aantal personen ge vormd en dat is wel een moeilijkheid om die allen te laten tekenen. Antw.: Het ledenregister van de bank moet ge tekend worden door degene, die de rechts persoon, die als lid toetreedt, in rechte ver tegenwoordigt. Dit zal dus het bestuur zijn. Zijn in de statuten geen bepalingen opgeno men, dat een of meer leden van het bestuur voor de vereniging kunnen optreden en teke nen, dan moeten alle leden van het bestuur het ledenregister tekenen, tenzij een of meer bestuursleden bij afzonderlijke volmacht, ge tekend door het volledig bestuur, worden gemachtigd om ten bewijze van de toetreding van de vereniging als lid van de coöp. boeren leenbank de daartoe vereiste verklaring in het ledenregister van de boerenleenbank te stellen en te tekenen. Vraag: Voor in contanten ontvangen bedragen worden steeds kwitanties afgegeven, welke als bewijs van betaling dienen. Bij girale betalingen is dit niet steeds het geval. Hierbij komt het voor, dat ongetekende nota's worden afgegeven of zoals b.v. bij Waarde tweede hypotheek Kwitering overschrijvingsbewijzen 232

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1953 | | pagina 20