Maandelijkse momentopnamen reis arriveerden twee doodvermoeide, bemod- derde inspecteurs met een auto, beladen met de uit het water gehaalde administratie en de kas van de boerenleenbank in Den Bommel, enkele dagen later gevolgd door de beslijkte boeken en archieven van St. Philipsland. Numansdorp zond ons haar natte administra tie toe. De uitgestrekte archiefzolders van de Centrale Bank zijn veranderd in droogkamers, waar in onafzienbare rijen boeken, akten, kwitanties enz. vakkundig worden behandeld. Ook ons Rayonbureau in Goes en het Gemeen schappelijk Bankkantoor in Den Haag zijn bij deze werkzaamheden betrokken. Van Goes uit werden vrijwel alle getroffen Zeeuwse banken bezocht en van adviezen gediend, hetgeen voor al op Schouwen nog wel enige moeite heeft ge kost. Momenteel is de gehele inhoud van de brand kast in Zuidland nog onbereikbaar, terwijl bij diverse banken nog archieven, grootboeken, akten, enz. min of meer aan het water zijn bloot gesteld. Deze'zullen zo spoedig mogelijk worden geborgen. (Dit is intussen geschied). Verscheidene geëvacueerde kassiers genieten thans gastvrijheid bij zusterbanken ten einde hun werkzaamheden te kunnen voortzetten. Ook bij de Centrale Bank worden hulpadministra ties bijgehouden voor die banken, die nog niet in staat zijn zelf de administratie te voeren. Er valt te verwachten, dat naast de vele maat regelen tot herstel van land, huizen, inventaris sen, enz., zodra dit mogelijk is op grote schaal vernieuwing van de teloor gegane spaarbank boekjes zal moeten plaatsvinden. Wij prijzen de banken en ons gelukkig te weten dat, voorzover thans bekend, dit aan de hand van de geredde administraties niet op grote moeilijkheden zal stuiten. Voorraden en middelen van het bedrijfsleven Het jaarverslag van de Twentsche Bank is het er niet mee eens, dat ons land al te zeer op de voorraden zou hebben ingeteerd en dat dienten gevolge binnenkort noodzakelijke voorraadaan- vulling tot omslag in de betalingsbalans zou moeten leiden. De schrijver van dit verslag acht in het algemeen de voorraden bij het binnen landse bedrijfsleven niet abnormaal laag. De tijd lijkt voorbij, waarin men door onzekerheid van aanvoeren en marktverloop noodgedwongen meer in voorraad moest hebben dan bij een nor male gang van zaken nodig is. Het verslag behandelt verder nog de interes sante vraag of het bedrijfsleven de neiging ver toont tot oppotting van geld. Het zou hierdoor minder investeren dan waartoe het op grond van de liquiditeitspositie in staat is. Hierom trent is het oordeel van de schrijver het vol gende. Het bedrijfsleven gaat voorzichtiger te werk. In de afgelopen jaren zijn financieringsplannen voor uitbreiding en vernieuwing van bedrijven dikwijls gebaseerd geweest op middelen te ver krijgen uit toekomstige afschrijvingen en win sten. Daar de winstverwachtingen zijn gedaald en de belastingen gestegen, spreekt het vanzelf, dat de plannen thans meer op middelen in de hand dan op die in de lucht moeten berusten. Daar waar geëigende middelen aanwezig zijn, blijkt in het algemeen niet van terughoudend- 192 heid tot liet doen van uitgaven voor verbetering en vernieuwing van bestaande bedrijven. Doch in een groot deel van het bedrij fsleven voelt men zich benard over de liquiditeit. Omtrent de betalingsbalans merkt het jaarver slag van de Twentsche Bank verder op, dat een stuk van het nationale inkomen onbesteed is ge bleven en in een betalingsbalansoverschot is om gezet. Dit is in hoofdzaak het gevolg van de financiële politiek van Rijk en gemeenten, die door belastingheffing en uitgifte van leningen veel grotere bedragen blijvend tot zich hebben getrokken dan hun uitgaven bedroegen. Alles wijst er op, dat de belastingheffing de lopende uitgaven verre overtreft. Uitgerekend wordt, dat in drie jaren de vermogenspositie van het Rijk met 6 milliard is verbeterd, waarvan I /z milliard uit Amerikaanse steun, het ove rige uit lopende staatsinkomsten. En dan komt de vraag: Heeft men hier te doen met een orthodoxe bewaking van de overheids financiën en van het monetaire evenwicht of is een aanvankelijk juiste politiek stilaan overge gaan in een nationalisering van de vermogens vorming en daarmede allengs van de particuliere onderneming? Duidelijk is, dat de vermogens vorming bij het Rijk slechts bereikt kon worden door middel van een zo zware belastingheffing, dat de vermogensvorming bij particulieren veel- Onbesteecl inkomen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1953 | | pagina 4